spectrum 2 Het water bereikt een ongekende hoogte Wim Gosselaar, 65, Terneuzen Mina Verton, 67, Zierikzee dijkgraaf Zeeuwse Eilanden mim een jaar geëvacueerd Cor de Voogd, 92, Vlissingen verslaggever PZC Piet Boogert, 84, Yerseke mosselkweker PZC Zaterdag 26 januari 2008 Een langdurige storm, met uitschieters naar orkaankracht stuwt het water in de nacht van 31 januari op 1 februari op de Noordzee extreem hoog op; bij Vlissingen een stand van NAP 4,55 meter. Op tal van plaatsen in de del ta worden de dijken ver nield: gaten over een lengte van bijna 42 kilometer en be schadigingen over een leng te van 139 kilometer; ruim 136.000 hectare land over stroomt en bijna 17.000 hec tare komt dras te staan. Het aantal dodelijke slachtof fers bedraagt 1836; in Zee land 874, in Zuid-Holland 686, in West-Brabant 254, elders in het land 22. Uit het rampgebied moeten 72.000 mensen worden geëvacu eerd. Er verdrinken rond 20.000 koeien, 12.000 varkens, 1750 paarden, 165.000 stuks pluimvee en 2750 stuks klein vee, als schapen en geiten. Ruim 47.000 gebouwen wor den vernield, waarvan 10.000 zeer ernstig of onher stelbaar. Het dichten van de gaten in de dijken wordt voortva rend aangepakt De eerste polder die droog komt is 6 februari de Klaas van Steen- landpolder op Tholen; het laatste stroomgat, bij Ouwer- kerk, wordt met behulp van caissons in de nacht van 6 op 7 november gesloten. Op 21 februari gaat de Delta commissie aan de slag, die een advies moet uitbrengen hoe nieuwe watersnoodram pen in de toekomst te voor komen. Dat advies wordt in de vorm van het deltaplan uitgevoerd. Rinus Antonisse De herinneringen aan de wa tersnoodramp 1953 zijn opge tekend door de PZC-verslagge- vers Rinus Antonisse, Raymond de Frel, Ben Jansen, Jeffrey Kut- terink, Marcel Modde, Melita Lanting, Rob Paardekam, Ali Pankow, René Schrier, Maurits Sep, Claudia Sondervan, Ondi- ne van der Vleuten, Harmen van der WerfJoeri Wisse. De portretten zijn gemaakt door de fotografen Ronald den Dekker, Marijke Folkertsma, Willem Mieras, Ruben Oreel en Camile Schelstraete. Vormgeving Kees Lammers. „Het is flink wat veiliger dan in 1953 het geval was. Maar I honderd procent garanties dat er nooit meer een watersnood ramp optreedt kun je nooit ge ven. Er blijft een kans bestaan op onvoorspelbare omstandig heden. De norm is nu één overstromingskans in 4000 jaar. Ik denk dat het in werke lijkheid nog wel wat veiliger is. We zijn volop bezig enkele zwakke schakels in de zeewe ringen te versterken. En voor uitlopend op nieuwe toetsings normen werken we aan het project zeeweringen, waarbij de dijkglooiingen van een nieu we kleilaag en blokken wor den voorzien. Ook is het waar schuwingssysteem aanzienlijk verbeterd sinds 1953. Je speelt nu eerder in op een naderende storm, je gaat niet zitten wach ten tot er wat gebeurt. Het pro beren voorbereid te zijn op rampen is verbeterd, ook in in ternationaal opzicht. Met de zeespiegelrijzing hou den we rekening, al worden er nog geen werken voor uitge voerd. Wel speelt het mee bij bouwwerken bij zeeweringen. In 1953 wisten we veel dingen niet; onze technische kennis is nu veel groter." „We woonden in Nieuwer- kerk. Als kind van 12 dacht ik: 'wat zal ik morgen op school veel te vertellen hebben'. Maar dat gevoel was gauw verdwe nen. Ie bidt en bidt om behou den te mogen blijven en doet allerlei beloftes. Ik had mijn zusje Hanna van 5 vast op dat drijvende dak. Mijn broer Han van 15 heeft het niet overleefd. Drie maanden na de ramp, toen we tijdelijk in Zanddijk bij Veere woonden, is onze Han aangespoeld. Achteraf bleek dat hij met zijn vlot te gen een boom is gekomen, is omgeslagen en door de koude is verdronken. In vergelijking met dit verdriet, geeft het niks meer dat je ook al je spullen bent kwijtgeraakt. We waren eerst drie maanden geëvacu eerd bij een kinderloos echt paar in Goes: mijn moeder en drie kinderen. Mijn vader wil den ze er niet bij hebben. Dat werd te druk. Het was dus fijn weer bij elkaar te zijn toen we na drie maanden onze intrek konden nemen in een onbe woonbaar verklaarde woning in Zanddijk. We hebben daar tot het volgend voorjaar ge woond. Met het buurmeisje van toen heb ik nog contact." „Zaterdagavond om tien uur luisterde ik nog naar de radio. Ze hadden het over een or kaan op de Ierse Zee. Als dat maar goed komt, dacht ik. 's Middags waren we van de Waddenzee gekomen. Bij Sta- venisse sloegen de golven al bijna over de dijk. 's Nachts ging de kerkklok. Alarm. Het ging je verstand te boven, zo hoog stond het water. Daar komt geen bal van terecht, dacht ik. Yerseke liep net niet onder, maar Kruiningen wel. Een stelletje Yersekenaren was zo ontzettend alert. Ze tilden roeiboten uit de haven en gin gen erheen. Zondags gingen mensen gewoon naar de kerk. Je wist van niks. Ook maandag niet. Mosselkweker Hubrecht Koster uit Yerseke was die dag als eerste bij het gat van Ou- werkerk. Hij is er later in geva ren en heeft veel mensen ge red. Boudewijn Zuijdwegt, een kundige mosselkweker, nam in Yerseke de stoel van de bur gemeester over. Hij stuurde schepen naar de ondergelopen gebieden. Ik ging naar Kortge- ne. Er was niks te doen. Varen als veer tussen Kortgene en Katseveer, dat was alles. Op het havenplateau in Kortgene stonden vijftien doodskisten. Dat vergeet ik nooit meer." saris van de koningin De Ca- sembroot te bellen. Toen we buiten kwamen hoorde ik een geruis en het water kwam in eens als een vloedgolf aan. Dat moet het moment zijn ge weest waarop de dijk brak. Bin nen de kortste keren stond het water tot de derde trede van boven in het gloednieuwe ge meentehuis, Die zondag heb ben we de hele dag in de raads zaal gezeten. Je kon geen kant op. De volgende dag zakte het water, zodat ik naar hoger gele gen grond kon waden. Van slachtoffers was ons eerst niets bekend. Ik heb alleen een do de koe zien drijven." „Na de opening van het nieu we gemeentehuis van Kortge ne op zaterdag 31 januari 1953, waar ik als verslaggever bij was, kon ik niet meer terug naar Zuid-Beveland. De veer boot voer niet vanwege het ho ge water. Ik heb toen een ka mer genomen in De Rode Leeuw, 's Nachts om drie uur werd ik wakker van het gelui van de kerkklok. Op straat kwam ik burgemeester Schuit tegen. Die vroeg of ik mee wil de rijden naar ColijnsplaaL Daar was iets aan de hand met de coupure in de dijk bij de ha ven. Eerst ging hij nog naar het gemeentehuis om commis-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 94