Kruitvat Oöst-Timo li i I t 1 0 j Dinsdag 12 februari 2008 PZC De geweren spreken nog Nog maar zes jaar geleden maakte Oost-Timor een nieuwe start. Inmiddels lijkt de hoop te vervliegen. De diepe armoede blijft en het volk verliest zijn geduld. Een nieuwe periode van geweld lijkt zich aan te dienen met de aanslagen op de president en de premier van het land. door John jas en Esther de Jong foto Firdia Lisnawati/AP Geweld is een oude bekende in Oost-Ti- mor. Indonesië be zette het land in 1975 en in de jaren die volgden, verloren ongeveer ïoo.ooo mensen het leven. Ook sinds de onafhankelijkheid, in 2002, hebben de geweren regelma tig gesproken. Ondanks veel hulp van de Verenig de Naties kan het jonge staatje nog nauwelijks op eigen benen staan. De couppoging gisterochtend van rebellen vestigt de aandacht op veel kwesties die nog niet zijn op gelost. De economie is een drama, er is grote armoede, het onderwijs is slecht en er is geen zicht op een betere toekomst. De kiem van het geweld van giste ren lijkt te zijn gezaaid toen een groep van zeshonderd soldaten in april 2006 uit het leger werd gezet. De militairen hadden een aan klacht ingediend omdat zij zich ge discrimineerd voelden. Mensen uit het oosten van het land zouden in het leger worden bevoordeeld bo ven mensen uit het westen. Het was een etnische kwestie die uit liep op muiterij. Er vielen 37 do den en 155.000 mensen sloegen op de vlucht. Onder de rebellerende militairen zat de man die nu wordt verdacht van de aanslag op zowel president Ramos-Horta, als op premier Xa nana Gusmao. Zijn naam is Alfre do Reinado. Hij kwam gisteren zelf om het leven toen hij met een groep aanhangers de aanslagen pleegde. Reinado zou volgens sommige des kundigen een speelbal zijn ge weest tussen de huidige premier en diens voorganger Mari Alkatiri. Deze politieke rivalen zijn als wa ter en vuur. De politiek in Oost-Ti- mor is uitermate gepolariseerd. An deren betitelen Reinado als onge leid projectiel. Een groot deel van de bevolking van Oost-Timor is hoe dan ook zwaar teleurgesteld in de eigen po litici. Het ongeduld is immens in het armste land van Azië, waar het gemiddelde jaarinkomen iets meer dan 500 euro is. „De bevolking vindt haar leiders veel te traag bij het ontwikkelen van een strategie om het land te ontwikkelen", zegt Marco Mezzera, wetenschappelijk medewerker van Clingendael, het 'Bevolking vindt leiders te traag bij het ontwikkelen van een strategie' Haagse instituut voor internationa le betrekkingen. Mezzera is zelf meerdere keren in Oost-Timor geweest, onder meer als waarnemer tijdens het referen dum in 1999. „Er is een paar jaar geleden een fonds opgericht waar in de opbrengsten van olie- en gas winning onder de zee bij Timor worden gestort. Er blijkt nu vrij weinig te zijn besteed uit dat fonds, omdat de regering niet lijkt te weten waaraan ze het geld moet besteden. Met als gevolg dat hon derden miljoenen euro's voorals nog ongebruikt worden gelaten." Volgens Mezzarra zijn de VN in 2005 te snel weggegaan uit Oost-Ti- mor en is dat een extra reden waar door de ontwikkeling stokt, ook al is de organisatie teruggekeerd na de gewelddadigheden in 2006. „Daarnaast heeft de politiek geen werk gemaakt van de reïntegratie van de strijders die tientallen jaren tegen de Indonesiërs vochten. Er zijn ook nog eens veel gewapende jongerenbendes die zich niets aan trekken van wetten." Er bestaat dus een explosieve mix van onvrede, wapens en wrok op Oost-Timor. De opstelling van de buurlanden Australië en Indone sië lijkt de situatie ook niet te hel pen. Jakarta zou volgens ingewij den stiekem de instabiliteit aan moedigen, zodat het erop kan wij zen dat de regio beter af was met Indonesisch bestuur. Australië wordt op zijn beurt met scheve ogen aangekeken omdat het niet met een bevredigende op lossing komt voor de onduidelijk heid over de oliewinning in de zee tussen de twee landen. Oost-Ti mor mag 90 procent van de in komsten uit een bepaald gebied houden, maar moet ermee ak koord gaan dat andere delen van de zee voor 50 jaar aan Australië toevallen. Volgens ingewijden zal Oost-Ti- mor zonder de buitenlandse troe pen die er nu de orde helpen hand haven 'vervallen in een permanen te staat van chaos, geplaagd door bandieten als Reinardo'. De dood van de rebellenleider kan het land nog verder ontwrichten, meent - John Virgoe van de International Crisis Group, een organisatie die zich wereldwijd inzet voor vrede. „Reinardo had veel bewonderaars, hij werd gezien als iemand die daadwerkelijk vocht voor Oost-Ti mor, als een persoon die opstond tegen de politici die in de afgelo pen jaren niet zo gek veel hebben bereikt." 1974 Anjerrevolutie en demo cratisering in Portugal. Op Oost-Timor wordt proces van dekolonisatie ingezet. I 7 dec. 1975 Indonesië valt Oost-Timor binnen. Eind jaren 80 Indonesisch beleid wordt iets milder. Beperkt toerisme mogelijk. 12 november 1991 Tijdens vreedzame demonstratie worden ongeveer 240 jongeren gedood door Indonesische militairen die zonder waarschu wing het vuur openen. 1996 Nobelprijs voor de Vrede toegekend aan bisschop Belo van Oost-Timor en José Ramos- Horta, vertegenwoordiger van Fretilin-regering in ballingschap. 1970 '75 1980 '85 1990 1 28 november 1975 Onafhankelijkheidsbeweging Fretilin wint eerste algemene verkiezingen en roept de onafhankelijkheid uit. 1998 Machtswisseling in Indonesië. Verenigde Naties bereiden referendum voor over onafhankelijkheid of aansluiting bij Indonesië. Militairen patrouilleerden gisteren in de omgeving van Dili, de hoofdstad van Oost-T 16e eeuw Portugal koloniseert Timor. 1942-45 Japanse bezetting. 40-60.000 Timorezen komen om. '45 1945 Portugese bewind hersteld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 10