Buitengebied
Buitengebied
kent plussen
en minnen
M
30 I Dinsdag 26 februari 2008 PZC
if-
illustraties Adri Karman
Buitengebied bestaat tien jaar. Op 1 april 1998 - géén grap -
verscheen de eerste aflevering. Wekelijks als bijlage op
woensdag, later op dinsdag en sinds vorig jaar, na de komst
van de tabloidkrant, als extra pagina's op zaterdag en dins
dag. Mooie aanleiding voor een korte terugblik op de ontwik
kelingen in het buitengebied. En we vragen de lezers om de
mooiste natuurplek van Zeeland te kiezen.
Woelmuis
door Rinus Antonisse
De lezers breder informeren over wat er
in het Zeeuwse buitengebied gebeurt.
Dat was tien jaar geleden de aanleiding
om met speciale pagina's te beginnen.
Van meet af aan is een ruime invulling gegeven
aan de onderwerpen die onder de noemer bui
tengebied vallen.
Niet alleen natuur, landschap en landbouw, ook
streektaal, cultuurhistorie, archeologie, architec
tuur en (Zeeuws) verleden. Aparte verhalen, se
ries - zoals de tijdingen uit 't hof van Gerard
Smallegange - vaste rubrieken - zoals de raadkaar-
ten van Hans Lindenbergh - en vanaf de eerste af
levering, bijdragen van de streektaalschrijvers, na
tuurkenner Chiel Jacobusse en natuurtekenaar
Adri Karman.
„Hebben jullie nooit gebrek aan onderwerpen?",
vragen lezers wel eens. Het antwoord kan stee
vast 'nee' luiden. In het buitengebied gebeurt al
tijd wat, duiken steeds nieuwe dingen op. Men
sen, planten, dieren, het weer en de seizoenen
zorgen continu voor schrijfstof Over het (verre)
verleden, het heden en de toekomst.
Genoeg over Buitengebied zelf, we kijken liever
naar het echte buitengebied. Afgelopen tien jaar
zat het de grootste gebruikers, de boeren, niet
mee. Slechte prijzen voor hun producten, nieu
we regelgeving, grond afstaan voor bedrijven, re
creatie, huizen en natuur. Niet verwonderlijk dat
het aantal boeren (en boerderijen) flink daalde;
vorig jaar stopten in de provincie 153 boerenbe
drijven; er zijn er nu nog zo'n 3400.
De vrijkomende grond werd vooral benut door
boeren die willen doorgaan: schaalvergroting.
Strandplevier
Bontbekplevier
Die heeft weer forse gevolgen voor het buitenge
bied, stelt Chiel Jacobusse, hoofd ecologie van
stichting Het Zeeuwse Landschap. Hij noemt als
belangrijke verandering afgelopen tien jaar dan
ook de 'industrialisatie' van de landbouw, naast
oprukkende steden en bedrijventerreinen - de
verstening van het landelijk gebied.
„Anderzijds wordt ook de weg terug bewandeld.
Veel verloren gegane natuur wordt door natuur
ontwikkeling weer hersteld, met soms spectacu
laire resultaten." Jacobusse heeft er wel een beet
je dubbel gevoel bij. „Het is wel landschap zon
der geschiedenis. Een middeleeuws kreekje dat
gedempt is, krijg je nooit meer terug. De natuur
lijke stoffering die erbij hoort, kun je niet nama
ken."
Jacobusse signaleert dat het natuur- en milieube
leid van de laatste tijd resultaten afwerpt. De af
name van de verscheidenheid aan planten- en
diersoorten lijkt tot stilstand te komen. Scherp
ere milieuregels zorgen ervoor dat bijvoorbeeld
de korstmossen het beter doen. Van de betere
waterkwaliteit profiteren onder meer libellen en
zeehonden.
Het plunderen van de voorraadkast van de
Zeeuwse natuur, zoals vorige eeuw volop aan de
orde was, is gestopt. Nu is het de door de mens
veroorzaakte klimaatverandering die voor niet al
tijd even gunstige veranderingen zorgt. Jacobus
se: „Voor Zeeland zeer karakteristieke soorten
verliezen terrein, denk aan de bonte strandloper.
Door de klimaatverandering rukken zuidelijke
soorten sterk op, dat zie je zowel bij insecten, vo
gels als planten."
Zeekraal
Ruige anji
Schorzijdebij