een kwaliteit geworden'
9 spectrum
'Ik kan naar mezelf
kijken als naar
een instrument'
PZC
Zaterdag 12 januari 2008
hè." Serieus: „Niemand wil toch op een
mensonwaardige manier doodgaan?"
De Goede Dood is een tragikomedie. Het
zou niet eens anders kunnen, zegt Van Kra
lingen. „Onmisbare humor, ja, dat klopt
helemaal. Er móet niet gelachen worden,
er wórdt gelachen in die omstandighe
den."
Het is humor die bestaat bij de gratie van
het ongemak. „Huub zegt ergens: 'Waar
om worden we niet gek?' Dan zeg ik: Mis
schien zijn we dat al." Hysterie wil ze het
niet noemen. Maar, zegt ze, en grijpt naar
haar hoofd, „het zindert en het dendert
voortdurend."
Ze hoopt dat het publiek het ook zo zal
voelen. Al zou ze willen, ze kan daar niet
bij voorbaat van overtuigd zijn. Niet als
het om haar eigen rol gaat. „Ik weet na
tuurlijk wel dat ik mijn vak versta, maar
onzekerheid is er altijd. Ik blijf kijken naar
mezelf, bij elke zin. Doe ik het wel goed?
Is dit wat er in mijn vermogen ligt?"
Last heeft ze er niet meer van. „Vroeger
stond ik bij wijze van spreken het liefst
achter het doek. Dat je je afvroeg; waar
doet die vrouw het eigenlijk voor? De on
zekerheid is ook een kwaliteit geworden.
Het lijkt me afschuwelijk volkomen over
tuigd van mezelf op het toneel te staan."
Wat ook helpt, is het vaste voornemen
nooit meer iets te doen wat ze niet wil.
„En ik denk dat dat wel gaat lukken." Rust,
dat stadium heeft ze bereikt. „Innerlijke
rust. Een heel prettig gevoel." Ze maakt
een gebaar alsof ze iets kostbaars in haar
handen houdt. „Ik kan naar mezelf kijken
als naar een instrument. Een viool. Geen
Stradivarius, hoor, maar wel een mooi au
thentiek instrument."
Niet dat ze in haar spel altijd een viool is,
erkent ze, maar ze houdt van het geluid
omdat het dicht bij de menselijke stem
ligt. „En het is ook hoe ik zelf in elkaar zit
Als je koper laat vallen, zit er een deuk in,
een viool gaat stuk."
De krassen in het hout zijn gemiste kan
sen, foute keuzes. „Mariane in Tartuffe van
Molière, daar was ik echt te oud voor. Jele-
na, in Oom Wanja van Tsjechov, dat is nu
te laat." Zuipschuit Claire in Wankel Even
wicht van Edward Albee was een oude
wens, maar ook die is achterhaald. „Nou
ga ik haar oudere zuster Agnes spelen."
De viool kan nog wel even mee, zegt ze.
„Al denk ik niet dat ik zo'n tuttebel ben
die tot haar 88e op het toneel wil staan."
Voor een actrice van haar leeftijd raken de
rollen weliswaar dunner gezaaid, maar, zo
zegt ze met een nadrukkelijk gearticuleerd
voorbehoud, „voorlopig en vooralsnog
ben ik een van de weinigen die altijd
werkt."
Ze balt haar vuisten en maakt een stiekem
juichgebaar.
De Goede Dood, vanaf 11 januari try-outs in de thea
ters. Premiè 23 januari in Leiden, tournee tot en
met 18 mei. Tekst en regie Wannie de Wijn. Met:
Will van Kralingen, Saskia Bonarius, Huub Stapel,
Peter Tuinman, Wilbert Gieske en Hans Thissen.
www.impresariaatwallis.nl
Will van Kralingen
Geboren op 1 oktober 1951
in Nijmegen.
Studeert in 1978 af aan de
toneelschool in Amsterdam.
Speelt haar eerste rol in De
Getemde Feeks van Shakespea
re bij toneelgroep De Appel
in Den Haag.
Vanaf de oprichting in 1988
tot 2004 vast verbonden aan
Het Nationale Toneel in
Den Haag. Sindsdien is ze
freelance acteur.
Krijgt in 2007 de Theo d'Or
voor haar rol als Elisabeth in
het koninginnendrama Maria
Stuart.
Haar bekendste tv-rol is die
van Anna in de serie De Zo
mer van '45 die de NCRV zes
tien jaar geleden uitzond en
in 2005 herhaalde. De serie
verscheen onlangs op dvd.
In 2007 speelt ze de rol van
hoofdinspecteur Ellis Fla-
mand in de politieserie Flik
ken Maastricht.
Wint in 1995 een Gouden
Kalf voor haar rol als de suïci
dale Lydia in de speelfilm Ha-
vinck. Speelt verder onder
meer in de film Wilde Mossels
(2000).
Is moeder van twee zoons,
uit haar huwelijk met acteur
Eric Schneider. Heeft nu een
relatie met theaterproducent
Pim Wallis de Vries.
foto Rick Nederstigt/ANP
In de rol van Anna in
De zomer van '45. foto ANP