Dodaars houdt van brak
Oud en
nieuw aan
Kleine Faal
door Chiel Jacobusse
Om maar meteen een wijdverbreid misverstand uit
de wereld te helpen: brak is niet louter armoede.
Waterplanten als ruppia en zilte waterranonkel,
sloten die omzoomd worden door zeeasters, mid
den in de polder broedende kluten en bergeenden en last
but not least de roemruchte levende stenen, die gevormd
worden door mosdierkolonies, vormen de andere kant van
het verhaal. Dat zijn de specifieke waarden van het brakke
milieu.
Wat vogels betreft is er nog een andere kant. Veel soorten
die als broedvogel in het brakke Zeeland maar mondjes
maat vertegenwoordigd zijn, vinden hier tijdens streng win
terweer een laatste mogelijkheid tot overleven. Uiteenlopen
de soorten als ijsvogel, roerdomp, watersnip en dodaars ne
men bij ons in aantal toe zodra het wat langduriger gaat
vriezen. Zelfs vorige week was dat al goed te merken aan
het aantal dodaarzen. Op elke waterpartij die nog deels of
helemaal open lag, waren ze present: de watervlugge duiker
tjes die de streeknaam dukelaertje of haegelzakje dragen. De
dodaars is een kleine verwant van de fuut, die als viseter al
duikend aan de kost komt. Wat opgedoken wordt, zijn voor
namelijk kleine visjes en garnaaltjes. In de zomer kom je de
dodaars op zout water nooit tegen en ook de brakste plas
sen worden dan gemeden. Zoete watergangen en welen,
nieuwe natuurgebieden en zelfs grote vijvers in stadsparken
zijn favoriet als broedplaats.
In de winter is de dodaars wel op zoute wateren te vinden.
Vooral sommige kanalen zijn erg in trek; onder meer het
Kanaal door Walcheren en het Goese havenkanaal herber
gen soms fikse aantallen. Ook in zoute inlagen en kreken
zijn dodaarzen elke winter present. Dichtgevroren sloten
en plassen zijn funest voor deze soort. Aan land zijn ze log
en onbeholpen en ze kennen geen andere manier om voed
sel te zoeken dan duiken naar zwemmende prooien. Zodra
elders waterpartijen dichtvriezen, trekken de vogels rich
ting zee. Op open zee zijn dodaarzen echter maar zelden te
vinden, omdat de omstandigheden te dynamisch zijn voor
deze dwerg onder de futen. In de Zeeuwse Delta, waar zee
en land zo sterk verweven zijn, wemelt het van de geschik
te overwinteringsgebieden. Dat kunnen ook buitendijkse in
hammen en uitwateringssluizen zijn.
Vergeleken met de situatie van een halve eeuw geleden is
het binnenwater in Zeeland stukken zoeter geworden. Het
blijkt uit de toename van bijvoorbeeld libellen en futen,
maar ook uit de - veel minder in het oog springende - ach
teruitgang van karakteristieke brakwatersoorten als wilde
selderij, heemst en steurgarnalen. De komst van nieuwelin
gen, die eerder door het brakke karakter van onze wateren
ontbraken, wordt ook - of misschien wel juist - door natuur-,
liefhebbers vaak met gejuich begroet. Dat komt ook omdat
er bij verzoeting veel meer nieuwe soorten verschijnen dan
er bestaande verdwijnen. Maar het zijn juist de typerende
brakwatersoorten die de Zeeuwse natuur zo bijzonder ma
ken en die op wereldschaal erg zeldzaam zijn. En dat naast
het feit dat onder bijzondere omstandigheden als streng
winterweer onze brakke wateren ook voor 'zoete' soorten
van belang zijn om te overleven. Reden genoeg om juist
brakke natuur te koesteren.
De PZC sponsort stichting Het
Zeeuwse Landschap. In Natuur-
journaal gaat hoofd ecologie
Chiel Jacobusse wekelijks in op
wat er aan de orde is in de
Zeeuwse natuurgebieden.
Vergeleken met de rest van
Nederland is Zeeland een
provincie met uitgesproken
brak binnenwater. Daardoor
zijn er nogal wat planten en
dieren die in Zeeland
schaars zijn. Waterlelies, kik-
kerbeet, maar ook ringslan
gen en zwarte sterns komen
in Zeeland nauwelijks voor.
Andersom biedt de brakke
natuur juist extra kansen.
Dodaars. foto Chiel Jacobusse
tekening Adri Karman
Vroeger, tot 1598, scheidde de
stroom het Kleine Faal Colijns-
plaat van de rest van Noord-Beve
land. De huidige Valkreek is er een
restant van; die doet nu dienst als
een afwateringsgeul voor overtol
lig polderwater (met aan het eind
een gemaal). Langs het water staat
op de stelle Oosthoek de boerderij
Veldzicht. Wat verderop een hoe
ve met een eigentijdse schuur. Een
beeld van oud en nieuw in eikaars
verlengde.
fe t".
rfW U 'if
.r