Zeeland Bij uitbreiden van dorpen staan historie en landschap centraal PZC Zaterdag 12 januari 2008 35 Woningbouw in Zeeuwse dorpen moet anders worden aangepakt. Niet lukraak een nieuw wijkje eraan plakken, maar uitgaan van de historie van dorp en landschap. Organisch groeien zogezegd. door Rinus Antonisse Voor Aad de Klerk, Zeeuws consulent his torie en landschap, kan niet gauw genoeg begonnen worden met organisch groeien. Oftewel bouwen in de dorpen op een ma nier die aansluit bij de bestaande, historisch gegroeide situatie en in een vorm die van buitenaf gezien ook past in het landschap. Dat is afgelopen tijd in menig dorp niet gebeurd, met als resul taat de beruchte 'witte schim mel-wijkjes', die als een vreemde eend in de bijt tegen de oude dorpskern aanleunen. Lelijke puisten, noemt De Klerk ze. „Op plekken waar je vroeger niet zou bouwen - dat deed je op de hoogste delen - en in vormen waarin je vroeger niet zou bou wen." Ofwel huizen die je overal in het land tegenkomt. De consulent is blij dat de provin cie het tij wil keren. Samen met de gemeenten Borsele (met dorp Oudelande), Sluis (met stadje Aar denburg) en Veere (met Seroosker- ke) worden plannen ontwikkeld voor nieuwbouw die wél past in zowel dorp als landschap. Gedepu teerde Harry van Waveren (CDA, ruimtelijke ordening) is razend be nieuwd of het lukt. Hij ziet het als een 'doorstart', nadat met een eer der plan voor organische groeien uit 1999 vrijwel niets is gedaan, al kwam er voor de ideeën landelijk veel waardering. In Groningen zijn ze er wel mee aan de slag gegaan, vertelt archi tect )an Giezen. Daar heet het duurzaam bouwen, maar de uit gangspunten zijn dezelfde als voor organisch groeien. Rondrijdend door Zeeland zag hij veel overeen komsten met de situatie op het Groninger platteland. Giezen stelt voor de toekomst van de dorpen met name het land schap centraal. Hij promoot enthousiast 'groene architectuur', die als het ware één geheel vormt met het landschap. „De meeste uitbreidingsplannen zijn nu volstrekt uitwisselbaar en de relatie met het landschap is vol ledig zoek." Hij vindt dat gemeenten bij het maken van uitbreidingsplannen (en ook bij vernieuwing en sane ring in de bestaande bebouwing) eerst een duidelijke visie en land schapsplan moeten maken, in nau we samenwerking met de dorpsbe woners. Net als in vroeger tijden gaat Gie zen uit van kleinschalig bouwen, niet tientallen (rijtjes)huizen tege lijk uit de grond stampen. En bij het ontwerpen van de huizen kij ken naar wat er al staat. Dat betekent bijvoorbeeld boerde- rij-achtige woningen neerzetten. Want het was immers normaal dat boerderijen in een dorp ston den. Toen ze verdwenen, kwamen er dikwijls eenvormige woningen voor in de plaats. „Niet allemaal dezelfde huizen, een afwisseling van groot en klein." Neem het dorpssilhouet als ver trekpunt, adviseert hij. „En groen, water en beplanting moeten een grote rol spelen. Tussen dorp en buitengebied is een overgangszone nodig. Dorpsbosjes kunnen soms een oplossing zijn." Giezen stelt vast dat een mooie dorpskern nog al eens de mist ingaat doordat de bebouwde randen verkeerd zijn in gevuld. Het betekent allemaal dat gemeen ten bereid moeten zijn, meer dan nu het geval is, geld te stoppen in het versterken van het landschap. Toekomst Zeeuwse dorpen Liefst voordat er gebouwd gaat worden, zegt Giezen. „Niet alleen investeren in bouwen, ook in het landschap." Wat voor de dorpsuitbreiding geldt, gaat volgens hem overigens ook op voor bebouwing in het lan delijk gebied. Voorkom dat nieuwe activiteiten van boeren het land schap aantasten, luidt Giezens boodschap. Ga ook hier uit van his torie en ecologie. Ook bij het ont werpen van een nieuwe schuur. 'De meeste bouwplannen zijn nu volstrekt uitwisselbaarde relatie met het landschap is zoek De provincie wil dat gemeenten voor elk dorp een zogenaamd visieplan maken. Dit jaar moet er, dorp voor dorp, mee begonnen worden. Het visieplan moet uitgaan van de ontstaansgeschiedenis en ontwikke ling van een dorp, het landschap, de sociale en economische omstandighe den. Er moet onder meer in staan waar en hoe in een dorp komende 10 tot 15 jaar gebouwd kan worden. Daarbij gaat het niet in de eerste plaats om een nieuwe wijk, maar om op knappen en sanering (sloop) van bestaande bebouwing, sanering en het invullen van lege of vrijkomende plekken (inbreiding). De provincie wil graag dat eerst wordt gekeken naar dorpen in de natio nale landschappen Zak van Zuid-Beveland, platteland Walcheren en West-Zeeuws-Vlaanderen. Dit, omdat de aanwijzing als nationaal landschap met zich meebrengt dat zeer behoedzaam met uitbreiding van dorpen omgegaan moet worden. De dorpen Oudelande (Borsele) en Serooskerke (Veere) en stadje Aarden burg (Sluis) gaan fungeren als 'voorbeeldproject'. Het nieuwe kwaliteitsteam van de provincie, dat adviseert over het ge bruik van de ruimte, zal hierbij een handje helpen. Langs welke kant je Oudelande ook binnenrijdt, 'witte schim mel' is nergens te bekennen. foto Willem Mieras 'Bouwen op oude bedrijfsterreinen in en om de dorpen is kostbaar, maar zeker de moeite waard' Een toekomstig nieuwbouwstraatje in Oudelande zal zeker niet De Weg van de Minste Weerstand gaan heten. Want met het voordragen van het 721 zielen tellende dorp als voorbeeldproject voor 'organisch groeien' maakt wethouder Marga Vermue (CDA, ruimtelijke ordening) het de gemeen te Borsele niet makkelijk. „We gaan niet zomaar uitbreiden, maar eerst naar lelijke plaatsen kijken." Dat bouwen op voormalige bedrijfsterreinen knap lastig is, weet Vermue uit ervaring met onder meer een kavel in Lewedorp. Binnenkort zal heel Oudelande in kaart worden gebracht. „Niet alle locaties zullen geschikt zijn, je moet ook bijvoor beeld rekening houden met de milieucirkel van boomgaar den." Oudelande is de afgelopen decennia al behoorlijk or ganisch gegroeid. De nieuwbouwwijkjes zijn vaak doodlo pende straatjes, ingeklemd door bestaande, dikwijls sterk kronkelende wegen. Het resultaat is dat het dorp langs alle vijf de toegangswegen een authentieke uitstraling heeft. „Dat moeten we behouden, bijvoorbeeld door een apparte mentgebouw in de vorm van een oude schuur te bouwen." Burgemeester en wethouders zien de Sint Baafskerk als cul tuur-historisch hart van Aardenburg. foto Peter Nicolai Nieuwbouw moet in Aardenburg niet alleen op 'natuurlijke wijze' passen, maar ook cultuur-historisch verantwoord zijn. Aardenburg telde r januari van dit jaar 2425 inwoners. Die voelen zich als bewoners van de oudste stad van Zeeland wel echte stedelingen. De bestuurders van de gemeente Sluis steunen hen daarin. Ze willen de kikkerstad 'orga nisch' laten groeien, en daarbij ook rekening houden met de Romeinse en middeleeuwse geschiedenis van het stadje. In de Weststraat lukte dat een paar jaar geleden heel aardig toen op de plaats van een voormalige sociëteit Residentie De Rederijker verrees. Behalve voor de historie is er veel aandacht voor de cultuur. Maar over wat 'cultuurhistorisch verantwoord' is, lopen de meningen nogal uiteen. Zo voelen velen weinig voor het op sieren van de Markt met een Romeins forum en is er veel gesteggel over het gebruik van de Sint-Baafs en de invulling van de Rabobank aan de Kaai. Voor nieuwbouw zijn wei nig concrete plannen, alleen het verzorgingshuis Coensdike denkt aan uitbreiding aan de noordwest kant. Door deelna me aan het provinciale project moet nieuwe ouderenhuis vesting op 'natuurlijke wijze' in het stadje in te passen zijn. Serooskerke ligt aan twee belangrijke doorgaande wegen. foto Ruben Oreel Serooskerke is binnen de gemeente Veere één van de twee kernen waar de bedrijvigheid zich concentreert. Al bij het begin van onze jaartelling moeten er mensen heb ben gewoond waar nu Serooskerke ligt. Tegenwoordig telt het Walcherse dorp 1813 inwoners. Behalve een agrarisch dorp is het nu binnen de gemeente Veere ook één van de twee kernen waar de bedrijvigheid zich concentreert. Grotere bedrijven mogen zich vestigen op De Zompe. Dat heeft onder meer te maken met de goede bereikbaar heid. Serooskerke ligt langs twee belangrijke doorgaande wegen: de N57, die van Middelburg over de koppen van de eilanden naar Rotterdam voert (Dammenroute) en de Wil- genhoekweg die onderdeel is van een ringweg (N287/N288). De aanwezigheid van de N57 is ook zeer van invloed op de uitbreidingsmogelijkheden. De weg vormt een grens. Volgens wethouder Jan Bostelaar (PvdA, ruimte lijke ordening) gaat de gemeente Veere in het kader van or ganisch groeien onderzoeken of welke wijze de ruimte tus sen de weg en de huidige bebouwing het beste kan worden ingevuld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 37