Colombiaanser dan ze dacht 9 spectrum PZC Zaterdag 1 maart 2008 foto Mechteid Jansen '<an s)e'<'<ies draaien als geen ander. Sms'en, schrijven, gitaarspelen. Haar typkunsten doen voor niemand onder. En die weddenschap om het breiwerkje heeft ze ook gewonnen. Met de stompjes van Estatilia hoeft niemand medelijden te hebben. Met haar adoptieverleden trouwens ook niet. Kijk, dit is mijn moeder. Mooi is ze, hè. En hier, mijn zus Claudia. Ze heeft al vier kinderen en ze is een jaar en een dag jonger dan ik. Een supermoeder, ik ben zo trots op haar. Mijn neefje Fernando, echt een schatje. Hij strijkt zijn sokken. Dit is mijn oma. Met haar T-shirts van Looney Tunes, ze is zo cool. Niemand weet precies hoe oud ze is, maar ze is zo wijs. Iedereen luistert naar haar. Dit hier zijn mijn halfzussen. Marceli, Ma ria, Angela, Julita en... ik weet niet eens meer hoe zij heet. Het zijn er ook zo veel. Mijn vader heeft elf kinderen. En de jongste is pas één, dus er kan er nog best eentje bij komen." Estatilia Brinkman (29) woont al tien jaar in een luxe studentenstudio aan de Kinderdijk in Middelburg. Prachtig pand, gezellig ingericht. En de insteek- map aan haar deur laat geen plek meer vrij. Haar familie in Colombia liegt er immers niet om. Recht tegenover de deur hangt er nog zo een, maar dan met foto's van haar Nederlandse fami lie. Een vader, een moeder, drie broers, twee neefjes, een nichtje en dat is het. Maar de map is even vol. Een jaar en tien maanden was Estatilia toen ze op de binnenplaats van haar huisje in Puerto Tejada werd aangeval len door de zwijnen van de buurman. „Ik schijn door hem gered te zijn. Ze hebben me naar het ziekenhuis in Cali gebracht, waar ik koudvuur kreeg. Meer weet ik eigenlijk ook niet. Alleen dat ik daar tweeënhalve maand ben ge bleven en dat ik toen naar een kinder tehuis ben gebracht. Na zeven maan den was er een adoptiegezin in Neder land voor me gevonden. Daar ben ik na nog eens negen maanden naartoe gebracht. Drie was ik toen." Ze belandde bij de Brinkmans in Mid delburg. Een warm gezin, met ouders en broers die Estatilia lekker lieten aan modderen. „Visite zei wel eens: wat zielig, maar ik was weerbaar. Mijn ouders hebben me niet voor niets ge lijk op judo gedaan. Nadat onze hond stierf, werd ik bang voor dieren. En hup, daar hadden mijn ouders een nieuwe hond. Mijn familie deed alles om me maar zelfstandig te laten zijn. Ze gaven me stickers en we hadden zo'n liedje. Alweeheer gelukt..." „Vroeger dacht iedereen dat ik lepra had. Toen stopte ik mijn handjes nog in mijn mouwen. Later dachten ze aan Volendam en nu vragen ze of ik uit Sierra Leone kom, omdat ze daar vaak handen afhakken. Ik leg het uit. Ik ben grapjes over mijn handen gaan maken. Niks aan de hand, van die dingen." Estatilia is christelijk opgevoed. Op een goede manier, benadrukt ze, dus zon der andere levenswijzen te veroorde len. Ze gaan naar de Oostkerk. Daar stopte Estatilia mee toen ze begon te puberen. „Als het even kon, bleef ik in bed liggen. Daar maakte ik ruzie om. Mijn puberteit begon vroeg en heeft lang geduurd. Zonder het zwaar te wil len maken: ik was best lastig. Ik ben na tuurlijk wél geadopteerd. Toen ik al drie was en dat is best oud. Ik werd op standig. Niet dat ik alles ging doen dat God heeft verboden; het deed me ge woon allemaal niet zo veel." Ze duikelde naar de mavo. „Daar zaten meer donkere kinderen dan op de ha vo, waar de meeste donkere kinderen ook geadopteerd waren, maar die hiel den zich vaak bezig met blowen en scooters. Daar had ik allemaal geen zin in. En ja, ik had geen handen. Niet dat ik er niks mee kon, maar met vriendjes werd het toch lastig. In cafés heb je oogcontact, tot ze zien hoe jij je glas wijn met twee handen moet optillen. Dat is toch niet heel sexy. Mensen zei den wel eens: ik ken jou, maar ik zou niet vallen op iemand zonder handen. En dan had ik ook nog eens een steek- kont. Ik worstelde met mijn identiteit. Ik voelde me anders." Uiteindelijk heeft Estatilia toch de havo afgemaakt. Ze ging de lerarenopleiding Engels doen. Al snel bleek Utrecht te ver bij haar vrienden vandaan. En ook de stu die sociaal pedagogische hulpverlening was het niet. „Daar kwam ik mezelf te gen. ]e gaat over jezelf nadenken, over dingen die je zelf nog niet hebt opge lost. Dus nam ik gas terug." De studie sociale dienstverlening, op mbo-niveau, werd wél een succes. Haar tijd bij het Jongeren Informatie Punt in Middelburg ook. „Dat was heel leuk, ik heb ook voor de klas gestaan. Jongeren zijn zo lekker moeilijk. Ze hebben veel eigenheid. Dat vind ik prachtig! Alleen verdiende ik er niet ge noeg om van rond te komen. Vandaar dat ik bij Delta terecht ben gekomen. De klantenservice doe ik er. Mensen bellen met de gekste vragen. Ik hoop intern te kunnen doorgroeien, ik heb het er erg naar mijn zin." Het gaat goed met Estatilia. AI lang, eigenlijk. Ze heeft zelfs het geloof hervonden. „Eerst dacht ik: ik heb geen God nodig, ik doe wel wat ik zelf wil. Maar het haalde niks uit. Ik heb met vriendinnen, die hetzelfde hadden, een bijspijkercursus gevolgd. Dan kom je toch je opvoeding tegen. Voor mij werkte het. Ik heb houvast aan mijn ge loof. Voor mijn gevoel ondersteunt Hij me in wat ik doe. Dat had ik nét nodig. Ik heb de catechisatie gedaan en later zelfs nog mijn belijdenis. Op 04-04-04. Ik ben zelfs bij de jeugdkerk gegaan. We organiseren een korte dienst met activiteiten voor tieners en elke week staat er een bijbeltekst centraal." Estatilia is protestant. Maar in haar ka mer staan kleurrijke Maria-kaarsen. Van die hippe. Vindt oma Berenice prachtig. Die draagt zelf altijd d'r bijbel tje bij zich, weet Esta intussen. Want ja, ze heeft haar biologische familie te ruggevonden. Of eigenlijk zij haar. „De dame van adoptiezaken, die des tijds ook mijn zaak had, schreef in 1996 een artikel in een tijdschrift. Over dat Europese adoptiegezinnen veel vaker kiezen voor donkere kindjes met een fysieke handicap dan Colombiaanse ge zinnen. Er stonden foto's van mij bij. Jaren later kreeg mijn tante dat stuk toevallig in handen. Ze herkende mij. Mijn familie is gelijk gaan bellen met die organisatie. Moet je nagaan, ze wis ten niet eens dat ik in Nederland zat. Ineens kreeg ik een brief" Estatilia haalt een dik dossier tevoor schijn. Bovenop haar paspoort van toen met een andere geboortedatum dan haar haar geboorteakte vermeldt, de naam Estatilia Hurtado Garcia die ze toen nog droeg en het kenmerk ambutacion ambas manos. Eronder de brief Een collage van pasfoto's die ge zien de nietgaatjes ergens uitgescheurd moeten zijn. Haar zus stelt zich voor, haar oma, haar tante en tenslotte haar moeder Melba, in het groot. Ze schrijft dat het noch Estatilia's schuld was dat ze weg moest, noch die van haar. Het was het lot. El Destino. Twee jaar geleden ging Estatilia voor het eerst terug naar Colombia. Inmid dels is ze er drie keer geweest. Ze is gek op haar familie, en zij op haar. Na tuurlijk heeft ze gevraagd waarom ze nou eigenlijk is afgestaan. Meer dan eens. Maar ze weet het nog steeds niet. „Ik merk dat als ik het vraag, iedereen erbij komt. Mijn oom begint dan ge lijk: je moet goed begrijpen dat... Mijn oma die zegt: je moeder houdt heel veel van je. Er moet een reden zijn dat ze het me niet vertellen. Maar die hoef ik niet per se te weten. Niet ten koste van mijn familie. Ik weet niet wat ik veroorzaak als ik begin te drammen. Ze bedoelen het niet kwaad." Haar familie woont nog in dezelfde buurt - waar zwijnen niet langer zijn toegestaan - in een stad zo groot als Middelburg. „Mijn oma heeft een win keltje waar ze alles per stuk verkoopt. Sigaretten, bananen, maandverband, rum in een kokertje. De vrouwen wer ken als dienstmeid bij rijke blanken, die een groot deel van de bevolking vormen. Dat doet iedereen. Mijn tante Manuela mocht twee weken niet naar haar kind, omdat ze moest koken voor de hond. Dat beest gaat naar de psycho loog, omdat het schijnzwanger was. Terwijl mijn familie niet eens stro mend water heeft!" Het geeft Estatilia een vreemd gevoel. Maar ze houdt zich in. „Mijn familie berust erin, zoals ie dereen. Hier vinden allochtonen dat ze worden gediscrimineerd, daar vinden ze dat het hoort. Ik heb er wel eens over willen beginnen, maar ik wil ze geen probleem aanpraten. Ze zijn ge lukkig. Ze hebben een huis, een baan, een pensioen. Ze hebben elkaar. Wie ben ik om te zeggen dat het niet eerlijk verdeeld is?" Estatilia zou Estatilia niet zijn als ze toch niet iets voor elkaar gebokst zou hebben. Ze zorgde dat haar zus Clau dia alsnog naar school gaat. „Ik zei: ie dereen zegt dat jij niks kan. Weet je hoe leuk het is als je straks je diploma hebt? Intussen zit ze in de brugklas. Ze wil mondhygiëniste worden." De christelijke school van Claudia trok Estatilia's aandacht. Of eigenlijk vooral de directeur. „Hij was helemaal aan het huilen omdat ze niet genoeg geld hadden. Honderdveertig leerlingen en anderhalf toilet. Geen boeken, geen schriften. Alleen een bord waar kinde ren alles verkeerd van over schrijven, omdat ze analfabeet zijn. Wil je ons helpen, vroeg hij. Ik heb wel duizend keer gezegd dat ik geen geld heb. Dat mogen ze ook niet weten, het blijft Co lombia. Straks word ik nog ontvoerd. Ik heb een stichting opgericht om geld in te zamelen. Simiente Del Saber, kiem der kennis. Het geld kunnen ze daar be steden, zodat de lokale meubelmaker er ook nog wat aan heeft. Het eerste be drag is overgemaakt. Ik kan niet wach ten tot ik het resultaat zelf kan zien... In november ga ik weer." In haar adoptiedossier staat dat ze een slim en lief meisje is, 'on danks haar huidskleur'. Toch voel de ze zich de enige blanke in een Colombiaanse bus vol donkere men sen. Terwijl ze alles behalve blank is. Eerst was ze donker, toen werd ze blank. En nu? Nu heeft ze de midden weg gevonden. Ze is Colombiaanser dan ze dacht. „Weet je wat ik altijd zo leuk vind? Eerst kende ik niemand die mij kende van voor mijn derde, nu weet ik dat ik toen ook al op de wereld was. Mijn biologische familie woont twintig uur vliegen bij me vandaan. Mijn zus vraagt niet of ik boos ben, maar ziet gelijk dat ik gewoon moe ben. Het cirkeltje is rond. Vroeger was ik puur Esta. Nu blijk ik familietrekjes van de Garcia's te hebben. Ik ben niet meer geadopteerd. Ik bén iemand." Paspoort »- Naam: Estatilia Desideria Brinkman Geboren: 3 oktober 1978 (volgens geboorteakte) of 9 december 1978 (volgens paspoort) in Cali, Colombia Huidige woonplaats: Middelburg Burgerlijke staat: alleenstaand Opleiding: Mavo aan ONS Middel burg, Havo aan CSW Middelburg, Sociale Dienstverlening Loopbaan: Jongeren Informatie Punt, Delta klantenservice v www.simientedelsaber.come2me.nl 'Als je in een café je glas wijn met twee handen optiltis dat niet heel sexy'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 149