Buitengebied Laatste kans kustvogels Twee kleine pootjes floepen er uit PZC Zaterdag 5 januari 2008 1 7 Strandovergang Veer- se Gatdam bij de Ban- jaard ten tijde van hoogwater november 2007. De slufter aan weerszijden van de fÊÈ duintjes loopt vol. foto Piet de Keuning Kustbroedvogels in de delta komen steeds meer in de verdrukking. Hun broedge bieden - kaal zand, liefst met schelpen - verdwijnen in rap tempo door verstoring en/of begroeiing. Daarom onder neemt Staatsbosbeheer Zee land bij de Banjaard een ui terste poging om een broed gebied veilig te stellen. door Rinus Antonisse Stranden zijn tegenwoordig van de mensen. Boswach ter Piet de Keuning van Staatsbosbeheer constateert het met een lichte zucht. Het is niet anders, moet hij erkennen. Het betekent wel dat kustbroedvo gels, zoals sterns en visdiefjes, maar weinig plekjes meer hebben waar ze kunnen broeden en hun jongen grootbrengen. Eén zo'n plekje bevindt zich tegen de Veerse Gatdam aan, bij de Ban jaard. Daar ligt een slufter: een geul vanaf de Noordzee en achter de duinenrij een kale strandvlakte. Een strandovergang loopt er dwars door. Het is een drukke recreatie route en dat betekent verstoring van de kustvogels die er graag broe den (de laatste jaren 10 tot 20 paar, vooral dwergsterns). Die treedt op door mensen, maar vooral door loslopende honden. Gevolg is dat het broedsucces te verwaarlozen is. Eerdere pogingen om met een afrastering rust in het gebied te brengen, mislukten. De honden glippen moeiteloos onder de draad door en rennen zich rot op de strandvlakte, daarmee de vo gels verjagend. De nesten met eie ren of jongen blijven dan onbe- Broedgebied achter de duinen Ten westen van de slufter bij de Veerse Gatdam is een afgezet broedgebied gemaakt. Kustvogels kunnen hier broeden zonder gestoord te worden door badgasten, honden, kraaien en eksters. Noordzee broedgebied Oe Banjaard Veerse Gatdam heerd achter. Kraaien en eksters die zich in de bossen aan het Veer se Meer ophouden, zitten daarop te wachten. Ze wippen even de dam over en pakken de eieren en kuikens. Dankzij een extra pot geld van het Rijk pakt Staatsbosbe heer de zaak anders aan, vertelt De Keuning. Er is nu om de west kant van de slufter (duinen en strandvlakte) een afzetting van schapengaas gezet, 1.20 meter hoog. Die moet verstoorders uit het gebied houden. „Als je de ver storing beperkt, beperk je ook de kans op predatie door kraaiachti- gen. De ouders kunnen zich dan concentreren op bescherming van de nesten." Hij geeft aan dat het niet alleen om de dwergstern gaat. „In het kielzog ervan krijg je ook bontbek- en strandplevieren. Die liften mee. Dat is belangrijk, want zeker de strandplevier is zeldzaam geworden." In een halve eeuw ver dween bijna 75 procent van het aantal broedparen in ons land, dat nu rond 250 schommelt. De Keuning vindt het zeker niet overdreven om geld en energie te steken in een betere afscherming van het broedgebied. Het is maar een klein stuk achter de duinen en het strand blijft voor de mensen, die daar via de overgang gewoon kunnen komen. Het kleinere ooste lijke deel van de slufter is afgezet met een enkele draad. Daar broe den de kustvogels niet, maar er groeien wel bijzondere planten. „Het westelijk deel van de slufter is wel een plek waar de vogels graag willen zitten. Er liggen wat schelpenbankjes en er staan wat polletjes. Het is kennelijk dé bio toop. En dóórdat er regelmatig zout water in stroomt, blijft het kaal. De zee dringt er twee tot drie keer per jaar door en zo hou je een pionierssituatie", legt De Keu ning uit En, nagenietend: „Laatst bij het hoge water in november stroomde het helemaal vol. Dat was een prachtig gezicht." De boswachter hoopt dat de kust vogels komend broedseizoen wel jongen kunnen voortbrengen. Zo niet, dan is het gebiedje voorgoed als broedplek verloren. „Maar als het goed gaat krijg je er gegaran deerd meer." Wij volgen in Buitengebied wekelijks het wel en wee van de dieren, hun eigenaren en de dierenartsen in Dierenartsenpraktijk Schouwen-Duiveland door Melita Lanting Op een laag stro ligt een roodbonte koe. Uit het achterlijf steken twee hoefjes. De bevalling is gaande, maar loopt niet voor spoedig en op een natuurlijke manier zal dit kalf niet ter we reld kunnen komen. Daarom is om halftwee 's nachts de dienst doende dierenarts opgetrom meld voor een keizersnee. In de stal is provisorisch een ope ratieruimte ingericht. De baren de koe ligt gescheiden van de an dere koeien. Op een tuintafel staan alle zaken die nodig zijn voor een chirurgische ingreep: steriele operatiemessen, tangen, hechtdraad, spuiten en veel fles sen met verdovingsspul en ont smettingsmiddel. Op de grond staan een paar emmers water. Om dierenarts Ineke Wisse vol doende licht te geven is een gro te bouwlamp neergezet. Andere koeien komen nieuwsgie rig kijken als Ineke de barende koe een plaatselijke verdoving geeft. „We verdoven de buik en in de baarmoeder zelf zit geen ge voel. Alleen als je aan de ophang- banden trekt, voelt het beest dit maar die kunnen we niet verdo ven." De sfeer in de stal is ontspan nen. De meeste koeien liggen rustig te herkauwen en als de ver doving begint te werken, drukt Ineke het kalf terug in de koe. „Ze mag nu wel gaan staan", zegt ze tegen de boer. De koe komt na enige aandrang over eind en Ineke zet een mes in de buik. Al snel heeft ze de baarmoeder gevonden en trekt deze een stuk je naar buiten om te kunnen ope nen. Twee poten met gele hoef jes floepen er uit. Nog even flink sjorren en een mooi bruin kalf glijdt in de armen van Ineke. Een paar seconden later ligt het dier op het stro en wordt onmid dellijk drooggewreven. „Doet 'ie het goed?", vraagt Ineke aan de boer, terwijl ze de voorbereidin gen treft om de wond te hech ten. Het stiertje pruttelt en ro chelt wat, maar ademt goed. Ex treem groot is het dier niet, maar wel lang en dat is waarschijnlijk de oorzaak dat de moeder het kalf niet op een natuurlijke ma nier op de wereld kon zetten. „De moeder is ook wat klein ge bouwd." Als de wonden zijn gehecht wordt het kalf voor de moeder gelegd. Ze begint gelijk te ruiken en het stiertje schoon en droog te likken. Het kalfje rilt een beet je van kou. Ook de andere koeien komen overeind om eens naar de nieuwe stalbewoner te kijken en als de moeder ver moeid bij haar boreling gaat lig gen doet het stiertje manmoedi ge pogingen om voor het eerst op te staan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 17