u 9 spectrum mekaar niet meer zo nodig, hè?' Waarom JP vandaag ontbreekt PZC Zaterdag 16 februari 2008 an mekaar verknocht." het stoomgemaal De Piet? „Daar had je een haven en daar kwa men de schepen om de suiker peeën, vlas, stro en aardappelen. En dat moest mijn vader allemaal wegen." Armoe was het. Veel rijst met stokvis ('dat was echte ar- beiderskost') gegeten en soms kon er wel eens wat spek vanaf. Maar ach, ze waren allemaal arm in Oud-Sabbinge. Alleen de mole naar, de smid en een paar boeren in de polder, 'die hadden aardig geld'. „Haast iedere arbeider had een geit. Maar als die geit een jaar of vier was en een paar keer had gelammerd, was ze versleten. D'r woonde hier op het dorp iemand waar je je ouwe geit naar toe kon brengen en dan aten we wel eens geitenvlees, zo taai als een lint na tuurlijk." Arjaan Nijsse was een jongsje van veertien toen hij naar 'f Egbertje (de Egbert Petruspolder) werd ge stuurd om op het land te gaan werken. Later werd hij paarden knecht en nog veel later zou hij orgelbouwer worden. Hij huwde Adri (ze overleed in 1999 aan 'de gevreesde ziekte') en kreeg twee zoons en twee dochters. Denk niet dat er op Oud-Sabbinge nooit iets bijzonders gebeurde. Hij zag de snoepwinkel van Piet van Strien in vlammen opgaan, weet nog dat de molen van Van Oeveren afbrandde en weer later de hofstee van Leen Sanderse. „Dat was spektakel." De pendule slaat elf slagen. Ar jaan Nijsse vertelt hoe hij de ogen uit zijn öötje keek, toen de eerste auto (een T-Fordje) het dorp bin nenreed en hoe hij voor het eerst kennismaakte met het wonder dat radio heette; klompenkapper Keesje Almekinders had er een gekocht - 'zo'n grote kast met een enorme hoorn erop'. De klom penkapper sjouwde het apparaat naar het schooltje om voor de kin deren een kleine demonstratie te verzorgen. De teleurstelling was groot: er klonk slechts gekraak in het schoollokaal. Arjaan Nijsse zag vanachter het raam aan de Ring veel op het dorp veranderen. Schooltje weg, winkeltjes weg, veel van de arbei dershuisjes van destijds werden verbouwd en worden nu be woond door 'import', en 'die mensen zijn meer op d'r eigen'. „Ze zijn allemaal vriendelijk hoor, maar vroeger was je meer aan mekaar verknocht." En weet je hoe dat komt? De fietsen kwa men, de brommers en de auto's. Als je nu suiker nodig hebt, ga je even naar de supermarkt in Wolphaartsdijk, toen klopte je bij de buren aan. „Je hebt mekaar niet meer zo nodig, hè?" Door de Prins Bernhardstraat gaat een man met een hondje. Op de Ring voetballen twee paar jongetjes. Verder: stilte alom. Voorzitter Jan Murre van het co mité Dag van 't Ouweland: „Als hier drie of vier auto's achter me kaar door de straat rijden, denk je: verrek, zou er wat aan de hand zijn?" Medebestuurslid René Nijs se: „Je kunt hier bij wijze van spreken 's nachts nog gewoon de achterdeur van het slot laten." Zou-ie komen, of zou-ie niet komen? Vandaag be ginnen de festiviteiten rond het 800-jarig bestaan van Oud-Sabbinge. Het feestcomité maakt er veel werk van en stuurde ook een uit nodiging naar minister-president Jan Peter Balkenende. Die heeft tenslotte nauwe banden met het welgeteld 229 inwoners tellende dorp; zijn overgrootouders woon den er op hofstee Ravenstein, zijn moeder bracht er een groot deel van haar jeugdjaren door. Lange tijd verkeerde het feestcomité in onzekerheid of het de minis ter-president vandaag als eregast zou kunnen verwelkomen. He laas, hij is verhinderd wegens een verblijf op de Antillen. Een ding weten ze zeker in Oud-Sabbinge: JP was uitermate vereerd toen hij de convocatie openscheurde. Comitévoorzitter Jan Murre: „Hij belde zijn moeder op en zei: 'Moet jij eens raden door wie ik ben uitgenodigd'."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 139