Vogels als trekpleister
Drie keer
een dorp
Wissenkerke
De PZC sponsort stichting Het
Zeeuwse Landschap. In Natuur-
journaal gaat hoofd ecologie
Chiel Jacobusse wekelijks in op
wat er aan de orde is in de
Zeeuwse natuurgebieden.
Vogels kijken is een hobby
die aan populariteit wint.
Was het vroeger het ver
maak van een enkeling; te
genwoordig trekken hele
volksstammen erop uit om
vogels te spotten. Elk gebied
heeft zo zijn eigen specialitei
ten, maar sommige gebie
den springen eruit. Daar zijn
altijd wel bijzondere vogels
te vinden. En vogelaars dus.
Zo'n gebied is ook door
mensenhand te creëren.
door Chiel Jacobusse
Vogels observeren aan de Brouwersdam. Inzet: drieteenstrandloper.
foto's Chiel Jacobusse
Langs de Noordzeekant van de Brouwersdam is altijd
iets te beleven. In de winter verblijven er honderden
eidereenden en heel vaak zijn er roodhalsfuten, rood-
keelduikers of- als het een beetje wintert - ijseenden
te zien. En met wat geluk kom je een parelduiker of een gro
te zee-eend tegen. Verder zijn steltlopertjes als de steenlo
per en de drieteenstrandloper steevast van de partij. En niet
te vergeten een hele reeks verschillende meeuwen.
Soms zijn er tientallen auto's met vogelaars tegelijk aanwe
zig omdat er een dwaalgast te zien is. Uit alle hoeken van
het land komen vogelaars om die ene middelste jager of
zwarte zeekoet te bewonderen. Zeldzaamheden hebben
voor veel vogelaars nu eenmaal een magische aantrekkings
kracht.
Anderzijds valt er ook aan alledaagse soorten genoeg ple
zier te beleven. Negen van de tien bezoeken kun je bijvoor
beeld observeren hoe zilvermeeuwen mossel- of oesterschel
pen te pletter laten vallen op het asfalt van de dijkbekleding
om zo het vlees te kunnen consumeren. Vooral in de buurt
van de kust is het soms mogelijk aantrekkelijke vogelgebie-
den aan te leggen. Als de omstandigheden gunstig zijn, kan
zo'n gebied meerdere functies vervullen. Niet alleen voor
de natuur, maar ook voor de recreant, is een goed aangelegd
natuurgebied heel aantrekkelijk.
Het Zeeuwse Landschap heeft een aantal jaren geleden een
plan gelanceerd voor een nieuw, vogelrijk kustreservaat bij
Breskens; het plan Waterdunen. Aan de Westerscheldemon-
ding, vlakbij de roemruchte trektelpost in Breskens, is een
natuurgebied voorzien van enkele honderden hectaren.
Rondom een te creëren plas- en moerasgebied is een zone
geprojecteerd, met volop mogelijkheden voor dag- en ver-
blij fsrecreatie. Tevens houdt het plan rekening met de nood
zakelijke versterking van de zeewering ter plaatse. Op die
manier is een creatieve optelsom van allerlei belangen ge
maakt.
Gezien de ligging van het gebied biedt Waterdunen enor
me perspectieven. Er is vrijwel geen gebied in Nederland
waar zoveel trekkende vogels langs komen en tijdelijk blij
ven pleisteren. Flinke aantallen van gewone soorten als zwa
luwen en leeuweriken, maar ook zeldzaamheden als rood-
stuitzwaluw en bijeneter zijn typerend voor Breskens. En
natuurlijk zijn kustvogels als plevieren, sterns en andere wa
tervogels als broedvogel te verwachten.
Lang niet overal bestaan er mogelijkheden voor een plan
als Waterdunen. In de eerste plaats moet je een gebied heb
ben dat aantrekkelijk is voor vogels. Centraal punt daarbij is
de ligging langs een trekroute vlak aan de kust. In
Noord-Frankrijk ligt een vogelreservaat dat in veel opzich
ten model heeft gestaan voor Waterdunen. Ten noorden
van de Somme-monding (niet toevallig ook een estua
rium!) ligt het park Marquenterre, waar jaarlijks vele hon
derdduizenden betalende bezoekers komen. Er leeft een
keur aan watervogels, van allerlei ganzen en eenden tot
minstens vijf verschillende soorten reigers. Economisch
draait het gebied als een tierelier. Redenen genoeg dus om
ook in Zeeland met dit succesvolle concept aan de slag te
gaan. Daar is niet alleen de natuur maar ook de kustveilig-
heid en de regionale economie mee gediend.
illustratie Adri Karman
Onder de vruchtbare klei van
Noord-Beveland ligt een aantal
verdronken dorpen verborgen. Zo
moet ter hoogte van hoeve Kei
hoogte in de Vlietepolder het
dorp Vliete hebben gelegen. Nabij
het nog herkenbare Bogaertschaer.
Op de achtergrond het derde Wis
senkerke. Het eerste dorp ver
dween in 1352 en het tweede ver
dween net als Vliete door de
Sint-Feltxvloed die in 1530 hevig
huishield.
PZC Zaterdag 12 januari 2008