5 spectrum
Voorwerpen
herinneren
voor altijd aan
de stormramp
Rinus Vogelaar, 85, Colijnsplaat
overlevende
Marie-Louise van Kaam, 85, Vlissingen
hulpverleenster
Piet Roks, 66, Oosterland
overlevende
Jan van der Hallen, 55, Kalmthout (B)
hulpverlener Emergis
'Op een van die daken stond een man en die gaf van die grote gillen'
Piet Roks
PZC
Zaterdag 26 januari 2008
Bijna iedereen beschikt
wel over een dierbaar
voorwerp. Dat kwijt
raken is een groot gemis.
Door de Februariramp 1953
raakten veel mensen al hun
bezittingen in één klap
kwijt. Persoonlijke goede
ren, foto's werden meege
voerd door het water of ver
dwenen onder het slik. Som
mige mensen konden op de
vlucht voor het water wat
bezittingen meenemen of
vonden die later terug in de
modder. Sommige voorwer
pen spoelden ergens aan en
konden later worden be
zorgd bij de eigenaar.
Marga Haas maakte 25 por
tretten van mensen die din
gen die ze uit de waters
nood wisten te redden, nog
altijd koesteren. Ze gingen
ermee voor de camera van
Cotien de Witte op de foto.
Het léverde bijzondere en
soms wonderbaarlijke verha
len op, die zijn gebundeld in
het boek Uit het water gered.
Interviews, waarin overle
venden ook op indringende
wijze vertellen hoe zij het ve
ge lijf wisten te redden. Als
of de ramp vorig jaar in
plaats van 55 jaar geleden ge
beurde. De emotie geeft aan
hoe diep de watersnood in
mensen zit.
Ook als het gaat om de ge
redde voorwerpen. Eén van
de geïnterviewden: 'Dit voor
werp verbindt me met het le
ven van vóór het water. Een
licht en kleurrijk leven. Daar
na was het alsof ik in een
zwartwit-fotó terechtgekomen
was.'
Eén voorbeeld. Bij Jannema-
rie Blok-Dek hangt aan de
muur een ingelijste viool,
met bladmuziek eromheen
gedrapeerd. Verdwenen
toen het water Kruiningen
overviel. Eén jaar later kreeg
ze via de gemeente de viool
kist met inhoud terug. Aan
gespoeld in Zeeuws-Vlaan
deren en dankzij vermel
ding van haar naam en
woonplaats, weergekeerd.
Blok hoopt er nog achter te
komen wie destijds haar
vioolkist heeft gevonden en
ingeleverd.
Rinus Antonisse
Uit het water gered. Door
Marga Haas en Corien de
Witte (fotografie). Uitgave De
Koperen Tuin, Goes. Vanaf 1
februari in de boekhandel ver
krijgbaar. Prijs 19,so euro.
„Elf jaar was ik. We woonden
in Oosterland, op tuindorp.
We waren met z'n zevenen
thuis. Ons huis stond vrij hoog
en op die eerste dag waren we
om twaalf uur nog droog. Mijn
vader zei nog dat water komt
niet zo hoog want dat was in
de oorlog ook niet. Wij zagen
op een gegeven moment opa
Piet langs komen op zijn
paard. Hij bracht het paard
naar de Zanddijk want daar
was het droog. Even later za
gen we het paard alleen terug
lopen en toen dachten we 'dat
is gebeurd'. Maar opa heeft het
overleefd en het paard ook.
Het water kwam toch en we
zijn boven naar zolder gegaan.
Vooral die nacht was afschu
welijk. Je hoorde zoveel. Ach
ter ons waren noodwoningen.
Op een van die daken stond
een man en die gaf van die gro
te gillen. We zagen het water
steeds hoger komen en waren
al begonnen om op een klein
vlierinkje te kruipen, nog een
beetje hoger toen het water in
eens ging zakken. De dijk bij
Bruinisse was doorgebroken.
De volgende dag zie je van al
les voorbij drijven. Maar ik
was elf, dan besef je dat nog
niet zo, dat komt pas later."
„Ik ben dan van 1952 maar ik
weet dat mijn moeder in Ant
werpen kleding inzamelde
voor de overlevenden van de
watersnood. Nu ben ik hoofd
van het kernteam psychosocia
le hulp bij ongevallen en ram
pen. Van enige structuur voor
geestelijke hulp was destijds
geen sprake. Deels was dat niet
erg. Ie moet bij een ramp niet
een heel arsenaal hulpverle
ning op mensen loslaten. Dat
bleek in 1953, dat bleek weer
bij bij de overstromingen door
orkaan Katrina in 2005. Help
mensen zo snel mogelijk aan
een dak boven hun hoofd, een
plek om weer grip te krijgen
op hun leven. Als mensen snel
controle krijgen over hun situa
tie, helpt dat enorm bij de ver
werking. Een heel klein deel
van de mensen verwerkt het
niet en krijgt stoornissen. Pas
na jaren, dat moeten de omge
ving en de huisarts opmerken.
Daar zijn nu uitgebreide hulp
programma's voor, maar des
tijds niet. We kennen nog
steeds mensen die bij een waar
schuwing voor hoog water
voorraden naar hogere verdie
pingen slepen. We zien demen
terende ouderen die de ramp
herbeleven."
„Mijn nieuwe nevelspuit! Die
moet ik redden. Dat was het
eerste dat ik dacht toen mijn
broer me 's nachts om twee
uur belde. Hij zei dat Kortgene
zelf al onder water stond. Het
water stond bij mijn vader al
tot aan de goot. Die spuit
stond een stuk verderop in
mijn tweede boomgaard in de
Adriaanpolder, ten oosten van
Kortgene. Daar moest het nog
droog zijn. Toen ik met mijn
trekkertje bij mijn broer was,
was het al te laat, het water
stond al aan de Prinsend ijk. Ik
wilde zo snel mogelijk terug
naar mijn hoogzwangere
vrouw en mijn dochter van
zes. Ik was nog maar net on
derweg toen ik het water hoor
de loeien en nevel zag opko
men. Pas op het laatst zag ik
een grote golf van wel vier me
ter hoog. De Prinsendijk had
het begeven. Ineens stond het
water tot mijn borst. Mijn war
me kleren, een lange gevoerde
motorjas, wollen truien en rub
berlazen, waren ontzettend
zwaar geworden. In het stro
mende water kwam ik amper
vooruit, gelukkig kon ik om de
50 meter rusten bij een tele
foonpaal. Halverwege hoorde
ik mijn vrouw schreeuwen
van angst. Het duurde wel een
uur voordat ik bij haar was."
„Natuurlijk heb ik geholpen,
maar ach, dat deden er zo veel.
Iedereen hielp elkaar, daar
dacht je toch niet bij na. Je
deed wat nodig was, klaar uit.
Veel mensen die er toen bij
waren zijn nu dood. Ia, ik ben
al een ouwe. En ik was toen
niet zo breed als nu. Ik was
nogal tenger, nog geen vijftig
kilo. En het stormde daar op
de boulevard in Vlissingen. Zo
stormt het tegenwoordig niet.
Ik was behoorlijk bang hoor.
Dat ik wegwaaide of zo, je kon
je nauwelijks staande houden
in die wind. Op een gegeven
moment zeiden ze van het Le
ger des Heils tegen me: 'Ga
toch naar huis, dit hou jij niet
vol.' Ik was daar niet namens
het Leger maar namens het Ro
de Kruis. Ik heb eten en drin
ken uitgedeeld, en lakens en
dekens. Droog was het ner
gens. Het water was over de
boulevard heen geslagen. Het
strand was weggespoeld, de
stoepen en de straat ook. Ho
tel Brittannia is nu niks meer,
maar toen stond er water in.
Ook de huizen achter de boule
vard stonden in het water. Het
kwam helemaal tot aan de
Bloemenlaan. Zelf woonde ik
toen in de President Roosevelt- j
laan, daar was het gelukkig
wel droog."
J