spectrum RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE Het verleden gaat weer leven kustloop Marjan Berk PZC Zaterdag 26 januari 2008 ven, Met mijne mooie reê, vergeten, als begraven; Mijn prachtig loodsgebouw, en fijne reddingsboot! Eens was er leven hier, nu is er alles dood! Ik heb het óók gekend, dat er was plaats te kort Voor schepen volgelaan, op hunne vaan naar Dordt; Men hoorde alle talen, een ieder at hier ham, En nu? - Finis! Pour tous! ,t Is all at Rotterdam! Ca- land! - O, man! Gij hebt den Waterweg gegraven, Maar stak meteen uw schop Door 't hart van Brouwershaven!!" Nu, zo werpen wij nog eens een blik achterom, en zien hoe het is gekomen dat Brouwershaven ver anderde in een slaperig havenstadje. En dan ver der ontvouwt zich het leven van mijn overgrootva der Marinus van de Wall aan de hand van de on- dertrouwadvertentie tussen hem en Lena de Ka ter., op 18 juni 1873. Op 2 juli trouwen ze en op 23 september 1875 is Lena 'bevallen van een flinken longen!' Maar dan wordt er 'ten gevolge van ziek te, TERSTOND BENOODIGD EENE NETTE DIENSTBODE ALS NOODHULP'. En op 4 april 1876 'contracteert M.E. van de Wall te Brouwersha ven SUIKERPEEN'. I Vandaag ontving ik een grote envelop uit Burgh-Haamstede met een groot aantal kopiën van berichten en advertenties uit de Zierikzeesche Nieuwsbode, die zo juist zijn digitaal archief heeft geopend. Bas en Wilma Bijkerk uit Burgh-Haamstede, die ik ten tij de van het schrijven van mijn Zeeuwse boek 'Het Bloed Kruipt', heb leren kennen en die mij heb ben voorzien van allerlei feiten en documenten die het leven van mijn familie uit Brouwershaven en Zierikzee betreffen, stuurde mij nu weer een aantal bijzondere zaken. Zoals het versje, dat mijn grootvader Jan van de Wall op 21 Juli 1908 in de Zierikzeesche Nieuwsbode publiceerde. Het be treft hier een treurige aanklacht tegen ir. Caland, die van doen had met het graven van de water weg naar Rotterdam, wat de economische nekslag voor Brouwershaven betekende! „Arm Brouwershaven. Men vlagt in Rotterdam, de handel viert er feest, Men rijdt en vaart er rond, doch toost er nog het meest, Bewondert er de ha vens, men laat er alles zien; Zij staan er van ver stomd, de grote handelsliën, Wie denkt er nog aan mij, och, arm Brouwersha Ik heb geen idee wat mijn overgrootvader met sui kerpeen moest doen, maar op 14 november 1876 adverteert mijn overgrootmoeder Lena van de Wall - de Kater 'wegens ongesteldheid oogenblik- kelijk eene flinke DIENSTBODE'. Mijn opa Jan wordt op 27 maart 1877 geboren, en wederom vraag Lena 'eene flinke dienstmeid'. Er was nogal wat verloop van personeel blijkt uit de data boven deze advertenties. In 1881 sterft 'onze jongste lieve ling Marinus Emmarikus', 8 maanden oud en in 1884 sterft het enige dochtertje Constantia Corne lia, vijfjaar oud. In October 1884 sterft moeder Leen, 'na een langdurig doch geduldig lijden' Hier na geeft mijn overgrootvader er in 1887 de brui aan en verkoopt publiek zijn inboedel,waar onder 'een wieg'. Elf jaar heeft het huwelijk ge duurd, zeven kinderen heeft Lena gebaard, waar van er één doodgeboren is en drie gestorven. En net zoals ik indertijd bij Huib Uil in het archief in Zierikzee bij het zien van de handgeschreven le ven- en doodberichten ontroering voelde over dat korte voorbije leven, zo had ik datzelfde gevoel nu weer bij het lezen van de levenscyclus uit deze ad vertenties uit de Zierikzeesche Nieuwsbode.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 99