spectrum s
PZC
Zaterdag 5 januari 2008
'Ik heb mijn
land een gezicht
gegeven'
Khaled Hosseini schreef
De Vliegeraar om zichzelf een
verhaal te vertellen en zag zijn
roman vervolgens uitgroeien tot
een mega-bestseller. Een miljoen
exemplaren, alleen in Nederland
al. Vanaf donderdag is de
verfilming van The Kite Runner,
het universele epos over
vriendschap, verraad en
boetedoening in Afghanistan, in
de bioscopen te zien. „Ik ben de
meest fortuinlijke Afghaan uit de
geschiedenis."
door Theo Hakkert
Een knappe, even goedgeklede
als -gekapte man staat op van
de bank en geeft met een zorge
lijk gezicht een stevige hand. Zo
als hij ooit als internist dagelijks
vele malen serieus handen moet hebben
geschud, al dan niet voor een slechtnieuws-
gesprek. Maar daar is vandaag geen sprake
van. Khaled Hosseini (42) is nu schrijver
en hij is in Londen om te praten over de
verfilming van zijn eerste roman, de inter
nationale bestseller De Vliegeraar.
„Voor mijn land is deze film een cultureel
evenement van de eerste orde", zegt hij.
Zijn land, hij bedoelt Afghanistan, dat hij
verliet toen hij 11 jaar oud was. Noodge
dwongen. Vader Hosseini was in de jaren
zeventig diplomaat in Parijs, maar toen het
moment van de geplande terugkeer was
aangebroken, hadden de Russen het land
bezet. De Hosseini's weken uit naar de Ver
enigde Staten, waar ze in armoede leefden,
maar waar Khaled, de jongste van vijf kin
deren, toch medicijnen kon gaan studeren.
Ondertussen verjoegen de taliban de com
munistische Russen uit Afghanistan om er
een streng-islamitisch schrikbewind voor
in de plaats te stellen.
Tegen dit historische decor plaatst Khaled
Hosseini in zijn roman het universele ver
haal van de jongetjes Amir en Hassan. Ze
groeien in hechte vriendschap op, on
danks het standsverschil: Hassan is het
zoontje van de bediende van Amirs vader.
Hassan zegt 'u' tegen Amir; en Amir ver
raadt zijn vriend door het op een allesbepa
lend moment niet voor hem op te nemen.
De wroeging daarover wordt door de jaren
heen alleen maar groter en drijft Amir, ve
le jaren later, terug naar Afghanistan.
Boetedoening, het rechtzetten van grof ver
raad. Is hier een parallel? Was de roman
Hosseini's manier om iets terug te doen
voor het land dat hij weliswaar niet verra
den, maar wel achtergelaten had?
„Nee, dat is het niet. Ik heb het boek niet
geschreven vanuit zulke eerbare motieven.
Ik zeg het maar gewoon zoals het is. Ik
voelde me betrokken bij de personages. Ze
waren er en ze fascineerden me. Ik kon
niet wachten om uit te vinden wat hen
zou overkomen, hoe hun verhaal verder
zou gaan.
„Je hebt als kunstenaar, zo blijkt, niet altijd
het effect van je werk in de gaten. Zeker
niet de effecten op termijn. Een boek dat
ik puur voor mezelf had geschreven, is een
leven op zichzelf gaan leiden. Wat een ver
telling was aan en voor mijzelf - hoe kon
ik als totaal onbekende emigrant die nooit
iets had gepubliceerd ook maar denken
dat iemand op mijn boek zat te wachten? -
is uitgegroeid tot een venster op Afghanis
tan. Ik heb mijn land een gezicht gegeven.
Ik ben de meest fortuinlijke Afghaan uit
de geschiedenis.
„Maar het boek is geen goedmakertje. Het
schrijven zeifis een intense, zeer persoon
lijke aangelegenheid. Schrijven doe ik voor
mezelf, uit zelfzuchtige motieven zelfs, om
mezelf een verhaal te vertellen. Omdat het
zo leuk is. Ik kan slechts hopen dat mijn
boek een positieve, constructieve bijdrage
is aan de wederopbouw van mijn land. Zo
dat er meer aandacht komt, meer geld. Zo
dat we scholen kunnen bouwen."
Inmiddels heeft hij een tweede bestseller
geschreven, getiteld Duizend schitterende
zonnen, een van de grote internationale ver
koophits van 2007. De verfilming ervan is
in pré-productie.
In De Vliegeraar heeft Hosseini veel auto
biografische elementen verwerkt, niet zo
zeer in het verhaal als wel in de persona
ges. Een voorbeeld dat hij noemt is Rahim
Khan, de man die Amir naar Afghanistan
doet terugkeren.
„Hij is geïnspireerd op de surrogaatvader
van mijn vader. Mijn vader was 2 jaar toen
zijn vader, mijn grootvader dus, werd ge
dood. Hij was het enige kind in de kleine
gemeenschap met alleen een moeder. Hij
werd door de gezamenlijke vaders van het
dorp onder hun hoede genomen. Een van
hen was een oude leraar, die zich extra
voor hem heeft ingespannen, als een
schutsengel ging fungeren en ook een mo
rele vader voor hem is geworden. Een wij
ze, aardige man, die in de roman en de
film Rahim Khan is geworden, maar het
zijn natuurlijk niet dezelfde personen."
De film heeft hij inmiddels zo vaak gezien
dat deze hem het zicht op zijn verleden
heeft ontnomen. „De beelden hebben zich
voor mijn herinneringen geschoven", zegt
hij, met een glimlach. „Als ik aan mijn ver
leden denk, zie ik de acteurs."
Hosseini noemt en roemt de jonge, totaal
onervaren acteurs die de rollen van Amir
en Hassan spelen. Ze werden door casting-
director Kate Dowd gevonden bij straatau
dities in Kabul. Zonder de anderen tekort
te doen kan worden gesteld dat de 13-jari-
ge Ahmad Khan Mahmoodzada, in de rol
van Hassan, een openbaring is. „Ach,
Ahmad Kahn, Hassan, och." Hosseini
schudt in bewondering zijn hoofd. „Hij is
geweldig."
Regisseur van de film is de in Duitsland ge
boren Mare Forster, voornamelijk bekend
van Finding Neverland. Hij stond erop dat
in de film Afghaans zou worden gespro
ken. En dat voor wat Hosseini 'een ouder
wetse Hollywood-film' noemt. Was dat
geen risico?
Hosseini, breeduit lachend: „Als je ooit in
Afghanistan bent geweest en hebt gezien
waartoe de mens in staat is, krijg je een
heel ander idee van risico, dat voorspel ik
je. Maar inderdaad, een Amerikaanse film
waar vooral Afghaans in wordt gesproken,
dat is een risico. In de context van de Hol-
lywoodtradities was het een moedig be
sluit, want het druist in tegen de commer
ciële wijsheid dat je geen film moet maken
waarbij het publiek ondertiteling moet le
zen. Maar Mare wilde het per se zo. Hij
moest de studiobazen er echt van overtui
gen. Als het in het Engels moest, dan moes
ten ze maar een andere regisseur zoeken,
zei hij. Hij had gelijk. Een film in het En
gels was totaal anders geweest."
Een Hollywood-film is het. Met Sidney
Khaled Hosseini.
foto Max Rodeo