7 spectrum
Wethouder, Westkappelaar
hardloper, natuurliefhebber
Je moet altijd voor je mensen staan en ook ertussen'
PZC
Zaterdag 2 februari 2008
Tekst: Koen de Vries
Foto: Mechteld Jansen
Waar gaan we foto's maken van Jan Bostelaar? Op de duinen bij Domburg misschien? Bostelaar is
natuurliefhebber en wethouder van de gemeente Veere, dus dat komt goed uit. En hij helpt bij de
organisatie van de Zeeuwse Kustmarathon, die over die duinen gaat. Vorig jaar liep hij de mooiste en
zwaarste marathon van Nederland trouwens zelf ook. Maar als je het hem vraagt, dan toch liever wat
zuidelijker. Zijn dorpsgenoten zouden het leuker vinden als hij daar op de foto gaat. „Je kunt me als
Westkappelaar niet in Domburg fotograferen."
Het drukke bestaan van
Jan Bostelaar (58) werd
kortgeleden lelijk opge
schrikt. Er stond een stuk
in de krant over de zoge
naamde kliko-affaire. Hij zou er voor
gezorgd hebben dat stinkende vuilnis
emmers die tot voor kort voor zijn
deur stonden, nu bij zijn overburen
worden gestald. De wonden zijn vers,
de pijn is nog groot. Als je de Veerse
wethouder wil raken, moet je zijn inte
griteit in twijfel trekken.
Die staat namelijk helemaal bovenaan
zijn lijstje. De zaak raakt hemzelf, zijn
familie, zijn partij de FVdA en de poli
tiek. „Ik ben er niet voor mezelf', zegt
hij met duidelijke tegenzin. „Ik ben er
voor de mensen. Alle beslissingen die
je neemt, raken mensen en je kunt het
niet iedereen naar de zin maken. En de
ze beslissing is niet door mij genomen
maar door het college."
Liever heeft hij het over een andere
passie dan besturen. Bostelaar loopt
sinds zijn militaire diensttijd. Ja, hij
loopt, want lopen betekent in atletiek-
tijd niet goed, benauwd', staat er ach
ter de 32e Jungfraumarathon, gelopen
op 10 september 2005 in een tijd van 4
uur en 55 minuten.
„Tja, in die Jungfraumarathon ben ik
heel diep gegaan", herinnert Bostelaar
zich. „Het duurde anderhalf uur voor
dat ik mijn eerste biertje uit had. Nor
maal gesproken heb ik daar minder
moeite mee. In de loop der jaren wor
den de verhalen natuurlijk wat langer.
Het gaat niet meer zo gemakkelijk.
Ook de blessures nemen toe. Het gek
ke is, ik ben vaak in of net na de win
ter geblesseerd. De meeste marathons
die ik loop zijn in de zomer. Rotter
dam heb ik zes keer gelopen, maar de
laatste is enige tijd geleden. In april
ben ik er nog niet klaar voor."
Aanvankelijk dacht hij dat marathons
niet voor hem waren weggelegd. Hij
achtte zich fysiek niet sterk genoeg.
Tot zijn veertigste liep hij er maar één,
die van Rotterdam. In de marathon
van Enschede kwam hij tot de overtui
ging dat een mens meer kan dan hij
denkt. In de laatste kilometers werd hij
kringen hardlopen. Hij werd destijds
tot motorordonans/verkenner gebom
bardeerd, een functie waarvoor je eni
ge conditie moest hebben. Zijn eerste
wedstrijd was de prestatieloop bij Oost-
kapelle. Tien kilometer door het water
wingebied.
Een van de eerste hardloopbeelden die
nog steeds in Bostelaars bovenkamer
rondcirkelen is van het moment dat
hij ergens boven op een duin - buiten
adem - gepasseerd werd door een jong
meisje met kort haar. Hij stond als het
ware aan de grond genageld. „Dat kon
helemaal niet", dacht ik toen. „Later
bleek het Irma Heeren te zijn. Ze werd
verschillende keren wereldkampioen
duatlon."
Die loop in Oostkapelle was de eerste
uit een lange, lange serie. Bostelaar
heeft ze allemaal opgetekend in een
schriftje. In 1969 voor één gulden aan
geschaft in het Middelburgse Trefcen-
ter. Op de voorkant prijkt een sticker I
love running. De naam van de loop, de
plaats, de lengte, de eindtijd en verdere
bijzonderheden zijn vastgelegd.
Het schrift is inmiddels helemaal vol,
van kaft tot kaft. Veertig marathons
staan erin met die van Etten-Leur als
snelste: 3 uur en 11 minuten. In het be
gin worden weinig bijzonderheden
vermeld, maar naarmate de jaren vor
deren, nemen ook de aantekeningen
toe. 'Neiging tot overgeven', bij een
loopje ergens in Brabant. 'Redelijk ka
pot, zere hamstrings en voorbenen,
voorbijgestoken door een Belgische
met wie hij dertig kilometer eerder
nog gezellig gebabbeld had. Toen ging
ze te langzaam, vond hij, maar met sta
dion Diekman in zicht dieselde ze de
met kramp kampende Bostelaar la
chend voorbij.
Een marathon lopen is voor Jan Bostel
aar nu de normaalste zaak van de we
reld. Sinds Enschede haalde hij nog 39
keer de finish. Het is niet iets om dik
over te doen. „Als je een halve goed
aankan, kun je ook een hele lopen", is
zijn filosofie. „Het is dan een kwestie
van een paar stevige duurlopen eraan
toevoegen. Je moet dan niet in afstand
denken, maar in tijd. Je moet 80 a 85
procent van de tijd trainen die je voor
de marathon denkt nodig te hebben."
De wethouder was nooit een
snelheidsmonster. Dat vond
hij niet zo belangrijk. „Het
gaat mij meer om de beleving. Ik heb
nooit de levenshouding van een topat
leet willen aannemen. Voor hardlopen
heb ik nooit geleefd. Maar ik heb wel
geleefd. Fysiek bezig zijn is een uitlaat
klep voor al die andere dingen waar ik
druk mee bezig ben. Ik voel me licha
melijk en geestelijk beter dankzij hard
lopen."
Zijn wieg stond in de Nieuwe Oosterse-
straat in Middelburg. Tegenover Koot
je Tissink, een handelaar in lompen en
oude metalen. Pa werkte in de bouw
en was nogal eens werkloos. Het was
daarom armoe troef in huize Bostelaar.
Later verkaste het gezin naar het
Oud-Arnemuidsvoetpad, het Schouw-
se Serooskerke en terug naar Middel
burg naar het Spuistraatje, de Nieuwe
Haven en plan Zuid.
Bostelaar wilde graag buiten zijn, de
natuur was zijn thuis. Hij wilde bos
wachter worden, ging naar de lagere
tuinbouwschouw in Middelburg en la
ter naar de middelbare in Goes. Na
zijn militaire dienst kreeg hij verkering
met Coby uit Westkapelle en verhuis
de naar dat dorp. Boswachter werd hij
nooit, maar hij voelt zich na bijna der
tig jaar wel een echte Westkappelaar.
Uiteindelijk kwam hij terecht bij In-
tratuin bij Vlissingen, waar hij
hoofd-buitenafdeling werd. Bostelaar
werkte er 33 jaar en was in de tussen
tijd 9,5 jaar parttime wethouder van
Westkapelle. „Een tropenbestaan",
vindt hij nu. Om de functies te kun
nen combineren werkte hij van 's mor
gens vroeg tot 's avonds laat, vaak zes
dagen per week. Soms verkleedde hij
zich drie keer per dag omdat hij even
van functie moest wisselen.
Een van zijn voornaamste taken bij In-
tratuin was het aansturen van perso
neel. Daarbij was hij recht door zee.
Rechtvaardigheid en sociale vaardighe
den, daar ging en gaat het hem om.
„Toen ik afscheid nam, kreeg ik een
mooi compliment van het personeel:
'Je was soms hard, maar kwam wel al
tijd voor ons op.' Daar ben ik trots op.
Je moet altijd voor je mensen staan en
ook ertussen. Ook als ze fouten maken
moet je er vanuit gaan dat ze het met
de beste bedoelingen hebben gedaan."
Bostelaar is een PvdA'er van de oude
stempel. Hij komt uit een arbeidersge
zin en is altijd heel gewoon gebleven.
„Ik ben een heel eenvoudig mannetje",
hoor je hem een paar keer zeggen, en
dat zou wel eens kunnen kloppen. Het
is de aard van het beestje, dat hij zelf
verder gecultiveerd heeft.
Zo ontworstelde hij zich aan het ge
loof, omdat het niet bij hem paste. Tot
zijn achttiende hoorde hij bij de gere
formeerde gemeente. Op zondagen
ging hij minimaal twee keer naar de
kerk in de Segeersstraat. „Met het ge
loof op zich had ik geen moeite. Maar
wel met het instituut kerk. Ik begon
me te ergeren aan de macht van het
kerkbestuur waar ik bij hoorde, inclu
sief de dominee. Daarom ben ik eruit
gestapt. Dat sterke gevoel voor recht
vaardigheid komt van mijn moeder.
Zij was in feite een socialist die op de
SGP stemde. Ik ben net als mijn moe
der altijd gevoelig geweest voor recht
vaardigheid. Zij zocht altijd de zwak-
sten in de samenleving op. Ik kan over
alles wat ik gedaan heb recht in de spie
gel kijken. Als ik iets fout doe, ben ik
de eerste die zijn excuus aanbied."
Wie wil hardlopen, woont in Westka
pelle op de goede plaats. Er zijn tal van
groepjes die op vaste tijden trainen.
Bostelaar hoort bij het clubje dat op
woensdagavond om zeven uur op de
hoek bij de juwelier vertrekt. Het ge
beurt al veertig jaar op dezelfde wijze.
„Het is van alles wat", vertelt hij. „Een
politie-agent, een oorspecialist, een
timmerman, de voorzitter van de on
dernemersvereniging, de wethouder
dus en nog wat anderen. We betalen
geen contributie, er zijn wel interne co
des. Zo wordt er niet over politiek ge
sproken. Wel over allerlei andere za
ken. Zo hoor je al lopend de berichten
uit de samenleving. Meestal gaan we
samen naar Zoutelande. Daar is het
keerpunt en is het tempo vrij. In West
kapelle wachten we op de laatste loper
en gaan dan wandelend naar huis. Als
je nieuw bent moet je geen handen
schudden. Dat ligt Waschappelaars
niet zo. Je loopt gewoon mee. Hoog
stens wordt er gevraagd 'van wie bin jie
er één'V'
Dat clubje moet hij nu al enkele we
ken laten lopen. Jan Bostelaar is gebles
seerd. Weer die linkerkuit, die steeds
regelmatiger 'knap' zegt. Bij de halve
marathon morgen in Cadzand zal hij
dus niet aan de start staan. Het maakt
hem niet ontevreden. Het moment dat
hij weer fit is, zit eraan te komen. Hij
kijkt ernaar uit. „Als ik alleen op het
strand ren, met de vuurtoren van
Westkapelle op de achtergrond, voel ik
me bevoorrecht. Dat ik dit op m'n 58e
nog kan doen. Maar het is ook weer
niet zo dat ik mijn zieleheil uit hardlo
pen haal. Ik ben geen geitenwollensok-
kenfiguur. Hardlopen is een belangrijk
onderdeel van mijn leven, maar je
moet het niet idealiseren. Er zijn be
langrijker dingen dan hardlopen."
Jan Bostelaar: wethouder, hardloper,
Westkappelaar en natuurliefhebber. In
willekeurige volgorde, als wethouder
maar voorop staat.
Jan Bostelaar
Geboren 3 september 1949 in
Middelburg.
Woonplaats: Westkapelle.
Getrouwd, twee zoons en een
dochter.
- Opleiding: lagere land- en tuin
bouwschool Middelburg, mid
delbare tuinbouwschool Goes,
hoveniersopleiding, opleiding
tuinarchitectuur.
Werk: 33 jaar Intratuin Koude-
kerke, 9,5 jaar gecombineerd
met wethouderschap Westka
pelle. Nu 6 jaar wethouder ge
meente Veere.