ii spectrum Gevoelens op papier 'We leven bij de dag. Iedere dag is er een' PZC Zaterdag 12 januari 2008 Ton en Loes Schraven: „Dat we elke ochtend opstaan, is eigenlijk al een wonder. morgens op. Of hij meteen naar huis wilde komen. Ton: „Ik dacht dat er iets was met de zieke moeder van Loes." Loes: „Ik kon hem niet door de telefoon vertellen dat on ze tweede zoon was omgekomen." Ton: „Toen ik thuiskwam, zag ik brandweer en politie bij het huis staan en Ralf stond aan de kant van de weg en riep naar mij dat Djom dood was." Loes: „Het was kwart over elf 's morgens. Ik zat in de serre met een vriendin.Ralf lag nog in bed. Djorn had nog kerstvakantie en zou met de auto naar zijn vriendin lackelien in Heeze gaan. Hij riep, als altijd, 'tot dalijk, straks, vanavond en houdoe'. Een paar seconden later hoorden we een gigantische klap. Mijn vriendin en ik ren den naar buiten. Ondertussen kwam Ralf ook aangerend. Djorn was met zijn wagen voor het huis onder de trein gekomen." Het wordt weer stil in de serre. Ton en Loes kijken naar bui ten, naar de mooie wintertuin. Ze kijken naar elkaar. Ze kijken naar de grond en in het niets. In het totale niets. Loes: „Ralf zag als eerste Djorn naast de rails liggen. We zagen meteen dat hij dood was. Eerst hebben we elkaar vastge houden, toen ben ik bij Djorn gaan zitten. Daar heb ik zitten huilen: 'Oh nee, niet on ze Djorn, niet onze Djorn'. Later hoorde ik dat mijn zus heeft gezegd: 'Nu gaat ons Loes ook dood'. Dat klopte ook. Geestelijk dan." Ton: „Ik was totaal verslagen. Ik kon niets meer, was dagenlang helemaal lam." Loes: „Het draaiboek van de begrafenis van Niels kwam weer tevoorschijn. Djorn lag net als Niels thuis opgebaard. Onze vrienden namen ons huishouden weer over en regelden alles, ontvingen de visite. Familie schreef opnieuw de rouwkaarten. Twee bidprentjes naast elkaar op tafel." Loes: „Ik dacht: Djorn moet net zo'n mooi afscheid krijgen als onze Niels. Bij Djorn heb ik gezongen in de kerk met ons zang groepje, net als bij Niels. Je kunt niet be schrijven hoe mensen er in de kerk bijza ten. Bij Niels was iedereen aangeslagen, in tens verdrietig. Bij Djorn was iedereen to taal verslagen. Huilen kon eigenlijk niet meer. Het was en is ook niet te bevatten. Ook niet voor lackelien, de vriendin van Djorn. Ze hadden drie jaar verkering, dus zij had ook alles met Niels meegemaakt." Is er een manier te vinden om verder te le ven als je twee kinderen verliest? Ton: „)e voelt een bodemloze moeheid, alsof je in drijfzand vastzit. En je voelt je zo moede loos omdat het maar niet lukt je leven weer op te pakken, richting te geven. Het is net alsof je weer opnieuw moet leren praten en lopen. We leven bij de dag. Plan nen lukt niet, want we kunnen niet meer vooruit denken. Iedere dag is er een. Als ik even weg ben, wil ik eigenlijk zo snel mo gelijk weer naar huis, naar Loes. Mijn hoofd voelt de hele dag als die schreeuwe rige flitslichten op een kermis, omdat ik bij alles wat ik doe, herinnerd word aan wat er is gebeurd. Ik zeg wel eens: 'Als mijn hoofd licht kon geven, hadden we hier in huis geen lampen meer nodig'." Loes: „Het ergste is dat we ons buitenshuis nergens meer veilig voelen. Alleen ons ei gen huis is nog een veilige plek, een cocon. Buiten voelen we ons overgeleverd aan de mensen, aan de wereld. Daar worden we onzeker van. We voelen een permanente basisonrust. Als we ergens zijn, willen we eigenlijk zo snel mogelijk weer naar huis. Hier zijn we samen, hebben we aan één blik genoeg. Gelukkig hebben we nog fami lie en vrienden die ons de moeite waard vinden om mee door te gaan. Ook met hoe we nu zijn." Loes: „Met Ralf proberen we er het beste van te maken. Maar het klopt allemaal niet meer. Het aantal aardappels dat je schilt, de borden op tafel, de was... Na Niels hiel den we ons heel bewust vast aan rituelen: verjaardagsfeestjes blijven vieren, sinter klaas, Kerstmis, uit eten op onze trouw dag. Maar dat heeft nu allemaal geen zin meer. Met z'n drieën in een restaurant zit ten, maakt het allemaal extra pijnlijk. Ons gezin is te klein geworden." Ton en Loes werken niet meer, en dat zal er waarschijnlijk ook niet meer van ko men. Langzaam, heel langzaam proberen ze de draad weer op te pakken. Ton: „We zetten hele kleine stapjes vooruit. Maar ge voelsmatig leveren ze weinig op. Maar als we achterom kijken, zijn we toch wel iets opgeschoven. Desondanks blijft de totale leegte. Eigenlijk is dit niet te doen, dit le ven. We moeten dit verlies leren dragen, maar hóe, dat weten we helemaal niet. Dat we iedere ochtend opstaan, is eigenlijk al een wonder. Ik kan me zo goed voorstel len dat je nooit meer je bed uitkomt." Loes: „Ik dacht ooit: „Noodlot, je moet het nog eens wagen hier af te slaan. Dan zal ik je voor zijn." „Nee," zeggen Ton en Loes als ze het arti kel hebben gelezen, „met die zin mag het verhaal niet eindigen. Want aan het einde van dit verhaal moet iets van hoop door klinken. Dat we blijven knokken bijvoor beeld, met alle kracht die we nog in ons hebben. En dat we ieder lichtpuntje wiflen koesteren." Zoon Ralf Schraven en Jackelien, de vriendin van Djorn, hebben op papier gezet hoe zij zich voelen. Ralf (27): 'We waren altijd samen.Toen Niels dood was, was ik blij dat ik nog een broer had, zodat ik niet als enige overbleef. Toen Djorn ook nog wegviel, kon ik alleen overeind blijven door me vast te houden aan alles wat ik al deed. Alles wat we ooit samen hebben meegemaakt, kan ik nooit meer met hen delen. Ik mis ze bij alles wat ik doe. Ik weet dat ik alleen verder moet en dat doe ik ook, hoe moeilijk dat ook is'. Jackelien (22): 'Je mist de helft van jezelf, je bent geamputeerd. Mensen zeggen dat je verder moet met je leven, nee, dat kan niet. Je moet een nieuwe manier van leven zien te vinden en dat proces vraagt tijd. Het is eigenlijk nooit klaar. Djorn en Niels in de bloei van hun leven te moeten verliezen, kent voor mij geen eind. Ik leef met de dag. Ik heb afgeleerd te ver in de toekomst te kijken, want het kan in één seconde voorbij zijn'.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 135