N W 0 z PZC Zaterdag 29 december 2007 59 DAMMEN Daaf Kasse In deze laatste rubriek van 2007 aan dacht voor de ereklasse, de enige com petitie waarin Zeeland niet vertegen woordigd is. Hopelijk komt daar vol gend jaar eindelijk verandering in. Het zou toch een enorme afknapper zijn als PWG 's-Gravenpolder na zo'n mooie eer ste seizoenhelft de promotie nog laat schieten. In de hoogste afdeling maken buitenlandse toppers al jaren de dienst uit. In de bovenste regionen van de tops- corerslijst is het aantal Nederlandse dam mers dungezaaid. Oud-wereldkampioen Guntis Valneris is met negen uit zeven niet de best scorende speler van VBI Huis- sen, maar de Let zorgde in de wedstrijd te gen Dammers uit Oost wel voor een van de combinatieve hoogtepunten van deze competitie. Guntis Valneris - Wouter Ludwig 1-33-29 17-22 2.39-33 n-17 3-44-39 6-11 4.50-441-6 5.31-26 16-21 6.32-28 19-23 7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9.30-24 5-10 10.37-31 20-25 11.24-20 15x2412.29x20 14-19 13.20-15 10-1414.41-37 22-28?! Ludwig zet deze Keiler-partij ambitieus op. Meestal zien we hier 22-27 31x22 17x28 etc, waarna zwart minder gebonden spel heeft dan in deze partij. 31x22 17x28 15.33x22 17x28 16.26x17 11x22 17.40-35 12-17 18.44-40 8-12 19.38-32 7-11 20.31-2611-16 21.43-38 3-8 22.46-4119-24 23.36-312-7 24.49-43 24-29 Vrijwel ge dwongen: 14-20 is levensgevaarlijk en na 13-19 34-30 25x34 40x20 14x25 38-33 kan zwart het schudden. 25.41-36 7-11 26.31-27 22x31 27.36x27 14-19 Zwart durft blijkbaar de ruil 17-21 niet aan, omdat hij bang is dat schijf 29 voor de bijl gaat. Overigens is 17-22 verhinderd door de doorbraak met 38-33 en 37-31. 28.27-21! 16x27 29.32x21 9-14 30.21-16 17-22 31.16x712x132.37-31 6-11 33.35-30 (zie dia gram) 11-17? Zwart trapt in een fraaie combina tie. Na het correcte 8-12 is de partij nog lang niet beslist. 34.38-32!! 28x37 35.39-33 29x49 36.26-21 49x24 37.21x3 37x26 38.3x17 en zwart gaf het op. Evgueni Watoetin is een van de toppers bij DVSB, het tiental waar ook Harm Wiersma deel van uitmaakt. De Wit-Rus rekende in de wedstrijd tegen zijn oude club Culemborg in een voorbeeldige aan vallende stijl af met de Nederlandse jeugd kampioen. Evgueni Watoetin - Pieter Steijlen 1.32-28 20-25 2.38-3215-20 3.43-38 10-15 4.49-43 5-10 5.31-26 20-24 6.36-3115-20 7.41-36 18-23 8.31-27 10-15 9.46-4112-18 10.36-317-12 11.41-36 1-7 12.47-41 4-10 13.27-22 18x27 14.32x2116x27 15.31x22 23x32 16.37x28 24-30 17.35x24 19x30 18.33-29 30-35 19.29-23! Zo voorkomt wit dat zwart de hangende schijf 10 in het spel brengt. 13-19 20.41-37 9-13 21.34-2919-24 22.38-33 11-16 23.22x11 6x17 24.40-34 13-18 Zonder vrees voor 34-30 25x34 39x19 20-24! met maar liefst drie schijven winst. 25.42-38 24-30 26.45-40 8-13 27.37-32 3-9 28.36-31 20-24 29.29x20 15x24 30.31-27 18x29 31.34x23 13-18 32.27-21! Ook na 39-34 heeft wit prachtig spel, maar de tekstzet is om tactische redenen nog ster ker. 16x27 33-32X2118x29 34-39"34 30x39 35.43x23 10-15? De zwartspeler doorziet de snode plannen van Watoetin niet. Noodzakelijk was 7-11, maar het lijkt me sterk dat zwart het na 21-16 2-7 38-32 nog redt. 36.44-39! 35x44 37.23-18! 12x34 38.50x10 15x4 39.21x1. Zwart gaf zich gewonnen. SCHAKEN Een schaker die niet goed tegen zijn verlies kan, heeft een probleem. Dat is op verschillende manieren op te lossen. Een bezoek aan een psychiater zou kunnen helpen, maar flink oefenen en studeren lijkt een betere me thode en is waarschijnlijk ook goedkoper. Maar er is geen garantie voor succes. Er zijn mensen die het spel nooit leren. Geleerde en hoogintelligente mensen zelfs! Bovendien, is het zo verkeerd om niet tegen je verlies te kunnen? Welke sportman staat te juichen als hij verliest? Het gaat erom te leren uit je verlies. Als dat na veel moeite niet helpt en de neder lagen blijven zich aaneenrijgen, dan is er altijd nog de mogelijkheid om een ander spel of sport te kiezen. De schaker kan zelfs zijn eigen spel gebrui ken om iets heel anders mee te doen; een vorm van schaken bijvoorbeeld waarbij hij niet kan verliezen. Dat is het probleem schaak. Dit klinkt heel simpel, maar is het niet, want er zijn ontelbare probleemvor- men. Van heel eenvoudig tot buitenge woon ingewikkeld. Het grote voordeel is, dat probleemschaak een solitair spelletje is. De enige die op je vingers kijkt, ben je zelf Het is natuurlijk verstandig om eenvoudig te beginnen, maar dat doen we nu eens niet. We gaan meteen op de spectaculaire toer. Zie het diagram. Wit: Kgi, Lei, pion nen op b3, c2, d2, e2, f2, g2, h2. Zwart: Kg8, Lg6, Ta8, Tfö, pionnen a6, b7, C7, d7, f7, g7, f17. Een vreemde stelling zult u den ken, maar toch weer niet zó absurd. Het de vraag die opgelost moet worden die wel heel bijzonder is. Die luidt namelijk: Wat is de eerste witte loperzet geweest in deze partij? Om daar achter te komen is bestudering van de diagramstelling een eerste vereiste. Het stuk dat een geoefende schaker met een opvalt, is de zwarte loper op g6. Hoe komt hij daar? Van c8 kan hij nooit geko men zijn, want de pionnen op b7 en d7 staan nog op hun plaats. De loper van g6 kan dus niet anders zijn dan de op bi tot loper gepromoveerde pion van e7Ü Er dringen zich een paar vragen op. Hoe is bijvoorbeeld pion e7 naar bi gekomen? Waar zijn de witte stukken gebleven, Lfi bijvoorbeeld? Om uw grijze hersencellen niet te zeer op de proef te stellen hier een bewijspartij, die de oplossing van het vraagstuk in zich bergt. John D. Beasley, 1989. i.Pa3 Pf6 2.PC4 Pe4 3.Pb6 PC5 4.PXC8 Pb3 5-Pd6+ exd6 6.Pf3 Pxci 7.Pd4 Le7 8.Pb3 Lf6 9.PC5 dxcs io.a4 0-0 n.Ta3 a6 i2.Tb3 Ld413-Tb4 cxb414.85 Pb3 15.Dat Pes i6.Da3 bxa3 17-Kdi Pe418.KCI Pg3 i9.Kbi Pxfi 20.Kai La7 2i.Txfi De7 22.Tbi Des 23.TCI Db6 24.axb6 a2 25.Tbi axbiL 26.bxa7 La2 27.axb8L Le6 28.La7 Lfs 29.Kbl Lg6 30.KCI Lfs 3i.Kdi Lg6 32.Kei Lfs 33.Kfi Lg6 34-Kgi Lfs 35.LC5 Lg6 36.La3 Lfs 37.03 Lg6 38.LCI En de dia gramstelling is ontstaan!! Wat is er gebeurd? Het allerbelangrijkste is, dat de loper van ci niet de originele lo per is, maar de loper, die op b8 uit de ge promoveerde a-pion is ontstaan!! Om op b8 te komen hebben zich een heel regiment zwarte stukken gewillig laten slaan, de witte op de onderste rij trou wens ook. Er zijn verschillende zetwisselingen moge lijk in de partij, maar er is maar één oplos sing van de gestelde vraag: de eerste zet met een witte loper is Lb8-a7Ü Is dat niet sensationeel? Maar is de partij ook de kortst mogelijke partij? BRIDGE Ruud van den Bergh Aan het eind van het jaar is het ge woonte nog even om te kijken. Maar dan is het heel moeilijk het mooiste of het leukste spel te kie zen want de keuze is groot. Daarbij komt dat het aantal toernooien en drives weer groot was. En we hebben allemaal geno ten van bridge in onze eigen omgeving. Er was een Open Europees Kampioen schap in Turkije dat een succes werd voor Nederland. Ook bij de Europese junioren trokken de Nederlanders aan het langste eind. Spannend was het wereldkampioenschap in Shanghai. Vooraf waren vanzelfspre kend Italië en de Verenigde Staten getipt als de grote kanshebbers. Onder de outsi ders waarmee rekening gehouden moest worden, was ook Nederland. Maar wie hield er nou rekening met Zuid-Afrika? Ie dereen wist dat ze dertien kaarten kon den vasthouden, maar meer was er niet van de Italianen bekend. Ze kwamen in de kwartfinale Italië tegen en wonnen. In de halve finale verloren ze van de VS en Nederland verloor in de hal ve finale van de latere kampioenen Noor wegen. Van Zuid-Afrika wist Nederland te win nen en haalde daardoor brons binnen. De wedstrijd waarin de Noren en de Ameri kanen om het goud speelden, was bijzon der spannend. Daarom dit spel dat in die finale gespeeld werd: Met de Noren NZ opende Helgemo na pas van west de noordhand met iSch. OW pasten en zuid (Heiness) bood iSA. Noord ging verder met 2Rui door zuid ver hoogd naar 3Rui. Na 3Ha van noord bood zuid nu 3SA. Na twee keer pas doubleerde Zia Mahmood (oost) gevolgd door een redou- blet van Heiness. Mahmood meende aan twee schoppenhonneurs achter de iSch openaar, voldoende te hebben om het contract down te kunnen spelen; 3SA ge redoubleerd. West kwam uit met schoppen die via de tien voor de boer van oost was. Mahmood speelde klaverentwee na. In zuid werd de heer gelegd; die hield. Zuid speelde ruitenvrouw en toen bij west de negen viel werd in noord gedoken. Ook oost dook in die slag. Nu ging een kleine ruiten naar het aas in de dummy en om dat het distributiesignaal van west gezien was wist de leider dat oost ruitenheer had. Hij speelde schoppenaas en schop pennegen na. Oost nam noodgedwongen met de heer, incasseerde ruitenheer en klaverenaas maar meer slagen konden OW nu niet meer maken; +800 voor de Noren. Aan de andere tafel zaten de Amerikanen ook in 3SA te spelen door zuid. De Noor die hier oost was, had begrepen dat een doublet geen zin had. Zijn partner was dan ongetwijfeld met schoppen uitgeko men. En west wist wel dat uitkomen met je langste kleur tegen een SA-contract ge bruikelijk is maar hij had geen entrees om zijn klaveren vrij te kunnen spelen. De Amerikanen hadden hun hartens ver zwegen bij het bieden, dus hopend dat hij bij zijn partner iets vrij kon maken kwam hij uit met hartenvrouw. Het bleek 'the killing lead' te zijn. Oost had vier entrees om zijn hartens vrij te spelen; schoppenheer, schoppenboer, ruitenheer en klaverenaas. Daar maakte hij gretig gebruik van. Als hij aan slag kwam speelde hij telkens harten en kon op die manier twee hartenslagen maken. 3SA ging twee down en leverde de Noren nog eens +200 op. En voor duizend pun ten krijg je 14 imps in een viertallenwed- strijd. AV1095 IP A107 AB84 ^6 432 HB6 V4 W 98652 92 H75 B109843 £A2 4ï 87 HB3 If V1063 ^HV75 jVVestgevei^noordenzuidkwetsbaar^

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 157