Terug van weggeweest 7 spectrum 'Ik neem graag de touwtjes in handen, maar haal ze nooit strak aan.' PZC Zaterdag 5 januari 2008 Lies Velthuijsen staat er weer! Ruim tweehonderd ouderen zullen dat vandaag in dorpshuis De Schutse in Burgh-Haamstede zelf kunnen constateren. Zat ze luttele maanden geleden even als een dood vogeltje in Emergis, nu is ze weer helemaal terug van weggeweest en kondigt ze vanmiddag het programma aan tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (Anbo voor 50-plussers). tekst: Ali Pankow foto: Mechteld Jansen Vlug, vlug, vlug, was haar motto. In het leven is im mers zoveel te doen. Maar in 2008 zal Lies het een beetje anders aanpakken. „Niet alles hoeft meer op dezelfde dag gereed, voortaan mag er best iets tot morgen blijven liggen. Wat dit nieuwe jaar betreft: Ik hoop dat mijn gezond heid me niet weer in de steek zal laten. Gezondheid staat toch op de allereerste plaats en pas na grote afstand komt de tweede plaats." Tot die conclusie komt Lies nadat ze het afgelopen halfjaar door een diep dal ging. De diagnose Non-Hodgkin (kanker in het lymfestelsel) gaf een enorme klap, maar toen de internist een reële overlevingskans schetste, beet ze zich vast in de chemotherapie. En met succes zo bleek uiteindelijk. Toch brachten de kuren meer afbraak in haar lichaam te weeg dan gehoopt. Een spoe dopname in het ziekenhuis op 31 augus tus was noodzakelijk en daarna ging het van kwaad op erger. Aan het einde van die dag lag ze met een gebroken heup. „Hebben ze me laten vallen, of ben ik zelf uit bed gerold? Dat weet ik niet, daar was ik te ver voor weg. Toen ben ik geopereerd aan die heup en daar na kwam ik op de afdeling die was be smet met mrsa, die ziekenhuisbacterie. Daardoor moest ik worden geïsoleerd en liepen er ineens van die maanman netjes rond mijn bed. Toen ben ik volle dig door het lint gegaan. Misschien door de angst voor de situatie, dat geïso leerd zijn. Ik houd ook niet zo van dich te deuren. In elk geval werd ik in Emer gis opgenomen en daar zat ik in het be gin echt als een dood vogeltje. Toch wa ren er ook humorvolle ogenblikken", constateert Lies als ze terugdenkt aan de gesprekken binnen de groep met ne gen andere patiënten bij wie ze was in gedeeld. Ze kroop weer uit het dal en kon op 1 november naar huis, waar echtgenoot George, dankzij haar in structies vanuit het ziekbed, inmiddels had geleerd hoe de wasmachine en de vaatwasser werkten. Volgens een van de verzorgsters was het ook hoog tijd dat Lies vertrok. „Als je nog langer blijft, heb jij straks de algehele leiding van Emergis", kreeg ze te horen. Ze her kent zo'n reactie wel. Op een andere plek en tijd zei een andere vrouw eens tegen haar: „Ik ben af en toe gewoon een beetje bang voor je." Ze kon zich dat wel voorstellen. „Tsja, ik ben nou eenmaal een regelnicht. Ik neem de touwtjes graag in handen, maar ik haal ze nooit strak aan. Als bestuurder zoek ik graag de gulden middenweg. Ik wil het liefste met iemand door één deur kunnen en ja, ik wil wel degelijk aardig worden gevonden. Tijdens mijn ziekte heb ik dat extra beseft. Al die kaartjes, al die bloemen, al die telefoontjes, een kaart met veertig namen van de men sen tijdens de Anbo-koffieochtend. Dat doet je allemaal zo ontzettend goed." Haar voorkeur voor duidelijke regels heeft wellicht te maken met haar oplei ding als Marva. De keus daarvoor is weer niet zo verwonderlijk voor een meisje dat in Den Helder is geboren en een marine-officier als vader heeft. Ze komt uit 'een beetje raar' gezin, omdat haar moeder uit een eerder huwelijk, dat in 1931 was geëindigd in een schei ding, al twee dochtertjes had. Lies is de oudste van het trio kinderen (nog een meisje en een jongen) uit het tweede huwelijk met die marineman. Ze heeft haar vader overigens nauwelijks ge kend. Hij vertrok in 1940 met zijn mari ne-afdeling naar Engeland en sneuvel de in 1942 bij Berlijn. Vanaf dat mo ment stond haar moeder er alleen voor in het gezin met vijf kinderen, in oor logstijd en met nauwelijks een weduwe pensioen „Daar was ze niet echt op be rekend en ze heeft ons dan ook al vroeg eigen verantwoordelijkheid bijge bracht." De Marva, na de middelbare handelsschool, was een be wuste keus. Wat Lies betreft is er nog steeds niks mis met militaire organisaties en worden die vaak ten onrechte in een negatief daglicht gesteld. Over de militairen bij missies in het buitenland zegt ze: „Het is moeilijk voor die jongens goed hun plicht te doen. Er mag door Defensie best op hen worden gelet, maar dan wel in de goede zin van het woord." Haar eigen drie jaren bij de Marva om schrijft ze als 'een heerlijke tijd' in het na-oorlogse Nederland vol opbouw- drift. Bovendien leerde ze bij de marine ook de toenmalige adelborst George Velthuijsen kennen. Liefde op het eer ste gezicht? „Nee hoor. Ik vond het nog zo'n jongen. Maar ja, hij hield vol. Dit jaar hopen we ons 50-jarig huwelijk te vieren." De jonge adelborst werd ouder, klom op in rang en werd voor bijna drie jaar uitgezonden naar Cura sao. Lies ging mee en baarde daar hun eerste zoon, Hein. „Wat is Nederland snel veranderd", constateerde ze bij te rugkeer in 1963. „Ik had in Curasao mijn rijbewijs gehaald, stapte hier in de auto en stapte er ook meteen weer uit. Het was zo druk geworden." Lies kreeg, evenals haar moeder destijds, groten deels alleen de verantwoordelijkheid voor het gezin. „George maakte bij de marine veel zeereizen en later als afde lingshoofd van een inkooporganisatie van Defensie zat hij ook vaak in het bui tenland. Met twee jongens, maak je dan echt wel wat mee. Politie aan de deur wegens ingegooide ramen. Ach, dat soort dingen". Aanvankelijk had ze dus geen ruimte voor carrière-planning en later toen de jongens wat groter wer den, deed ze daar ook niet aan. Haar loopbaan is haar als het ware overko men. Bibliothecaresse in Lisse, waar ze zestien jaar woonde, lesgeven in het vak Nederlands voor autochtonen met taalproblemen, het runnen van een winkel in tweedehands artikelen en tenslotte de Nederlanfdse Hartstich ting. Ze begon er als vrijwilligster voor twee ochtendjes aan de informatietele foon en eindigde er als coördinator alge mene zaken in een fulltime baan. Lies kijkt er met veel plezier op terug. Ze kon er haar organisatorische talenten kwijt, onder meer in de supervisie bij belangrijke bouwprojecten, de verhui zing naar het nieuwe kantoor, maar ook binnen de ondernemingsraad. Te vens werd ze actiefin de vakbond en was ze tien jaar voorzitter van de be stuursraad voor de Unie BLHP Den Haag, een afdeling met drieduizend le den. „Toen George inmiddels als direc teur van een handelsorganisatie zijn werk ook voornamelijk in Den Haag had, zijn we maar verhuisd. Het was na tuurlijk gekkenwerk om elke ochtend met twee auto's uit Lisse te vertrekken en in de file te staan en 's avonds nog een keer in tegenover gestelde rich ting." Den Helder, Lisse, Den Haag, maar Zierikzee was tot dan toe niet beeld geweest „Ooltgensplaat wel. Daar hadden we een recreatiewoninkje en toen we in december 1998 in Zierik zee wandelden, viel ons oog op een wo ning aan de Nieuwe Haven." Dat huis is het niet geworden, een ander monu- mentenpand wel. De Velthuijsjes wa ren na hun pensionering toe aan iets anders dan dat grote Haagse apparte ment, waar sleur en het registreren van achter het venster van dagelijkse din gen op de loer lagen. Het pand in Zierikzee behoef de een forse renovatie. Lies kreeg weer de regie over een bouwproject. „Soms zaten er achttien bouwvakkers binnen, maar ik kon ze nauwelijks verstaan. Dan had den ze het bijvoorbeeld over Bru zus en Bru zo en dan vroeg ik me af waar dat plaatsje nou zou liggen." Op het gewenningsproces in Zierikzee, wil Lies liever niet in details ingaan. Ze herinnert zich nog levendig de eerste ledenvergadering van de Anbo Zierik zee, die ze bijwoonde. Ze plaatste kant tekeningen bij het beleid van de pen ningmeester. Dat werd haar niet in dank afgenomen „Ik heb geleerd ge duld te hebben", zegt ze. Inmiddels is ze een bekend persoon geworden bin nen het ouderenwerk in Zeeland: voor zitter van het provinciaal Anbo-be- stuur, voorzitter van de afdeling Zierik zee, bestuurslid binnen de regioraad en vice-voorzitter van de Seniorenraad Schouwen-Duiveland. Door haar ziek te was ze genoodzaakt een punt te zet ten achter haar functie als provinciaal voorzitter. Met een gerust hart overi gens, want er zit een goede club men sen in dat bestuur, vindt ze. Wel zet ze, wat de Anbo voor 50-plussers betreft wat vraagtekens bij het beoogde samen gaan met de FNV in de loop van 2008, maar ze geeft het hoofdbestuur voorlo pig het voordeel van de twijfel. Haar verdere bestuursfuncties blijft ze voor lopig uitvoeren. Met dezelfde gedreven heid als voorheen, maar wel met af en toe een pas op de plaats. Rennen van de ene verplichting naar de andere heeft geen zin, weet ze inmiddels. „Mijn moeder dacht met elke verhui zing helemaal opnieuw te kunnen be ginnen. Maar je eigen emotionele baga ge neem je mee, die kun je niet achterla ten", zegt Lies, wetend dat elk onver wacht pijntje haar onrust zal geven, na wat ze het afgelopen jaar heeft meege maakt. „In feite ben ik een tobber", er kent ze, maar ze vertrouwt erop daar tegenwicht aan te kunnen blijven bie den. Paspoort Naam: Elisabeth Margaretha Velthuijsen-Mattijsen. Gebo ren: Den Helder, 18 maart 1935 Woonplaats: Zierikzee Gezin: echtgenoot George Vel thuijsen, twee zoons: Hein (46), Mare (42) Opleiding: lagere school, Mid delbare Handelsschool, Marva, opleidingen bibliothecaresse en Nederlandse Hartstichting Loopbaan: afdelingssecretares se Fokker, bibliotheekmede werkster in Lisse, bedrijfsvoe ring winkel tweedehandsartike len, coördinator interne zaken Nederlandse Hartstichting Vrijwilligerswerk: lesgeven aan analfabeten, Informatielijn Hart stichting, voorzitter bestuurs raad vakbond Unie BLHP Den Haag, functies bij Anbo, vi ce-voorzitter Seniorenraad Schouwen-Duiveland, presenta trice Radio Schouwen-Duive land

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 91