Geld en werk De belastingdienst De belastingheffing bij periodieke uitkeringen en Wie dan leeft.... 1 6 I Dinsdag 26 februari 2008 PZC door Bram Versteeve Blijf je voor de klas dan moet je het van je roeping hebben Nieuws van de afgelopen weken: ontevreden politiemen sen, groot personeelstekort bij de politie, alfahulpen in de thuiszorg, prostaatbiopsieën met vuil gereedschap, diabetespatiënten die met dezelfde naalden worden geprikt. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg voorziet de komen de jaren dramatische personeelstekorten in de zorg. De kwali teit van het onderwijs blijkt tot een dieptepunt te zijn gezakt, niet alleen door de vele reorganisaties maar ook door de waar dering voor dat vak. Als je de gemiddelde Nederlander vraagt naar zijn wensen dan scoren drie zaken hoog: zorg, veiligheid en onderwijs. Maar kennelijk staan tussen deze droom en de daartoe beno digde daden veel praktische bezwaren. Eigenlijk is er maar één praktisch bezwaar: het kost geld en dat hebben we er met zijn allen niet voor over. Uitvoerende taken bij politie, zorg en on derwijs dienen een roeping te zijn. Dat is al voldoende belo ning. De salarisschalen voor de lagere functies in deze drie sec toren vertonen dan ook veel overeenkomst. Wanneer je be gint ligt je uurloon ergens tus sen het minimumloon (8,55 eu ro) en een tientje (www.loonwij- zer.nl). Natuurlijk groeit dat in de jaren daarna, maar echt hoog zal het niet worden, tenzij je een ma nagementfunctie gaat bekleden. Maar blijf je aan het bed, op de straat of voor de klas van de basisschool dan zul je het voor al van je roeping moeten hebben. Een salaris komt meestal tot stand door de markt (vraag en aanbod) en door een puntensysteem of functiewaardering. In het bedrijfsleven spelen deze beide een belangrijke rol. Bij de (semi-)overheid is eigenlijk alleen de functiewaardering van belang. Zaken als kennis, zelfstandigheid, contactvaardigheid en afbreukrisico worden gescoord via allerlei formules. Dat leidt tot een functieniveau en daarmee tot een salaris. Kennis en zelfstandigheid zijn vrij eenvoudig te benoemen. Afbreukrisico is moeilijker. In het bedrijfsleven wordt afbreuk risico vaak bepaald aan de hand van de economische- en ima goschade die een werknemer zijn bedrijf kan toebrengen. Zo heeft de voormalige top van Ahold met terugwerkende kracht zijn hoge salaris duidelijk verdiend: het potentiële afbreukrisi co was groot en werd volledig gerealiseerd. In de functiewaardering bij de overheid speelt het afbreukrisi co een veel geringere rol. Economische- en imagoschade als ge volg van slecht functionerende werknemers is moeilijk vast te stellen en bovendien gemakkelijk te verdoezelen. En de poten tiële schade die kan worden toegebracht aan mensen wordt kennelijk niet zo belangrijk gevonden dat het in geld mag wor den uitgedrukt. Als je dat afbreukrisico als overheid, dus als maatschappij, niet financieel en anderszins waardeert, dan kan het niet anders dan dat de kwaliteit daalt. Mensen schijnen niet van hun verleden te kunnen leren. Het lijkt erop dat ze evenmin veel rekening houden met hun toe komst. De meeste mensen willen dat hun kind alle kansen krijgt, bijna iedereen wordt oud, sommigen worden ziek, krij gen een ongeluk, worden overvallen. Wat een besparing, die oogkleppen! door Roos van der Velden en Theo Gommer illustratie Aleid Landeweerd 3 Drs. Roos van der Velden MPLA en mr. Theo Gommer MPLA zijn partners bij Akkermans Partners Legal Advice. Betalen voor een goed pensioen kan fiscaal aantrekkelijk zijn. De betalingen voor een pensioen zijn namelijk niet belast, alleen de uitkeringen worden belast. Wel is het van belang dat de pensioen regeling valt binnen de fiscale regels van de Wet op de Loonbelasting. Deze wet vermeldt aan welke fiscale normen een pensioenregeling moet voldoen om belastinguitstel te creëren. Als u binnen de fiscaal maximale normen blijft, zoals deze zijn vermeld in de Wet op de Loonbelasting, is de zogenaamde omkeerregel van toe passing. De omkeerregel houdt in dat de aanspraken die berusten op een pensioenregeling niet tot het loon behoren. Het gevolg hiervan is dat op het moment dat er uitkeringen uit de pensioenaanspraken ko men, deze pas belast zijn. Het maakt niet uit welke partij de premie voor de pensioenvoorziening betaalt. Als de werkgever de premies betaalt, behoort de premie niet tot het loon en is deze ook niet belast bij de werknemer. Indien de werkne mer een eigen bijdrage levert aan de pensioenverzekering, wordt deze premie ingehouden op het bruto loon van de werknemer en is dus even min als loon belast. Een voorbeeldberekening in onderstaande tabel: Ook in de situatie van een gouden handdruk (ontslag vergoeding) speelt de belastingheffing een rol. Een uitkering op basis van een gouden handdruk wordt ge zien als loon en derhalve ook als loon belast. Wanneer een deel van de schade vergoeding aan te merken valt als smartengeld dan is dat deel niet be last voor de loon- of inkomstenbe lasting. Let wel op dat wanneer de kanton rechter aangeeft dat een deel van de vergoeding aan te merken is als smartengeld, de belastingrechter hem hierin niet hoeft te volgen. Het is ook mogelijk om de schade vergoeding in een 'bedrag ineens' te ontvangen. Dit wordt ook wel een lump-sum genoemd. Dit 'be drag ineens' wordt progressief be last in Box I. Als de werkgever de schadevergoe ding toekent in de vorm van perio dieke uitkeringen (het stamrecht) wegens te derven loon, met een beroep op artikel 11 lid 1 sub g Wet Loonbelasting, zal over de bruto vergoeding geen belasting worden geheven, maar wel over de uitke ringen. Deze kunnen onmiddellijk ingaan of op een later tijdstip, doch uiterlijk in het jaar waarin de belastingplichtige 65 jaar wordt. Op het gebied van deze stamrecht- uitkeringen is de wet- en regelge ving veranderd. De staatssecretaris van Financiën heeft namelijk aan gegeven dat er een zogenoemde VUT-heffing van toepassing is op stamrechten. Deze VUT-heffing zorgt ervoor dat de door de werkgever betaalde koopsom wordt belast met een eindheffing van 26 procent. Vanaf 1 januari 2011 wordt deze eindhef fing verhoogd tot 52 procent. Wordt de ontslagvergoeding ver volgens omgezet in een stamrecht dat wordt verzekerd bij een profes sionele verzekeringsmaatschappij of stamrecht BV, dan kan ook de ze stamrechtuitvoerder geconfron teerd worden met de VUT-heffing. Dit betekent dat de koopsom die nodig is voor deze stamrechtuitke- ring belast wordt bij de werkgever. Naast deze heffing wordt op de re guliere wijze toonheffing ingehou den bij de werknemer. Dit bete kent dus een belastingheffing bij de werkgever én de werknemer. De bedoeling die de overheid heeft met de VUT-heffing is het ontmoedigen van regelingen voor vervroegde uittreding.De staatsse cretaris van Financiën heeft wel een aantal uitzonderingen ge noemd die niet met de VUT-hef fing worden geconfronteerd. De fiscale behandeling van een lijfrente is verge lijkbaar met de fiscale behandeling van pen sioen. In de Wet Inkomstenbelas ting 2001 wordt vermeld dat pre mies die betaald worden voor lijf renten, worden gezien als uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Uitgaven voor inkomensvoorzie ningen verminderen vervolgens het belastbaar inkomen uit werk en woning (box I). Dit heeft weer effect op de te betalen belasting. Aangezien de betaling van lijfrente- Voorbeeld Indien een werknemer een salaris heeft van €35.000,- en de waarde van de pensioenopbouw, die volledig door de werkgever wordt betaald, in enig jaar 2.250,- bedraagt, ziet de situatie er als volgt uit: Salaris €35.000,- Waarde pensioenopbouw werkgever€2.250,- Totaal loon (art. 10) €37.250,- Af: pensioenpremie werkgever2.250,- Belastloon €35.000,-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 16