amilie Het belang van de burgertrut Fitness in je bovenkamer Notoire jokkebrokken Leve de burgertruf 1 8 I Vrijdag 15 februari 2008 PZC OPVOEDEN door Annie de Vreugd Zeven miljoen mensen keken bijna twee weken geleden naar het programma van Peter R. de Vries over de ver dwijning van Natalee Holloway. Heel Nederland viel van zijn stoel bij het zien van de beelden die gemaakt waren met een verborgen camera. Joran van der Sloot ontpopte zich als een gevoelloze leugenaar. Zijn moeder had hem om zijn leugens al eens in therapie gestuurd, wist een krant te melden. Maar dat bleek niet veel te hebben geholpen. Er zullen die dag zeker ouders zijn geweest die nog eens kri tisch naar hun eigen kind hebben gekeken. Dat jokt ook nogal eens en kletst maar wat raak. Is die lieve jokkebrok aan het uit groeien tot een pathologische leugenaar? Liegen doet iedereen wel eens en om uiteenlopende redenen. „De poes heeft mijn glas omgegooid", roept Marije, terwijl ze weet dat moeder zag dat zij zelf tegen het glas stootte toen ze een viltstift wilde pakken. Ze bedoelt ermee te zeggen dat ze het glas niet om wilde stoten, dat ze het niet expres deed. „Ik heb een acht voor mijn proefwerk", pocht Maarten, terwijl het blaadje met een dikke onvol doende in zijn broekzak brandt. De waarheid is te erg, of hij pro beert straf te ontlopen omdat hij niet had geleerd. „Ik ben al drie keer van de hoge glijbaan geweest", spreekt Cynthia zichzelf moed in om het toch eens te gaan proberen. „Ik heb gisteren de hele middag met mijn vader in het diepe gezwommen", jokt Wouter uit puur zelfbehoud. Hij wil voor komen dat anderen hem stom vinden omdat hij nog niet kan zwemmen. Praat met kind over de achterliggende reden van het liegen illustratie Eliane Duvekot Het is niet altijd handig de waarheid te spreken. Een vriend verlinken doe je niet. Of neem het kind dat tegen oma zegt dat hij het verjaardagscadeautje erg mooi vindt, terwijl hij zijn teleurstelling haast niet kan bedwingen. Maar hij weet dat oma weinig geld heeft, dus zegt hij dat niet. Mensen die altijd de waarheid spreken, nooit een blad voor de mond nemen en gewoon zeggen waar het op staat, maken niet veel vrienden. Ze kwetsen zoveel mensen om zich heen, dat ze vaak eenzaam door het leven gaan. Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich mensen die altijd zeggen wat een ander wil horen. Dan ben je een leugenaar van jezelf en ook dat is niet erg heil zaam. Van nooit liegen tot al tijd liegen, is een glij dende schaal. Ergens daartussenin voelen de meeste mensen zich het prettigst. jonge kinderen tot onge veer 6 jaar kunnen nog geen onderscheid maken ujs tussen werkelijkheid en fantasie. Zij kunnen daar om de werkelijkheid geen ge weld aandoen, zij liegen niet be wust. Ouders doen daar vaak nog een schepje bovenop. Kijk maar naar de tijd rond sinterklaas. Ouders liegen dan alles aan elkaar over zwarte Pieten die door schoorstenen kruipen. Vanaf ongeveer 6, 7 jaar begint een kind het onderscheid tus sen fantasie en werkelijkheid te maken. Dan moet hij leren dat liegen niet mag, mits hij daar een heel goede reden voor heeft. Eenmaal volwassen is pathologisch liegen moeilijk te behande len. Liegen moeten we dus al in de kindertijd indammen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat kinderen vooral liegen om straf te ontlopen. Ouders spelen daarom bij lieggedrag van hun kind een belangrijke rol. Als een kind weet dat hij straf krijgt als hij de waarheid vertelt, is het heel aan trekkelijk om te liegen. Het ontlopen van straf is de beloning voor zijn ongewenste gedrag en hij zal steeds vaker liegen. We kunnen liegen ontmoedigen door thuis een open sfeer te creë ren, waarin de waarheid kan en mag worden verteld. Ook al is die nog zo erg. Als ouders vinden dat 'eens een leugenaar al tijd een leugenaar' is, is het vertrouwen wederzijds weg en heeft het kind niets meer te verliezen. Heel strenge ouders die erg veel straffen, lopen het grootste ri sico dat hun kind zijn toevlucht neemt tot liegen om geen straf te krijgen. Het kind zal steeds meer leugens nodig heb ben om gaten in de vorige leugen te dichten. Hij moet leren be grijpen dat hij met liegen in een neerwaartse spiraal terecht komt en dat een leugen slechts een tijdelijke oplossing is voor een probleem. Het is daarom verstandig het met het kind niet zozeer over liegen te hebben, maar over de achterliggende re den waarom hij liegt. turiuoi-ujfi iv ortfi' K: De Nederlandse moederschapscultuur ligt onder vuur. Vrouwen moeten meer werken, vindt het kabinet. Liefst fulltime, voegen powerfeministen er aan toe. In Leve de burgertrut neemt Fleur Jurgens het op voor moeders die bewust parttime werken of thuisblijfmoeder worden. door Corine van Zuthem illustratie Aleid Landeweerd Dat ze zelf vol overgave voor een 'burgertrut- tenbestaan' zou kie zen, had filosofe en freelancejournalist Fleur Jurgens (1972) pakweg tien jaar geleden niet gedacht. „Ik ben opgevoed met het idee dat man nen en vrouwen hetzelfde zijn en dat het moederschap je niet hoeft te beïnvloeden of te belemmeren. Je kunt gewoon blijven doen waar je zin in hebt. Je kunt blijven wer ken, je kunt blijven joggen. Je kunt met een baby bij wijze van spre ken een wereldreis maken. Het sprak vanzelf dat ik na de komst van mijn kind mijn individualis tische leven vol zelfontplooiing ge woon zou voortzetten. Pas toen mijn dochter er was, besefte ik wat een enorme omwenteling ze in mijn leven teweegbracht." Toch bleef Jurgens werken, vier da gen per week, tot de oudste school- rijp was. „Opeens vond ik het niet leuk meer. Ik wilde er voor mijn dochter zijn als ze uit school kwam. Het ging me steeds vaker aan het hart mijn zoontje naar de crèche te brengen. Ik zegde mijn baan op en ging freelancen. Dat ik een man heb met een stabiel inko men scheelde natuurlijk ook." Zo werd ze een burgertrut, zoals ze het zelf noemt, en schreef er een boek over. Onder schooltijd en in de avonduren. Leve de burger trut gaat over het belang van een stabiel gezinsleven. Jurgens pleit voor herwaardering van huiselijke waarden en plaatst de 'hardnekki ge' Nederlandse moederschapside ologie in een historisch perspec tief „Het traditionele anderhalfver- dienersmodel past in onze burger lijke cultuur. Huiselijkheid en ge zin speelden vanaf de Gouden Eeuw een belangrijke rol in hoe de samenleving georganiseerd was. Een burgertrut is het cement van een welvarende samenleving." Op de cover van je boek sta je afge beeld met je zoon en dochter, terwijl FLEUR JURGENS Fleur Jurgens - Fleur Jurgens (1972) is filosoof en freelancejournalist. Ze schrijft onder meer columns voor HP/De Tijd. Eerder ver scheen van haar Het Marokka- nendrama, een verontrustend portret van de nieuwe Marok kaanse onderklasse. Momen teel is ze bezig met haar derde boek, een roman. Ze is ge trouwd, heeft twee kinderen en is zwanger van de derde. Ze woont in Amsterdam. je demonstratief een enorme theepot omhoog houdt... „Tja, wie om half vier met de thee klaarzit, wordt tegenwoordig voor gek verklaard. Je mag er niet voor uitkomen dat je het gewoon leuk vindt je kind van school te halen. Ik vond het prikkelend dat stand punt op de cover enigszins te over trekken. Maar het is waar, het moe derschap wordt geminacht, want het is een lastig obstakel voor de ar beidsparticipatie van vrouwen." Die moeders moeten aan het werk, vindt het kabinet... „Het kabinet houdt er een dubbe le moraal op na. Vrouwen moeten meer werken, wordt steeds geroe pen. Liefst fulltime, alleen dan kunnen we de gevolgen van de ver grijzing opvangen. Ook de Emanci patienota van minister Plasterk is daarvan doortrokken. Tegelijker tijd wordt er een beschavingsoffen sief ingezet om de morele verloede ring tegen te gaan. Ouders moeten hun kinderen weer gaan opvoe den en ze aanspreken op ontoelaat baar gedrag, zegt het kabinet. Nou, dan moet je die ouders daar wèl de ruimte voor bieden. „Er wordt gedaan alsof Nederland se vrouwen met hun deeltijdbaan allemaal lui zijn en geen zin heb ben. Maar ik denk dat Nederland se moeders ontzettend bereid zijn te werken en zich in te zetten voor de economie en de samenleving. Dat blijkt ook uit de cijfers. De eco nomische groei van de afgelopen tien jaar is vooral te danken aan jonge vrouwen die parttime wer ken. Het kabinet gaat voorbij aan wat moderne Nederlandse moe ders werkelijk willen: hun eigen kinderen opvoeden én daarnaast Breinspelletjes zijn razend populair. Menigeen bijt zich niet alleen voor de pret vast in hersenkrakers, maar wil zo ook mentaal fit blijven. door Will Gerritsen illustratie GPD AKTN. Makkie! KANT. OfTANK. En: URDM. Tja... Och ja! DRUM. AEPG? Poeh, eh. PA GE. IBJR. JIBR? BJIR? RJIB is niks! Wat nu? De tijd raakt op! Wacht eens... BRIJ. Hèhè. Mijn bovenkamer kraakt even in al zijn voegen als ik het anagram spelletje op de website speel. Dit is braintraining. Ofwel hersengym. Breinjoggen. Mentale fitness. Be grippen voor virtuele denkspelle tjes, die de laatste tijd razend po pulair zijn geworden. Een logische ontwikkeling, meent Robert Bolhuis. Hij is bedenker (en baas) van Neurocampus.nl, een website barstensvol breinspel letjes. Taalspelletjes, inzichtpuz zels, geheugenoefeningen, cijferkra- kers. Bolhuis: „We doen in Neder land van alles om gezond te blij ven. Fietsen, wandelen, sporten. Anderhalfjaar geleden zag je de trend ontstaan dat mensen daar naast aan geestelijke fitness willen doen. De populariteit van Brain Training, bestseller voor de Ninten do DS gameconsole, was een van de signalen 'hiervan. Ik mérkte dat hersentraining ook in mijn eigen omgeving leeft. Ouders, oma's, opa's, vrienden, ikzelf. We willen allemaal geestelijk bezig blijven." Met denkspelletjes prikkel je de hersenen. Bolhuis vergelijkt dat met sport: onzichtbare biceps kun je met harde training oppompen tot imposante spierballen. Zonder sport of beweging degenereren je spieren tot slappe pudding. „Vroe ger dacht men dat hersenen een soort ladekast zijn. Vol met map pen: je geheugen. Hersenen zijn statisch, je hebt wat je hebt. Nu weten we dat hersenen zich wél kunnen ontwikkelen. Maar dan moet je ze wel blijven prikkelen." Natuurlijk kun je ook zonder denkoefeningen geestelijk in vorm blijven, erkent hij. „Ik denk dat op weg naar het zuiden dwars door "liimm rci vW. trfVrr

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 18