Elke lijn die
wordt gezet is
onuitwisbaar
34 Donderdag 31 januari 2008 PZC
De typering 'markant' doet hem tekort. Jan Montyn
leidt al 83 jaar een bewogen bestaan, dat hij nog steeds
over diverse continenten verdeelt. Precies vijftig jaar
geleden ontdekte hij de etskunst, die van hem een
internationaal befaamd kunstenaar zou maken. Zijn
werk is momenteel te zien in Galerie T in Middelburg.
Jan Montyn: „Etsen is schrijven. Het zijn notities eigenlijk, gemaakt zonder voorbedachten rade."
foto CPD
verleden, volgens hem vooral door
mensen die zélf iets te verbergen
hebben. „Verder ben ik er totaal
niet mee bezig. Het zijn slechts
vijf maanden van mijn leven, waar
van ik er bovendien vier heb door
gebracht in een gat onder de
grond. Je hoeft heus niet te verge-
Jan Montyn
1924 geboren in Oudewater.
1944 meldt zich bij de Duitse
marine; wordt na schipbreuk
soldaat aan het Oostfront.
1945 veroordeeld tot drie jaar
heropvoedingsgesticht.
1950 vrijwilliger oorlog Korea;
keert in 1952 gewond terug.
1957 opname in psychiatrische
inrichting, besluit daarna kun
stenaar te worden.
1958 ontdekt de etstechniek.
1965 vertrek naar Zuid-Frank
rijk.
1969 eerste reizen naar Azië,
1975 huwelijk metTjia Hi-en
Nio.
1982 boek Montyn van Dirk
Ayelt Kooiman verschijnt.
2003 boek Jan Montyn, Asia.
- 2004 boek Jan Montyn. Het gra
fisch werk.
ten wat er is gebeurd, maar je
hoeft het ook niet als uithangbord
te gebruiken."
Hij trekt een vergelijking met het
etsen. „Dat is keihard werken, fy
siek heel zwaar. Je moet voortdu
rend een weerstand overwinnen.
En elke lijn die je zet, is onherroe
pelijk, onuitwisbaar. Net als alles
wat je hebt gedaan in je leven."
De etsplaat van zijn leven
toont talloze lijnen, van
een tumultueus bestaan
vol overgave aan het leven, de lief
de en de kunst, gehinderd door
God noch gebod. Nieuwe oorlogs
lij nen, van een heel ander karakter
ook, hebben hem meer getekend
dan die veelbesproken eerste. Eerst
leverde Montyn vrijwillig strijd in
Korea, vanaf eind jaren zestig on
dervond hij het oorlogsgeweld in
Vietnam aan den lijve en later
maakte hij ook de verschrikkingen
in Cambodja van nabij mee.
De liefde voor Zuidoost-Azië werd
begin jaren vijftig geboren, toen
hij op weg was naar Korea. „In Sai
gon mochten we aan wal en ik
was meteen verkocht: de lucht, de
mensen, boeddha."
In 1969 stond hij op het Museum
plein in Amsterdam te kijken naar
een demonstratie tegen de Ameri
kaanse inmenging in Vietnam. Hij
raakte aan de praat met een man
en zei zich machteloos te voelen.
De man bleek betrokken te zijn bij
het in veiligheid brengen - en vaak
ter adoptie aanbieden - van Aziati
sche kinderen die gewond waren
geraakt of wees waren geworden.
Montyn zei graag te willen hel
pen, maar geen geld te hebben.
„De volgende dag kreeg ik een
ticket. Drie dagen later zat ik in
het vliegtuig naar Bangkok."
Na een medische opleiding ging
hij zelf kinder- en medicijntrans-
'Het ziet er misschien heel
ingewikkeld uit, maar het
is eigenlijk heel simpel'
porten op touw zetten, vaak hache
lijke ondernemingen waarbij hij -
met gevaar voor eigen leven - alle
wetten en regels moest negeren
om kinderen naar landen zoals
Zweden, Duitsland en Italië te ver
voeren. Zo'n dertig jaar heeft hij
het werk gedaan. „Ik had nooit ge
dacht dat het zo'n omvang zou ne
men. Uiteindelijk ben ik er een
jaar of acht geleden mee opgehou
den, want er is nu veel minder
hulp nodig. Ik ben wel nog steeds
actief als adviseur. Dat werk laat je
nooit helemaal los."
Hij bleef al die jaren werken als
kunstenaar. „Dat ging tussen de be
drijven door. Daar had natuurlijk
geen etspers, dus ik werkte ge
woon met een houten pennetje
en een potje inkt. Voor mij waren
het een soort aantekeningen die ik
maakte. Dat was geen manier om
te verwerken wat ik meemaakte.
Dat kun je niet verwerken. Je kunt
ermee leren leven en als dat niet
lukt, dan stap je eruit. Ik kon me
gelukkig wel goed afreageren. Af
en toe moest ik een paar dagen af
kicken in Bangkok. Dan kun je
twee dingen doen: naar de tempel
of naar de kroeg."
Veel werk uit die tijd toont het
contrast tussen die gruwelijkhe
den die plaatsvonden en de
schoonheid van het landschap.
Nog altijd speelt Azië een hoofd
rol in zijn etsen, in die zachte tin
ten - aardkleuren, blauw - die zijn
prenten zo kenmerken. Geleid
door intuïtie en gevoel maakt hij
zijn persoonlijke beelden, in een
oorspronkelijke, universele taal.
„Etsen is schrijven. Het zijn noti
ties eigenlijk, gemaakt zonder voor
bedachten rade. Wat ik doe is niet
aan voorstudie onderhevig. Je
schrijft een kleur en een lijn. Het
ziet er misschien heel ingewikkeld
uit, maar het is eigenlijk heel sim
pel."
Hij is er beroemd mee geworden.
Zoals de wereld in Montyn mee
reist, zo reist zijn werk over de we
reld. „Dat had ik nooit gedacht.
Het is ongemerkt gegroeid. Ik ben
er ook nooit zo mee bezig ge
weest." De oplages van zijn werk
houdt hij bewust laag. „Ik druk al
tijd zelf Op een gegeven moment
is een thema afgelopen, net als bij
een orkest. Dat bepaalt de grootte
van een editie. Dan moet je niet
doorzeveren, maar dan ga je met
iets anders verder. Af en toe maak
ik ook nog een olieverf en aquarel,
gewoon omdat ik het niet laten
kan. Zoiets komt op als pies."
In Galerie T (Turfkaai 25/27, Middel
burg) zijn kleuretsen van Jan Mon
tyn uit verschillende periodes te
zien. Ook ligt het boek Jan Montyn.
Het grafisch werk ter inzage en wordt
de documentaire Love me or leave
me (2004) die Jan Louter over Mon
tyn maakte te zien. De galerie toont
verder, tot en met 23 februari, werk
van Myriam Klaus en Arthur Mink.
Geopend: do. t/m za., 11.00-16.00
uur, zondag 3 februari Kunst- en Cul
tuurroute) 13.00-17.00 uur.
door Rolf Bosboom
Het was Anton Heyboer die
hem in 1958 op het ets-
spoor zette. Jan Montyn
had net, na een ernstige persoonlij
ke crisis, besloten dat zijn toe
komst in de (teken- en schil
derkunst lag. „Ik kwam hem te
gen in Amsterdam, waar hij expo
seerde in het Stedelijk Museum. Ik
zag zijn werk en dacht meteen:
'dat bedoel ik nou, dat was waar ik
naar op zoek was'. Anton vertelde
hoe de techniek was. Heel elemen
tair, met een spijker, een metalen
plaat en puur zoutzuur. Zo is het
begonnen."
Amsterdam, vijftig jaar later. De
stand van de kachel verraadt de ge
wenning aan een tropisch klimaat.
De bovenwoning in Oud-Zuid is
een van zijn uitvalsbases, naast die
in Zuid-Frankrijk en vooral Bang
kok, waar hij het grootste deel van
het jaar doorbrengt. Over enkele
dagen vertrekt hij weer die kant
op. „Als ik heimwee heb, ga ik on
middellijk terug."
Jan Montyn, in november 83 jaar
geworden, is nog onverminderd ac
tief, hoewel hij de afgelopen tijd
vaker een ziekenhuis van binnen
zag dan hem lief is. „De laatste ja
ren heb ik wat gedonder gehad. Ik
raakte af en toe ineens weg. In het
ziekenhuis in Bangkok vroegen ze:
'was je in de Vietnam-oorlog?' Ik
moest op een kaart aanwijzen
waar ik heb gezeten. Toen hoorde
ik dat heel veel mensen pas nu de
gevolgen ondervinden van de gif
gassen van destijds. Ik zat midden
in die bombardementen. Je wist
niet wat erin zat."
Wie met de kunstenaar Montyn
praat, kan bijna niet om zijn haast
onvoorstelbare levensverhaal
heen. Het is al vaak verteld, het
meest intens en uitvoerig in de
biografische roman Montyn (1982)
van Dirk Ayelt Kooiman. Het boek
staat nog steeds in de belangstel
ling en is volop vertaald. „Inmid
dels is de elfde druk verschenen",
zegt Montyn, bijna verbaasd. „Het
blijft maar doorlopen."
Vier oorlogen doorstond hij, maar
meestal wordt hij ongevraagd her
innerd aan zijn rol in de 1\veede
Wereldoorlog. In 1944 meldde hij
zich bij de Duitse marine. Het was
een daad ingegeven door een com
binatie van naïviteit en rebellie,
een poging om te ontsnappen aan
zijn geboortedorp Oudewater, een
omgeving die hem benauwde.
Montyn werd uiteindelijk, na
schipbreuk te hebben geleden,
naar het Oostfront gestuurd, naar
de loopgraven in Koerland.
Nog decennia later wordt hij regel
matig aangesproken op zijn 'foute'
Los Mundos, kleurets van Jan Montyn.