36 i kL ShI mmk .~ji- ..j! PZC Dinsdag 8 januari 2008 31 Grenspalen en - stenen in allerlei soorten en maten Voor het aangeven of afzetten van een grens werd een groot aantal verschillende typen grenspalen gebruikt. Ambachtspalen duiden een ambachtsheerlijkheid aan, destijds een in leen gegeven gebied waar een ambachtsheer of-vrouw het voor het zeggen had (onder meer rechtspraak). Liniepalen gaven aan waar in Zeeuws-Vlaanderen een militaire linie gelegen was. Generaliteitspalen stonden op de grens van het rechtsge bied van de Republiek der Verenigde Nederlanden en dat van een van de zeven gewesten. Onder de generaliteit vie len onder meer het Vrije van Sluis en de Vier Ambach ten. Hekpalen waren scheidingspalen tussen de grond van een boerderij en de weg. Ook stoeppalen hadden deze functie. Jurisdictiepalen (ook wel banpalen genoemd) ba kenden het rechtsgebied van een stad af. Oostenrijkse palen bevonden zich op de grens tussen de Republiek der Verenigde Ne derlanden en de Oostenrijkse of Zuidelijke Nederlanden. Tiendpalen markeerden de scheiding tussen twee tiendgebieden. Tienden wa- 0^ ren een belastingheffing, dikwijls in erfpacht gegeven aan ambachtshe ren, pas in 1907 afgeschaft. fotografie Peter Nicoiai Oostenrijkse grenspaal, Markt in Philippine. NAMEN Kerkhoeve Bij een kerkhoeve in Zeeland denken wij normaliter aan boerderijen die als (schuil)kerk dienden. Dat speelde vooral na de reforma tie. Toen Zeeland omstreeks 1575 massaal overstapte op de protestante vorm van het christendom, zaten de rooms-katholieken omhoog. Hun kerken werden door de protestanten overgenomen. In het redelijk verdraagzame Zeeland van na de reformatie werd het de 'roomsen' wel vergund kerk te houden, maar dan in boerenschuren of boerenhuizen. Die boerde rijen - van rooms-katholieke eigenaars uiteraard - werden kerkhoeves genoemd. Zij wa ren overal in Zeeland te vin den. Rond 1845 - toen de 'ge reformeerden' zich afsplitsten van de Nederlands Hervorm de Kerk deed zich korte tijd een dergelijk verschijnsel voor. Maar in 's-Gravenpolder staat een boerderij die 'Kerkhoeve' heet met een heel andere his torie. Willem Bosdijk en zijn vrouw woonden rond 1845 op een grote boerderij aan de rand van het dorp. Zij waren kinderloos en begonnen de last der jaren te voelen. Om onbezorgd en verzorgd van hun oude dag te genieten (en wellicht ook ter verhoging van hun zielenheil) boden zij hun hoeve aan de rooms-ka tholieke kerk te Kwadendam- me aan. Op voorwaarde dat zij beiden tot hun dood door de kerk onderhouden zouden worden. De kerk accepteerde en kocht de hoeve. Na de dood van de Bosdijks werd de hoeve met de grond verpacht. Maar rond 1900 kwam de rooms-katholieke gemeente in Kwadendamme financieel in het nauw. Zij bouwden een nieuwe kerk en die kostte veel geld. Toen in 1919 de toren van de nieuwe kerk het tijdens een storm be gaf, zaten zij helemaal in nood. De hoeve werd ver kocht aan Jacob Rijk met 43 hectare grond. De nazaten van Jacob Rijk wonen er nog. En de naam, 'Kerkhoeve', siert nog steeds de muur. Gerard Smallegange Tiendpaal aan de Slepersdijk in Oostburg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 65