Stillevens van grote kleine meester
Mauritshuis toont fraai
overzicht van Zeeuwse
schilder Adriaen Coorte.
PZC Maandag 25 februari 2008 37
Een bezoeker bekijkt Stilleven met twee perziken en een vlinder, geschilderd op de boekhouding van een koopman. foto Koen van Weel/ANP
door Rolf Bosboom
DEN HAAG - Van het leven van de
Zeeuwse schilder Adriaen Coorte
is maar weinig bekend: zijn geboor
tejaar niet, zijn sterfdatum niet en
het staat zelfs niet onomstotelijk
vast dat hij in Zeeland - in Middel
burg, zoals doorgaans wordt aange
nomen - heeft gewoond en ge
werkt. Wel is zeker dat hij tussen,
ongeveer, 1683 en 1707 een prachti
ge reeks stillevens maakte. Een sub
stantieel deel daarvan is sinds za
terdag te zien in het Mauritshuis
in Den Haag, onder de gerecht
vaardigde titel Ode aan Coorte.
De tentoonstelling, die tevens het
afscheid van Mauritshuis-directeur
Frits Duparc markeert, omvat 35
werken van Coorte. Dat lijkt be
scheiden, maar het is meer dan de
helft van het aantal schilderijen
dat van de kunstenaar bekend is
(64). Niet eerder waren zoveel
Coortes, afkomstig uit collecties
van musea en particulieren uit de
hele wereld, bij elkaar te zien.
Nu de kent de roem van Adriaen
Adriaen Coorte dwingt de
toeschouwer telkens weer
tot nóg beter kijken
Coorte nog maar een korte geschie
denis. Het heeft 250 jaar moeten
duren voordat zijn werk de brede
waardering kreeg die het nu heeft.
Dat is vooral de verdienste van
Laurens J. Bol (1898-1994), die veel
publiceerde over onbekende klei
ne meesters uit met name Middel
burg, de stad waar hij lange tijd als
schoolmeester heeft gewerkt. In
1958 organiseerde Bol in het Dor-
drechts Museum, waarvan hij toen
directeur was, een expositie met 21
werken van Coorte. In 1977 publi
ceerde Bol de eerste oeuvrecatalo-
gus. Sindsdien zijn er nog regelma
tig stillevens van Coorte boven wa
ter gekomen. Vorig jaar nog werd
een verloren gewaand schilderij in
Duitsland teruggevonden.
Bij de expositie in Den Haag is een
fraai boekwerk verschenen, dat on
der meer een actuele oeuvrecatalo-
gus bevat. Samensteller Quentin
Buvelot, conservator van het Mau
ritshuis, gaat ook in op leven en
werk van Coorte. Hij stelt dat het
'aannemelijk' is dat de schilder in
of nabij Middelburg woonde en
werkte. Eventuele bewijzen zijn
mogelijk verloren gegaan bij het
bombardement op de stad in
1940. Wel is duidelijk dat de mees
te werken van Coorte zich tot
1900 vooral in verzamelingen in
Middelburg en omgeving bevon
den. Een andere aanwijzing is dat
het Sint-Lucasgilde uit de stad ene
'Coorde' rond 1695 een boete op
legde, omdat hij schilderijen had
verkocht zonder lid te zijn van het
plaatselijke schildersgilde.
Coorte kreeg zijn opleiding waar
schijnlijk in Amsterdam, bij de 'vo
gelschilder' Melchior d'Hondecoe-
ter (1636-1695). Zijn vroegste schil
derijen, uit 1683, vertonen opmer
kelijke overeenkomsten met die
van zijn veronderstelde leermees
ter. Vanaf 1684 legde Coorte zich
volledig toe op het stilleven. Aan
vankelijk waren dat composities
met relatief veel voorwerpen uitge
stald in een nis, zoals het vanitas-
stilleven (1688) uit de collectie van
het Zeeuws Museum, dat een pro
minente plek op de tentoonstel
ling in Den Haag heeft gekregen.
Later wordt het werk van Coorte
soberder, met minder voorwerpen
en ontdaan van symboliek. Fruit,
groenten en schelpen groeiden uit
tot de vaste thema's. Het formaat
werd ook beduidend kleiner. In
het Mauritshuis valt in eerste in
stantie op hoe klein de 'schilderij
tjes' - het museum gebruikt het
verkleinwoord zelf - zijn, maar
daarna treft toch vooral de kwali
teit, de uitzonderlijke detaillering
en de schoonheid.
De grote kleine meester, zo wordt
Coorte dan ook omschreven. Elk
getoond stilleven op de expositie
levert daarvoor het bewijs. Ook al
is het stramien steeds hetzelfde -
vruchten of anderszins afgebeeld
op een gebutst stenen tafelblad,
theatraal belicht tegen een donke
re achtergrond - keer op keer valt
op hoe subtiel de lichtval is en hoe
elke druif, aardbei, bes, asperge,
schelp of wat dan ook afzonderlijk
tot leven komt. Coorte dwingt de
toeschouwer telkens weer tot nóg
beter kijken.
De schilder hanteerde een werk
wijze die in zijn tijd zeer ongebrui
kelijk was: de marouflé-techniek.
Hij werkte niet rechtstreeks op
doek of paneel, maar schilderde
op papier, dat op een drager werd
geplakt. Mogelijk maakte Coorte
ter voorbereiding eerst tekeningen
of waterverfschetsen, die hij op pa
neel of doek plakte waarna hij er
overheen schilderde.
De gebruikte techniek had in elk
geval een prachtige ontdekking tot
gevolg. Toen in 2006 het papier
van Stilleven met twee perziken en
een vlinder (circa 1693-1695) werd
losgehaald van het paneel, bleek
de schilder een vel papier te heb
ben gebruikt dat afkomstig is uit
de boekhouding van een (Zeeuw
se?) koopman uit vermoedelijk de
eerste helft van de zeventiende
eeuw. Zelfs diens naam is leesbaar:
Wolfert Willems. In het Maurits
huis wordt het stilleven zo ge
toond dat ook de achterzijde van
het papier zichtbaar is. Het is een
van de hoogtepunten van een gro
te kleine tentoonstelling.
1^1 'Ode aan Coorte', t/m 8 juni in het
Mauritshuis, Korte Vijverberg 8,
Den Haag. Geopend: di. t/m za.
10.00-17.00 uur, zon- en feestda
gen 11.00-17.00 uur.
Catalogus: Quentin Buvelot,
'Adriaen Coorte', 144 pagina's,
Waanders Uitgevers.
Adriaen Coorte: Stilleven met schelpen, 1697. Papier op paneel, 17,2 x 22,2 cm, particuliere verzameling.