Meningen
Waterschappen: samengaan of samenwerken?
Allévo ontvangt vandaag het HKZ-keurmerk voor haar totale organisatie
Dit is een groot compliment voor al onze collega's
Daarnaast is dit kwaliteitskeurmerk ook een felicitatie waard
www.allevo.nl
<zz((G\/O
Wij van Allévo zullen er alles aan doen om dit behaalde kwaliteitskeurmerk waar te maken en te behouden.
r
PZC Woensdag 6 februari 2008 9
TE CAST
Willem Sloots is juridisch organisatie
adviseur in Kloetinge
De Zeeuwse waterschappen
moeten fuseren - of niet.
Daar zit kennelijk niets tus
sen. Dat leidt tot een zwart-witkeu-
ze, waarbij altijd één partij zich
verliezer zal voelen. Zeeuws-Vlaan-
deren wil immers niet en Zeeuwse
Eilanden wél samengaan. Die be
perkte keuze valt te betreuren. Im
mers, na fusie van bestuurlijke or
ganisaties duurt het in de regel
een jaar of vier voordat de nieuwe
organisatie zich heeft gezet en zich
weer op de buitenwereld kan
oriënteren. Althans, zo blijkt uit
onderzoek onder een aantal fusie
gemeenten, ook waar dat samen
gaan een vrijwillige keuze was.
Vier verloren jaren, daar moet wel
een forse winst tegenover staan.
Maar de doelstellingen lijken nogal
mager en fusie is zeker niet de eni
ge manier om die te realiseren.
Blijkens deze krant zou een fusie
4,5 miljoen euro per jaar aan be
sparing opleveren. Dat is nog iets
minder dan de hele post Onvoor
zien op de begroting van water
schap Zeeuwse Eilanden. Verder
zouden elk van de bestaande wa
terschappen te klein zijn om des
kundig genoeg te zijn voor hun ta
ken. Maar wat is in dit verband 'te
klein'? Waaraan meet je dat af?
Dat kan niet om hectares of aantal
len inwoners gaan, want die bepa
len niet de aanwezige deskundig
heid binnen een organisatie. Valt
het dan af te meten aan de om
vang van specifieke waterschapsta-
ken? Dan wordt een vergelijking
tussen de schappen in Nederland
wel heel moeilijk, want er zijn in
houdelijk grote verschillen. Wer
ken met zeedijken in dunbevolkt
gebied vergt andere vaardigheden
dan het beheersen van veendijken
rond polders in zeer dichtbevolkt
gebied, zoals binnen het water
schap Amstel, Gooi en Vecht. En
het aantal kilometers dijk en ande
re oeverwering is in Zeeuws-Vlaan-
deren vrijwel evenveel als in het
(optisch veel grotere) waterschap
Brabantse Delta. In Limburg heten
die dijken 'kaden' en is de grootste
zorg de bebouwing van uiterwaar
den.
Maat en schaal in objectieve crite
ria zijn dus maar van beperkt be
lang om er de bestuurskracht van
waterschappen aan af te meten. Ta
ken van waterschappen variëren
nogal. Het hier vertrouwde beheer
door waterschappen van buitenwe
gen komt inderdaad alleen maar
voor in Zeeland en delen van
Zuid-Holland. Sommige water
schappen, zoals Brabantse Delta,
beheren daarentegen weer wel
voor scheepvaart geschikte water
wegen.
Wat niet wegneemt dat de uitvoe
rende taken toch verricht zullen
moeten blijven worden. Een
secretaris/directeur minder is mis
schien mooi, maar er liggen nog
steeds zoveel dijken, zoveel water
lopen en zoveel wegen die onder
houden moeten worden. De zuive-
ringstaak valt toch bezwaarlijk te
concentreren. Het werkgebied
wordt door een fusie niet kleiner
en in dat uitvoerende werk zit de
bulk van de kosten van elk water
schap. Die 5 procent beoogde
winst is dan ook een kwetsbaar
uitgangspunt.
Blijft over de doelstelling om be
stuurskracht te vergroten of ambte
lijke capaciteit te versterken. Dat
kun je op verschillende manieren
realiseren. Anders dan fusie lijkt
geen van die manieren in beeld bij
'Dat vergt creativiteit, een
bredere blik dan de huidige
alles of niets-discussie'
de discussie over de Zeeuwse wa
terschappen. Toch zijn er binnen
bestuurlijk Nederland voorbeel
den te over. Zo heeft bijvoorbeeld
het zeer grote waterschap Amstel,
Gooi en Vecht zijn werkorganisa
tie gebundeld met die van het Am
sterdamse waterleidingbedrijf en
ondergebracht in een nieuwe orga
nisatie, Waternet. De Zeeuwse wa
terschappen hebben ooit gezamen
lijk een laboratorium in stand ge
houden. Dergelijke samenwerking
op onderdelen is gemeengoed in
bestuurlijk Nederland, ook tussen
verschillende typen overheden. In
Harderwijk zit Tricijn, een geza
menlijke organisatie van drie wa
terschappen die zich ook op ge
meenten richt.
Want wie wat verder kijkt dan de
waterschapswereld ziet dat er nog
legio andere mogelijkheden voor
samenwerking en dus krachten
bundeling zijn.
Voor acht Friese gemeenten en
twee gemeenschappelijke regelin
gen heb ik enige tijd terug een keu
zemodel mogen maken voor de be
stuurlijke vormgeving van geza
menlijke Wmo-loketten. De op
dracht was om alle denkbare va
rianten in kaart te brengen, zowel
met als zonder inbreng van ande
ren dan gemeenten. En ook: hou
het bestuurlijk zo simpel mogelijk,
zonder nieuwe bureaucratische la
gen.
Dit betrof een specifieke vraag,
maar die is natuurlijk ook te stel
len voor de bedrijfsonderdelen
van de waterschappen. Denk aan
dat laboratorium, maar ook aan be
lastingheffing, gezamenlijke in
koop en opleidingen.
Bestuurlijk Zeeland treft menig
maal het verwijt geen keuzes te
kunnen maken. Het zoeken naar
varianten tussen wel of geen fusie
van waterschappen is evenwel
geen bestuurlijk compromis, maar
een opdracht om voor een op zich
zelf redelijk vraagstuk een zo goed
mogelijk antwoord te vinden. Dat
vergt creativiteit in plaats van dog
matiek, een bredere blik dan de
huidige alles of niets-discussie.
Een oplossing buiten de gegeven
vraagstelling is daarom nooit een
nederlaag.
Met een discussie over uitsluitend
wel of geen fusie tussen beide wa
terschappen doet Zeeland zichzelf
tekort. Er zal na besluitvorming al
tijd een verliezer overblijven, onge
acht waar het hoofdkantoor van
de beoogde nieuwe organisatie zal
komen. Het verlies van bestuurlij
ke eigenheid - identiteit - mag als
een zacht argument worden be
schouwd, maar zal zeker zijn in
vloed hebben op de periode die de
nieuwe organisatie nodig zal heb
ben om weer op gang te komen.
Niets is zo hard als vermeend zach
te argumenten. Ook dat is in geld
uit te drukken, hoe lastig ook te be
rekenen. En de hoeveelheid feite
lijk waterschapswerk wordt door
een fusie niet kleiner.
Er zijn vele varianten in pu
bliekrechtelijke en privaatrechtelij
ke samenwerkingsvormen denk
baar die zowel de versterking van
de bestuurskracht dichterbij breng
en als de eigen identiteit van beide
waterschappen respecteren. Daar
bij zouden de waterschappen over
de grenzen moeten kijken van
hun eigen organisatievorm. De dis
cussie kan zich dan toespitsen op
die onderwerpen, waar daadwerke
lijk verbeteringen en kostenreduc
tie denkbaar zijn. Nog daargelaten
of dat laatste de belangrijkste
vraag betreft. Kortom, enige creati
viteit in de fusiediscussie is zeker
welkom. Goed kopiëren is wijzer
dan slecht iets nieuws bedenken.
Dit kwaliteitskeurmerk maakt zichtbaar dat Allévo voldoet aan de eisen die vanuit de zorgsector zelf
en die van de cliënten, de overheid en de financiers worden gesteld.
Het behalen van een keurmerk als dit lukt alleen samen.
Een felicitatie voor onze cliënten. Het betekent namelijk dat zij de best
denkbare zorg krijgen van betrokken mensen.
verzorgingshuis-,
verpleeghuis- en
jeugdgezondheidszorg,
alswel diëtiek en uitleen.
ZORG- EN DIENSTVERLENING
Allévo staat naast u.
Hollandiapleini4461 GT Goes
Postbus 79, 4460 AB Goes
Tel. 0113 - 24 91 70
E-mail info@allevo.nl