reizen,4
Bang in de kofferbak
Zitten. Kop houden. Het
wordt me op Amerikaanse
wijze toegeschreeuwd
De provincie Limpopo telt vele wildparken, in particulier en
staatsbezit, zoals het Krugerpark. Het is een gebied vol luxe
lodges. Maar Thom Olink zag ook dat Limpopo behalve de
noordelijkste provincie van Zuid-Afrika ook de armste is.
first
reizen@iwegener.nl
PZC 024-3650360
Zaterdag 29 december 2007
Vandaag toonde een vriend mij vol trots zijn nieuwe
auto. Een oude Amerikaanse rammelbak van het
merk Dodge, model Intrepid. Een ruime bolide,
waaraan ik bij toeval spannende herinneringen heb. Nou ja,
spannend?
De plaats van handeling is Detroit. We zijn een dagje op
pad om wat algemene shots te maken van de omgeving
waarin zich onze zoektocht afspeelt. De vader die we hier
op het spoor waren, blijkt te zijn overleden. Er is nog wat fa
milie in de buurt van Miami. Daar gaan we de volgende dag
op af, maar eerst dus die shots die het zoekverhaal kunnen
illustreren.
De gehuurde Intrepid rijdt op zijn Amerikaans. Dansend en
schommelend zoeven we over de slecht onderhouden we
gen van de armlastige stad. Aan het einde van de middag
maken we ons op voor de laatste opname. De skyline moet
er natuurlijk nog even op. Wanneer we de kaart bestuderen,
komen we tot de conclusie dat de stad het mooist is te fil
men vanaf de overkant van het water van Lake Erie.
Onze stadskaart volgend rijden we een tunnel in en komen
in een gecompliceerd stelstel van bochten terecht. Na de laat
ste bocht is er een slagboom. Een geüniformeerde heer
houdt ons staande en wil onze paspoorten zien. Ik vraag me
ongerust af waarom. We blijken aan de grens met Canada te
staan. Zomaar, zonder enige waarschuwing. Of zou ik een
bordje hebben gemist?
Tot mijn niet geringe schrik ontdek ik bovendien
dat ik geen paspoort bij me heb. Mijn compagnon
heeft het zijne wel. Volgens de douaneman is dat al
lemaal geen probleem. Rij maar rustig door, spreekt
hij ontspannen en doet de slagboom open. Op
hoop van zegen dan maar.
Het zit me niet lekker. Allereerst al niet dat ik zo
dom ben om zomaar een grenstunnel in te rijden
en bovendien vind ik het ook nogal slordig van me
zelf dat ik mijn paspoort in het hotel heb laten lig-
gen. Maar goed, vanaf Windsor hebben we inderdaad een
mooi zicht op Detroit city. Na een half uurtje gaan we terug.
Het zit me helemaal niet lekker dat ik zo meteen paspoort
loos de grens over moet zien te komen. Ik heb het niet op
de douaniers van de USA.
We rijden de tunnel weer in. Zo nonchalant mogelijk vertel
ik de douanebeambte dat ik geen paspoort bij me heb. De
man ontploft bijna. Of ik misschien helemaal van de ratten
besnuffeld ben! Zonder paspoon de grens over! Uitstappen,
grenskantoor in, zitten, kop houden! Het wordt op de beken
de sympathieke Amerikaanse manier in mijn oren ge
schreeuwd.
Ook de douanechef is 'not amused'. Na veel overleg en ge
zeur worden we teruggestuurd naar Canada. We moeten
daar maar zien hoe we het oplossen. Het is inmiddels
avond. Al mijn spullen staan aan de andere kant van de
grens inclusief de tickets naar Miami voor de volgende dag.
Natuurlijk zou mijn compagnon terug kunnen rijden om
mijn paspoort te halen. Maar ons hotel kent strenge privacy
regels en het binnenkomen van andermans kamer kan wat
voeten in de aarde hebben. Als het al lukt. Een eenvoudiger
oplossing zou me zeer welkom zijn. Ik leun tegen de enor
me achterbak van onze auto en ineens krijg ik een ingeving.
Ja, zo gaan we het doen. Niet te lang over nadenken. Aktie.
Even uitkijken dat je niet dezelfde douanier treft, maar er
zijn veel rijstroken, dus dat moet lukken.
Ik kruip in de ruim bemeten achterbak. Geen probleem.
Wel lekker zelfs. De auto gaat rijden en er is geen weg meer
terug. Na 10 seconden begin ik te denken hoe erg dit mis
kan gaan. Ik wil er uit, maar dat kan niet meer. De hartslag
versnelt en de achterbak wordt steeds kleiner. We stoppen
ineens. Dit moet de grens zijn. Er klinkt gemurmel, ik hoor
voetstappen om de auto. Ineens gaat de achterklep open. Ik
schrik me uiteraard een hartverzakking.
Voorzichtig steek ik mijn hoofd uit de bak. Achter me ligt
de tunnel, voor me het centrum van Detroit. Daartussen
het geamuseerde hoofd van mijn collega. We zijn niet eens
aangehouden. Langzaam komt het hart tot rust. De paniek
verdwijnt. Het was spannend, dom en echt iets om nooit
meer te doen.
Limpopo breekt
Roode. Daar leefde al één olifant,
Jabulani, als jong gered uit de mod
der en tevergeefs opnieuw inge
bracht in de wildernis. „De twaalf
onderworpen zich onmiddellijk,
staken hun slurf in labulani's bek
en luisterden naar de nieuwe ma
triarch", zegt Paul Coetzee, de trai
ner. Zijn vader was een beroemd
heid in Zuid-Afrika, die streed
voor behoud van dieren, soms met
onconventionele middelen.
De safari bovenop de olifanten,
twee keer per dag, is apart, maar
heeft ook wat suffigs. Misschien
omdat de weidsheid daar nabij
Hoedspruit ontbreekt en er geen
open verbinding is met het naastge
legen Krugerpark. De olifanten
worden wel regelmatig losgelaten
en mengen zich dan tijdelijk met
hun wilde soortgenoten.
Lente Roode is heel bekend gewor
den door haar cheetaproject en de
opvang van bedreigde diersoorten.
Ze reist door de wereld voor steun
en als we haar ontmoeten in het
Kapama Park krijgen we een bij
zondere uitnodiging. „Loop maar
mee, dan kun je zien hoe het met
Tommy is." Tien minuten wande
len we met kloppend hart naast
een even zeldzame als schitterende
koningscheeta. Lente kamt en aait
hem en dan springt hij als uit een
strakgespannen boog in een boom.
Daar zet het jachduipaard een geur
vlag uit en kijkt op ons neer.
Later komen we voorbij de vlees-
en bottenresten van voer voor de
dieren. Wolken gieren en mara-
boes dalen over het afval en gun
nen elkaar nog geen kootje.
Die ochtend waren we vertrokken
uit de Royal Legend Safari Lodge
in het grote Timbavati wildpark
met open verbindingen naar het
Krugerpark. Deze ruimte is essen
tieel voor veel diersoorten en
brengt ook mooie verrassingen,
's Middags, na een safari met een
Hoewel de rug van
Tokwe zo breed is als
een deur, houden we
ons toch maar stevig
vast aan het canvasza-
del. De stappen van een olifant
zijn opvallend voorzichrig, maar
dreunen door tot in het schouder
blad. We zijn in Jabulani, onder
deel van het Kapama Wild reser
vaat voorbij de Drakensbergen in
het noordoosten van Zuid-Afrika.
Tokwe, een mannetje en zijn op
passer in de drivingseat voor ons,
zijn beiden vluchtelingen. In 2002
toen de waanzin in Mugabe's Zim
babwe betekende dat elk dier ge
vaar liep, vluchtten twaalf olifan
ten en hun begeleiders voor de
hongerige soldaten.
Ze staken de grensrivier over en
vonden een thuis in het wildpark
van dierenbeschermer Lente