n spectrum
'Ik zag een Dame
in het wit gekleed'
PZC
Zaterdag 16 februari 2008
Bedevaartstad Lourdes
Ongeveer 6 miljoen mensen
brengen jaarlijks een bezoek
aan Lourdes, de bedevaart-
stad (17.000 inwoners) aan
de voet van de Franse Pyre
neeën.
De grot van de Mariaverschij-
ningen ligt in het Heiligdom,
een terrein van 19 hectare
aan de rand van de stad.
Boven de grot zijn drie ker
ken gebouwd, de Basiliek
van de Onbevlekte Ontvange
nis, de Crypte en de Rozen
krans Basiliek. De Pius X, een
ondergrondse kerk in het
Heiligdom, biedt plaats aan
20.000 tot 25.000 mensen.
Zieke bedevaartgangers wor
den door vrijwilligers opge
vangen in het Accueil Notre
Dame, een zorgcentrum met
negenhonderd bedden.
De bedevaartgangers bran
den jaarlijks in Lourdes voor
700.000 kilo aan kaarsen en
verbruiken 10 miljoen liter
Lourdeswater. Ongeveer
400.000 mensen nemen tij
dens hun bedevaart een bad
in Lourdeswater.
In het jubileumjaar 2008,
150 jaar na de eerste Maria-
verschijningen, zal het aantal
bezoekers naar verwachting
oplopen tot 8 miljoen.
wonder
maar vooral de vele Italianen die de stad
bevolken. Midden in een winkelstraat
staan twee vrouwen met gevouwen han
den en gesloten ogen, terwijl een geeste
lijke met hen meebidt. Elders geven pries
ters de zegen over de Lourdesartikelen, die
met tassen vol mee naar huis gaan.
Het heiligdom van Lourdes, het
omheinde stadsdeel bij de grot,
stroomt op de herdenkingsdag
al vroeg vol met bedevaartgan
gers. Bij de kraantjes met bronwater lopen
mensen af en aan met flesjes, plastic Maria-
beeldjes en jerrycans. In de vroege och
tend staan een handjevol mannen en hon
derden vrouwen opgesteld bij de Lourdes-
baden, urenlang wachtend om zich te la
ten onderdompelen in het koude bronwa
ter. Hulpbehoevende en bedlegerige Lour-
desgangers zijn er zo vroeg in het jaar nog
nauwelijks, omdat de bekende ziekenbede
vaarten pas over twee maanden beginnen.
In een lange rijen schuifelen pelgrims voet
je voor voetje naar de beroemde nis in de
rotswand. Sommigen kussen het gesteen
te, maar iedereen raakt de wand met de
handen aan of strijkt erlangs met doekjes,
brieven, flesjes Lourdeswater, kaarsen, ro
zenkransen en volle tassen. Anderen kij
ken toe vanaf bankjes, prevelen schietge
bedjes of zitten geknield op het asfalt, in
vervoering opkijkend naar het Mariabeeld
boven de grot.
'Deze kaars zet uw gebed voort', luidt het
opschrift op de stalletjes waar duizenden
kaarsen branden, met daarbij ook twee me
ter lange knotsen van bijna too kilo.
's Avonds dansen duizenden kaarsenvlam
metjes over de lanen van het heiligdom tij
dens de lichtprocessie, met voorop een
door acht mannen gedragen Mariabeeld.
Uit de luidsprekers schallen gebeden en
het gezang van het Ave Maria.
Bij de poort van het heiligdom gaat de de
votie abrupt over in commercie. Winkel
na winkel, straat na straat, heeft het won
der van Lourdes de gestalte van koopwaar.
Van kaarsen, heiligenbeeldjes, medaillons,
rozenkransen en kruisjes tot Lourdespop-
petjes, Lourdeshanddoeken, -vaasjes, -pe
permuntjes, -chocolaatjes en -babbelaars.
„Er is veel kritiek op de commercie", weet
Jeanne Labourie, eigenares van Hotel Glo
ria, een van de ruim tweehonderd hotels
in het 17.000 zielen tellende stadje. „Maar
u moet dat in het juiste licht zien. Lourdes
maakt op mensen zo'n diepe indruk, dat
ze een herinnering mee naar huis willen
nemen. Heeft u gezien hoe druk het in de
winkels is? Er zijn er niet te veel, maar eer
der nog te weinig."
VNB-medewerkster Nicolien Hendriks
stoort zich evenmin aan de talloze souve
nirwinkels. „Als die er niet waren, zouden
mensen stukken steen uit de grot gaan hak
ken. Dan is dit nog altijd beter."
's Avonds komt in het vriendinnenclubje
van Jeanne Maes de vraag op tafel of Maria
150 jaar geleden echt verschenen is aan Ber
nadette. „Of het waar is of niet, het is onge
looflijk dat één meisje dit alles voor elkaar
heeft gekregen", zegt de Rotterdamse Pat
Bru. „Dat is toch een wonder?"
De herinneringen van de
14-jarige Bernadette
Soubirous aan haar
Mariaverschijningen zijn te
lezen in Brieven van Bernadette.
Dit boek verscheen onlangs
in vertaling en met
commentaar van theoloog
en kerkjurist Patrick
Chatelion Counet.
Op donderdag 11 februa
ri 1858 gaat de 14-jari-
ge Bernadette Soubi
rous met enkele vrien
dinnen hout sprokke
len in de bossen bij Lourdes. Bij een
grot stopt ze om haar schoenen uit te
trekken en een rivier over te steken.
Net toen ik daarmee begon, hoorde ik
een geluid. Ik draaide me in de richting
van het veld; de bomen bewogen in het
geheel niet. Ik ging door met mijn schoe
nen uit te trekken; toen hoorde ik het
zelfde geluid. Ik tilde mijn hoofd op
naar de grot. Ik zag een Dame in het
wit gekleed: zij droeg een witte jurk met
een blauwe ceintuur en ze had een gele
roos op elke voet, de kleur van het snoer
van haar rozenkrans.
Bernadette schreef dit drie jaar later
aan pater Ferdinand Gondrand, een
priester die in Lourdes in retraite was
en benieuwd was naar haar herinne
ringen van de verschijningen. Haar
relaas is te lezen in het boek Brieven
van Bernadette, dat verscheen in verta
ling en met commentaar van de Nij
meegse theoloog en kerkjurist Patrick
Chatelion Counet (Meersen, 1954).
Hij nam in zijn boek bijna honderd
brieven op die Bernadette schreef
aan haar familie, pelgrims, paters, bis
schoppen en de paus.
Bernadette maakt melding van acht
tien verschijningen, de laatste op vrij
dag 16 juli 1858. Ze vertelt dat de won
derlijke gedaante zich aan haar be
kend maakt als 'de onbevlekte ont
vangenis'. Na de eerste verschijnin
gen loopt het aantal bezoekers bij de
grot al snel op tot vele duizenden, die
in vervoering raken door wat Berna
dette lijkt te aanschouwen. Maar die
soms ook teleurgesteld reageren als
ze het meisje slechts in trance de ro
zenkrans zien bidden. Ook komt het
voor dat tekenen of mededelingen
uitblijven. „Ze glimlachte slechts",
vertelt ze na een bezoek aan de grot.
De politie ondervraagt Bernadette en
hoort getuigen. De kerkelijke autori
teiten stellen een onderzoek in. Keer
op keer vertelt ze wat ze heeft waar
genomen en ze houdt voet bij stuk.
Uiteindelijk worden de Mariaverschij
ningen officieel erkend en wordt be
sloten een kapel bij de grot te bou
wen. In 1866 gaat Bernadette weg uit
Lourdes om in te treden in het kloos
ter van de zusters van barmhartig
heid in Nevers. Ze is 33 jaar als ze
daar in 1879 overlijdt aan tuberculose.
In 1933 wordt ze door paus Pius XI
heilig verklaard. Haar lichaam ligt op
gebaard in de kapel van het klooster
Saint-Giidard in Nevers.
Het was op die plek dat Patrick Chate
lion Counet gefascineerd raakte door
Bernadette Soubirous. Tijdens een
fietsvakantie door Frankrijk hoorde
hij op doorreis in Nevers toevallig
dat zij daar ligt opgebaard in de ka
pel. Een bezoek aan de kapel maakte
grote indruk. 'Toen ik haar zag, in ha
bijt, de handen in gebed voor haar
borst, sloeg ik spontaan een kruis,
wat ik al een tijd niet meer gedaan
had', meldt hij in zijn boek. 'We staar
den een tijdje naar het wasbleke ge
laat van Bernadette, en net toen we
eerbiedig weer wilden vertrekken,
had ik het gevoel thuis te komen'.
Hij bracht meerdere malen een be
zoek aan Lourdes en besloot tot zijn
onderzoek naar de brieven van Berna
dette. „Ja, ik geloof Bernadette", zegt
hij. „Ze is een authentieke persoon
lijkheid. Er schuilt in haar geen be
drog. Hoe grondig ze ook is onder
vraagd, ze is altijd tot in detail bij
haar verhaal gebleven en was daarin
volstrekt onbeïnvloedbaar. Bernadet
te is uitgemaakt voor hysterica, fantas
te, ziekelijk bedriegster, een willoos
instrument in de handen van een pro
paganda zoekende kerk. Vaak zijn
het rationalisaties om het mysterie te
ontkennen. Het werkelijke mysterie
is dat we nooit tot de kern zelf kun
nen doordringen. Wat Bernadette
heeft ervaren, is echt en tegelijk on
verklaarbaar."
Brieven van Bernadette. Vertaald en be
commentarieerd door Patrick Chate
lion Counet. Uitgegeven door de Ka
tholieke Bijbelstichting in Den Bosch.
Bernadette Soubirous, zoals ze ligt opgebaard in de kapel van het klooster
Saint-Gildard in Nevers.