spectrum 4
Een dubbel
rampjaar voor
gereformeerde
gemeenten
Ko van Oeveren, 65, Stavenisse
overlevende
Leo Unlandt, 60, Middelburg
gelicenseerd radiozendamateur
Marien van der Maas, 85, Kruiningen
redde ouders
Pol Ingen Housz, 81, Koudekerke
hulpverlener
PZC
Zaterdag 26 januari 2008
Voor de leden van de
gereformeerde ge
meenten in het door
de Februariramp getroffen
gebied, is 1953 een dubbel
rampjaar. Enkele maanden
na de watersnood kwam het
tot een kerkscheuring. Een
aantal predikanten en (ge
deelten van) gemeenten tra
den uit. Door sommigen is
de breuk als erger ervaren
dan de ramp, blijkt uit het
eerste deel van het boek Van
zee tot zee zal Hij regeren,
waarin L. Vogelaar de gere
formeerde gemeenten en de
watersnood van 1953 be
schrijft.
Wat daarin voorop staat is
dat de stormvloed niet exclu
sief als een natuurverschijn
sel mag worden beschouwd,
maar als een waarschuwing
van God. Vrijwel alle getui
genissen die Vogelaar noteer
de, zijn daarvan doordron
gen. Het na de rampnacht
veel gezongen psalm 93:3
geeft de gevoelens in dit op
zicht goed weer. 'Maar Heer,
Gij zijt veel sterker dan 't ge
weld der waat'ren, dien Uw
almacht palen stelt'.
Mensen die niet thuis zijn in
de streng-reformatorische
kringen wordt het wat
vreemd te moede, maar zo
is en wordr het door deze be
vindelijke gereformeerden
wel ervaren. De ramp was
door sommigen voorzien,
onder wie dominee J. B. Bel.
Die maakte in een preek in
januari melding van een
donkere wolk die naderde.
'Wat die wolk zal zijn, weet ik
niet, maar God komt richten
hier beneden, de wereld in ge
rechtigheid.' Na de ramp
deed de mare de ronde dat
ook ouderling L. J. Potappel
uit Stavenisse de stormvloed
voorspelde, maar dat berust
volgens Vogelaar op een mis
verstand.
In de getuigenissen in het
boek staat centraal hoe de
mensen de confrontatie met
de dood en het wonder van
de redding beleefden. Dat in
de gereformeerde gemeen
ten de ramp als een straf van
God is bestempeld, is al me
nigmaal beschreven. Het
boek biedt een verhelderen
de inkijk van binnenuit.
Rinus Antonisse
Van zee tot zee zal Hij rege
ren. Deel 1 over gereformeerde
gemeenten en de watersnood
van 1953. Door L Vogelaar.
Uitgave De Ramshoorn, Goes.
„Als eerbetoon aan mijn vader
heb een website over de wa
tersnoodramp gemaakt. Zijn
rustige en kordate handelen
heeft veel indruk op me ge
maakt. Ik weet zeker dat hij le
vens heeft gered door mensen
naar ons hoger gelegen huis
aan de dijk te halen. Helaas wil
de niet iedereen. De schoonfa
milie van één van zijn broers
kwam niet. Op het hoofd van
het gezin na, verdronk ieder
een. Zelf vond ik het allemaal
wel spannend. Dat klinkt mis
schien raar, maar ik was tien
jaar oud. Ik ben eigenlijk nooit
bang geweest. Dat komt ook
weer doordat mijn vader zo
rustig bleef, denk ik. Als hij in
paniek was geraakt, had ik dat
misschien ook gedaan. Die
man heeft zelfs de kippen en
het varken naar binnen ge
haald. Hij probeerde het hoofd
van het varken boven water te
houden. Dat beest stond stok
stijf tegen hem aan. De dag na
de ramp gingen we naar het
gemeentehuis. Dat was het
hoogste punt van het dorp.
Daar zag ik voor het eerst in
mijn leven een volwassen man
huilen. Hij had z'n gezin verlo
ren. Dat heeft veel indruk op
me gemaakt."
„Doet zich nu een ramp voor,
dan biedt de Dutch Amateur
Radio Emergency Service (Da
res) Zeeland een alternatief
voor de communicatie bij lang
durige uitval van stroom, tele
foon, gsm en internet. Zie het
als een back-up-systeem van
het P20oo-systeem dat hulp
diensten gebruiken. Op ver
zoek van de officier van dienst
van de meldkamer van de Vei
ligheidsregio Zeeland, zetten
gelicenseerde radiozendama
teurs via een mobilofoon ver
bindingen op in Zeeland. Doet
zich iets voor, dan wordt ik als
coördinator van Dares Zeeland
opgepiept. Onze leden - nu 20
- weten dat ze bij een ramp in
hun radiokamer moeten gaan
zitten. De mobilofoons wer
ken op een aggregaat of accu.
In protocollen staat ieders taak
omschreven. Via het noodka-
naal zorgen we dat er commu
nicatie tussen regio's mogelijk
is. We verlenen zelf dus geen
hulp, maar brengen de bood
schappen over die de officier
van ons vraagt. Zijn er meer ge
licenseerde radiozendamateurs
nodig, dan kunnen we de hulp
van andere regio's inroepen.
Het streven is dat eind dit jaar
Dares in heel Zeeland werkt."
„Met een schop was ik op weg
naar de dijk bij de Kruiningse
veerhaven. Onderweg kwam
ik een politieman tegen die zei
dat ik beter terug kon gaan om
dat de dijk al doorgebroken
was. Ik vluchtte door het wa
ter terug naar huis. Toen ik
daar aankwam, dreef het dres
soir al naar buiten. Ik besloot
zwemmend naar het huis van
mijn vader en moeder te gaan.
M'n moeder lag namelijk al
vier jaar ziek op bed beneden.
Toen ik daar aankwam stond
het water al tot aan de bed
rand. Ik heb mijn moeder op
mijn tug genomen en naar zol
der gedragen. Mijn vader, mijn
zuster en haar dochter kwa
men achter ons aan. Maar het
water bleef maar stijgen. Op
den duur heb ik mijn moeder
gedragen, en mijn vader mijn
zus en nichtje. Zo hebben we
zeker een uur op het bed bo
ven gestaan. Totdat het water
plotseling flink zakte. Er moest
ergens weer een polder volge
lopen zijn. De volgende mor
gen kwam de buurjongen met
een roeiboot langs en die heeft
mijn vader en mijn nichtje
meegenomen naar het dorp.
Met een andere sloep zijn mijn
moeder en zus gered. Het is
nog een wonder dat ze door
het dakraampje kon."
„In 1990 ben ik in Zeeland ko
men wonen, maar oorspronke
lijk kom ik hier niet vandaan.
Op mijn 26ste studeerde ik in
Nijmegen. Televisie was nog
iets bijzonders; we hoorden
het nieuws op de radio. Iets
over een grote ramp die Zee
land had getroffen en veel do
den. Met een heel stel studen
ten zijn we 's nachts in een
vrachtwagen naar Zeeland ge
reden. Ik herinner me nog de
meisjes die ons uitzwaaiden,
arm in arm gehaakt. We gin
gen er eigenlijk heel opgewekt
naar toe, jopper en laarzen
aan, van handen uit de mou
wen, hatsjekiede! Maar in de
bus, die door het donker naar
een oude kostschool in Ouden
bosch reed, was het stil. ]e wist
eigenlijk niet precies wat je
kon verwachten, we wisten
amper waar we waren. Chao
tisch was het, eigenlijk. Ergens
op Tholen of Sint Philipsland
werden we gedropt om zand
zakken te vullen en te dragen,
in het schijnsel van zaklanta
rens. Iemand vertelde over
meer dan driehonderd doden
in een schuur in Oude Tonge.
Dat schokte me enorm. Ik
keek steeds naar de dijk of er
lichamen aanspoelden. Die za
gen we gelukkig niet, wel dode
varkens en koeien."