spectrum 14
Vroeger
meer tot
laat zich niet
leven wekken
JEUCDBOEK
tellen
PZC
Zaterdag 2 februari 2008
door Jaap Goedegebuure illustratie Martien Bos
Dood en verlies, daar draait
het om bij Doeschka Meij-
sing. Steevast vormen de
dood van beminden en het
verlies van de liefde de on
derwerpen van haar romans, apart maar
vaker nog in combinatie. Tijger, tijger!
(1980) ging er over, en daarna Utopia
(1982), De beproeving (1990), Vuur en zijde
(1992), De weg naar Caviano (1996) en De
tweede man (2000). Wanneer Meijsing de
twee samenbrengt, is het verraad - het do
minante thema van vroeg werk als Robin
son en De kat achterna - nooit veraf Want
of je nu sterft of de deur uitsluipt, je laat
de levenden in de steek. Die blijven achter
met een schuldgevoel waarmee ze in het
reine moeten zien te komen. Zo bijt het
ene radertje van het zelfkwelmechaniek
zich in het andere.
Over de liefde, Doeschka Meijsings nieuwe
roman, laat zich in menig opzicht lezen als
de samenvatting van een heel oeuvre. Die
indruk wordt nog versterkt door de rol
van de vertellende ik-figuur, de niet meer
zo piepjonge Philippa ('Pip') van der Steur.
Na het stuklopen van haar derde langduri
ge relatie ziet zij zich gedwongen tot een
confrontatie met het verleden. Dat mani
festeert zich altijd tersluiks dan wel onver
hoeds. Zo ziet Pip in een vlek op de parket
vloer van haar nieuwe woning onder meer
de beeltenis van gymnastieklerares Buri
Veerman, op wie ze als leerling van een
Haarlems meisjeslyceum hartstochtelijk
verliefd raakte, een gegeven dat we ken
nen van Robinson.
Kort tevoren is er een dvd in haar brieven
bus beland, met daarop een televisiedocu
mentaire van Buri's zoon Jan over een reis
die hij samen met zijn moeder naar haar
Indische geboortegrond heeft gemaakt.
Wanneer die filmbeelden Pip al te diep in
de kolk van haar herinneringen hebben ge
zogen, besluit ze iets aan de vlek te gaan
doen. Op de terugweg van Het Vloeren-
huis achter een tonic gezeten, ziet ze een
uit de koers geraakte cementauto het café
terras op denderen. Nog net weet ze haar
eigen vege lijf en dat van twee andere vrou
wen te redden, maar ze houdt aan het inci
dent wel een schedelbasisfractuur over.
Achteraf krijgt ze te horen dat een van de
twee geredde dames uitgerekend Buri
Veerman is! Toegegeven, het is niet de
meest subtiele manier om de rol van het
toeval te benadrukken. Maar als we Pips
ongeluk symbolisch mogen duiden (dat
moeten we met meer gebeurtenissen in de
ze roman), dan lijkt de boodschap helder:
je kunt wel denken dat je een pijnlijk verle
den zorgvuldig heb weggeborgen, maar zo
dra je hersens flink door elkaar worden ge
schud, komt ei van alles naar boven dat je
voorgoed dood en begraven dacht.
Er is nog een tweede front waar Pip
de nodige treurarbeid en doden-
dienst moet opknappen. Terwijl
ze herstelt van het ongeluk, krijgt
ze bezoek van haar drie broers. Die zitten
in hun maag met een stukje erfenis van de
oude Van der Steur. Papa was een man
met twee gezichten, het ene het masker
van een dorre ambtenaar, het andere ge
tooid met de monkelende trekken van de
flierefluitende en sjacherende bon vivant.
In die tweede hoedanigheid had hij, hele
maal gratis en voor niets, een vakantiehuis
aan het Lago Maggiore weten te bemachti
gen. Nu hij er niet meer is, wordt het tijd
dat onwettige bezit aan de rechtmatige ei
genaar terug te geven.
Is de gevieren gemaakte reis naar het zui
den nog een nostalgische en min of meer
genoeglijke onderneming, bij aankomst
blijkt hoe weinig er van het paradijs van
de jeugd rest. 'Onze herinnering was tot
brokstukken verworden, gaten in de mu
ren, ontbrekende tegels op de trap, brand
netels op de keukenvloer, een bouwval die
het had opgegeven van alles te bewaren.
De schaduwen gleden om ons heen, wij
kregen niets te pakken'.
Zo staat het er, opnieuw in een nadrukke
lijk symbolisch vormgegeven beeld. Vroe
ger is dood en laat zich niet meer tot leven
wekken, al werken de drie broers en de
ene zus zich nog zo hard in het zweet om
de vervallen woning weer tot een behou
den huis te maken. Ook het geheim dat
hun vader mee het graf in heeft genomen,
te weten de verblijfplaats van een door
hem op de kop getikt, aan Mantegna toege
schreven schilderij, blijft buiten bereik.
Het is zonneklaar dat Pips liefdesverdriet
en haar treurnis om alles wat ze aan het
Lago Maggiore mist én terugvindt commu
nicerende vaten zijn, zoals ook duidelijk is
dat ze in de oudere Buri Vermeer een
neerd was. Het kettinkje dat ze van hem
kreeg, overhandigt ze bij wijze van talis
man en zoenoffer aan Pip. Die is dan ein
delijk bij machte zich neer te leggen bij de
heerschappij van de onverbiddelijke tijd.
Doeschka Meijsing - Over de liefde. Uitgeve-
rij Querido. 238 pag. 18,95 euro. (gebon
den 22,95 euro).
plaatsvervanger zoekt voor de geliefde va
der die zich altijd weer aan het gezinsver
band onttrok. Want van liefde, dood, ver
lies en verraad is verraad, helaas helaas, het
grootst. Dat wordt ze nog eens gewaar in
een finaal gesprek met haar oude vlam, die
opbiecht dat zij op haar beurt verliefd was
op de Japanse commandant van het con
centratiekamp waar ze als kind géinter-
Doeschka Meijsing
door Jan Smeekens
Of schapen tellen moeilijk is? Niet
voor iemand die ze, om de slaap
te vatten, in gedachten één voor
één over een hek kan laten sprin
gen. Maar vraag het een herder
nadat hij of zij aan het eind van de dag achter
het laatste schaap de deur van de stal in het slot
heeft gegooid.
Wie er ook over mee kan praten is fotograaf
Hans van der Meer. Hij publiceerde enkele foto
boeken waaronder twee met foto's van (afgetrap
te) voetbalveldjes in soms overweldigende land
schappen. Hemelhoog geprezen werd zijn docu
mentaire over de befaamde voetbalwedstrijd tus
sen Bhutan en Montserrat, 's werelds laagstge-
klasseerde staatjes op de FIFA-ranglijst maar in
2004 finalisten in de alternatieve WK-finale op
een knollenveldje ergens in de Himalaya.
Eind vorig jaar verscheen dan zijn eerste kinder
boek, een telboek met foto's van groepjes scha
pen in een oer-Hollands polderlandschap. Het
idee voor Schapen tellen ontstond toen hij een
tijdlang op de boerderij van een vriend paste.
Diens kudde van 39 dieren in de gaten houden,
bleek een klus van jewelste. Altijd was er de twij
fel of hij ze echt wel allemaal geteld had. Meer
dan eens was hij er een paar 'kwijt', of had hij er
zomaar een stuk of wat 'te veel'.
Dat is in dit kartonboek met 23 foto's niet an
ders. Tellen vraagt van jonge gebruikers hier
meer dan alleen kennis van de getallen en de tel-
rij. Zo zullen ze weet moeten hebben van het fe
nomeen dat iets wat je niet ziet, er toch heus
kan zijn. Heel jonge kinderen zijn immers nog
niet in staat te zien dat een schaap met acht po
ten één schaap is met daarachter verscholen een
tweede schaap. En welke telstrategie hanteer je
op de foto's met een dertigtal dieren op een kluit
je bij elkaar?
Schapen tellen is een mooi telboek dat tot kijken
dwingt en zo verhalen oproept. Het is ook een
liefdesverklaring aan dieren met heel wat meer
karakter dan hun enigszins suffe imago doet ver
moeden. Vooral de foto's waarop ze ons strak en
indringend recht in de ogen kijken, laten zien
dat het om ware personality's gaat. En als climax
op de laatste foto die apotheose met het hele ge
zelschap in een landschap vol van dramatiek.
Nog zo'n inspirerend telboek waarin je al tellend
spelenderwijs gedwongen wordt tot opmerk
zaam en aftastend kijken, is 3 van Ted van Lies
hout (Nieuw Amsterdam; 12,50 euro). Hij vond
tussen de schatten van het Rijksmuseum 25
kunstwerken (voorwerpen, beelden, schilde
rijen) waarop iets te tellen valt. Provocerend
geestig is dat hij je pas achterin het boek vertelt
wat je had moeten tellen. Bijvoorbeeld in de
schildering op koper de drie vlinders en op de
kan met tinnen deksel de 75 hartjes én halve
boogjes.
Hans van der Meer
Uitg. Nieuw
Amsterdam
46 blz. 12,50 euro
vanaf 4 jaar