Pottelillen, wat is
dat in vredesnaam?
ii spectrum
ijitdtt.ice' inénwkb 'tJhrnrf<ft a»imf *1 ti*€t uwiifil ram
^uxApitb htkhdlntof vUuwi iïgirmit itttnna'^ttt\ini»titr-n«uri*ö boi* yfouiu
.rm^al^4t«&^on^cïfa«^^forfiétxeJü&wg mokfcn -_n-c -
W#?:£w«w^C<rScUl«->£«^^
«cfc arimf C. rSk rio.ro *4 *f™ tT,m
«nf.C.uW done WcMfwunw# 4uter.nl ™"r™
nu t èmeftiw^ tmia «frnmtma Ugna fotwr^muh- «Si^jnnapiBi'fV
^{vUkMiw ..C SHttma1
,mnf -tiI'tr:1 g"r- i»if J-.tnokftait vtinfcir.' «fttftt dl er Mant ttur
"Jrtód- V>o«»<Wwnw-sPr*'Km,w - - --■
rfcwïï mrV^'Vï* *•-"> iS» mcarmrn y
Oud-Sabbinge viert
het hele jaar feest
PZC
Zaterdag 16 februari 2008
l fÉra%Urtt^rT^K^ss ««ftmimii»;4>-i?;ui
m
it ,p*$f
ptéumm+xiin
Hierboven de oudste oorkonde waarin Sabbinge (rechtsonder) wordt vermeld, gedateerd
13 februari 1208. Een samenvatting van de oorkonde:
Willelmu s, graaf van Ho llandia, en Aleidis, zijne echtgenoot, schelden aan abt Arnoldus en het
klooster te Middelburg, in plaats van de gift van 64 pond, hun door 's graven moeder bij haar
dood besproken, kwijt de 5 mark, die graaf Theodericus jaarlijks van abt Coszelmus uit de
tienden van Gerbarsnesse, Synoudeskerke en Verschenvliet ontving, met bevestiging van de gift
betreffende de tienden van Caths, Welle, Schotlingekerke en Campen. Datum Middelburg anno
Verbi incarnati MCCVIII idus (sic) Februarii indictione XII//.
bron Zeeuws Archief, Archief Onze Lieve Vrouwe Abdij, regestnr. 11
PZC Donja Odijk
De festiviteiten rond het
8oo-jarig bestaan van Oud-
Sabbinge beginnen vanavond
met een Bourgondische maal
tijd in het dorpshuis De Griffi
oen in Wolphaartsdijk. Een
van de gasten is prof. dr. P. A.
Henderikx. Hij vertelt over de
ontstaansgeschiedenis van
het dorp. Tijdens de feest
avond worden films vertoond
met beelden van het Oud-Sab-
binge van vroeger.
Zaterdag 28 juni verzamelen
de dorpsbewoners zich rond
de barbecue en wordt een his
torische speurtocht voor de
kinderen uitgezet. Tussen de
bedrijven door geeft het mu
ziekgezelschap EMM/ Adven-
do op de Ring een zomercon-
cert.
Op vrijdag 25 juli is er een reü
nie voor (oud-) inwoners van
Oud-Sabbinge. Tijdens die
reünie wordt het wereldkam
pioenschap© pottelillen ge
houden, een spel dat vroeger
vaak door de schooljeugd
werd gespeeld, 's Avonds is er
muziek en kan er worden ge
danst.
Zaterdag 27 juli is de Dag van
't Ouweland. Dan zijn er - net
als in de voorgaande jaren -
tal van activiteiten in het
dorp.
In het kader van de viering
van het 800-jarig bestaan kun
nen de inwoners van
Oud-Sabbinge het hele jaar
vanaf het vliegveld Mid
den-Zeeland tegen een gere
duceerd tarief een rondvlucht
maken boven Oud-Sabbinge
en omgeving.
Een heus wereldkampioenschap in
Oud-Sabbinge! Ze doen het straks in
het feestvierende dorp niet voor
minder. Of er veel buitenlandse deelne
mers aan de kute verschijnen, wordt ook
te Oud-Sabbinge ernstig betwijfeld, maar
dat kan ze helemaal niks schelen: een WK
is een WK.
Pottelillen - wat is dat in vredesnaam? Het
internet biedt nauwelijks uitkomst, maar
Kees Kramer (vijftig jaar, stafmedewerker
van het ziekenhuis in Oostburg) weet er al
les van. Toen hij tien, twaalf jaar oud was
en nog in Oud-Sabbinge woonde, speelde
hij het vaak met zijn vriendjes op het
schoolplein. Veel was er voor zo'n potje
pottelillen niet nodig: twee stoeptegels of
twee stenen, een slaghout en een klein
houtje. Dat houtje werd overdwars tussen
de tegels of stenen (de kute) gelegd en
moest zó worden weggezwiept dat het
door de tegenpartij niet kon worden opge
vangen. Dat klinkt simpeler dan het was.
Vaak ook moest het houtje uit de losse
pols worden opgegooid en weggeslagen.
Het moeilijkst was het kopjetikken. Daarbij
diende het houtje schuin tegen de 'kute' te
worden geplaatst, met het slaghout wor
den opgewipt en vervolgens met een fer
me klap worden weggemept.
Weken achtereen speelden ze het destijds.
En dan was het plots weer over; net zoals
het knikkertijd en toltijd was, brak van de
ene op de andere dag ook de pottelillentijd
aan. Denk er niet te gering over. Een geoe
fende pottelillerer beschikte behalve over
een goed slaghout ('een goede grip, niet te
licht, je moest er een flinke klap mee kun
nen geven'), over techniek, timing én in
zicht. De jongens van De Kam waren er
zeer bedreven in. En die van Nijsse kon
den er ook wat van. En Kees Kramer zelf?
„Ach", zegt hij bescheiden, „ik kon redelijk
meekomen." Hij zal er, tijdens dat WK in
Oud-Sabbinge, vrijwel zeker bij zijn.
„Maar het is achtendertig jaar geleden dat
ik het voor het laatst heb gespeeld. Ik zal
dus nog een beetje moeten trainen."