20 spectrum
Hakken in Egyptisch zand
PZC
Zaterdag 29 december 2007
Maarten Raven is bezig met het overtrekken van een in Egypte ontdekte wandschildering.
Zijn grootste wens is ooit het
graf van de blinde harpspeler
te vinden. Zijn eigen Toet-
anchamon. Die kans bestaat,
zegt dr. Maarten Raven, egyp
toloog en conservator van het Rijksmu
seum van Oudheden in Leiden. „Als een
halve eeuw graven in het zand van Sakka-
ra één ding duidelijk heeft gemaakt, dan is
het wel dat je op een goede dag zomaar
kunt stuiten op een grote ontdekking. Al
gebiedt de realiteit te zeggen dat wij hier
vooral de restjes opvegen. De meeste gra
ven zijn in de oudheid geplunderd."
Het Rijksmuseum van Oudheden heeft
drie jubilea aangegrepen om de vier eeu
wen oude historie van de Nederlandse ar
cheologie in Egypte op een rij te zetten.
Een geschiedenis die nog niet voltooid is,
want samen met een collega reist Raven
begin 2008 voor het 34e jaar af naar Sakka-
ra, om er twee maanden zijn eigen hakken
in het Egyptische zand te zetten. Met enor
me passie. „Het is keihard werken, vaak 70
uur per week. De temperatuur is 's winters
redelijk, van 10 graden 's nachts tot tussen
de 14 en 18 graden overdag. Maar in ons
verblijf zit geen verwarming. Als ik na acht
weken thuiskom, ben ik uitgeput."
Hij klaagt niet, hij houdt van zijn vak. „We
hebben in de loop der tijd twaalf prachtige
monumenten omhoog gehaald. ]e krijgt
steeds meer inzicht. We werken met een
klein team en een beperkt budget. We heb
ben geen haast, doen het stap voor stap.
Naast graven, is restaureren een tweede
prioriteit geworden. Wat mij betreft, gaan
we hier nog een aantal jaren door. Er zijn
nog mooie dingen te vinden. Er ligt hier
voor miljoenen onder het zand. Als je het
louter zou zien als handelswaar."
Een expositie maken over de geschiedenis
van zijn vak, doet hem terugdenken aan
zijn begintijd, 34 jaar geleden. „Eerst be
grijp je niet hoe zo'n opgraving in elkaar
steekt. Als student kreeg ik eerst het aarde
werk onder mijn hoede. Daarna de kleine
voorwerpen. Ie maakt beschrijvingen, teke
ningen, foto's. Je bent manusje-van-alles.
Langzaam krijg je inzicht. Je vindt scher
ven aan de oppervlakte, een muurtje. Ie
krijgt er oog voor, weet op zeker moment
ook wat je wilt vinden. Voor je het weet,
In het Rijksmuseum van
Oudheden in Leiden is een
tentoonstelling van vierhonderd
jaar archeologische opgravingen
in Egypte door Nederlanders.
Egyptoloog en conservator dr.
Marten Raven vertelt.
door Ad van Kaam
foto's Rijksmuseum van Oudheden
ben je veldleider en zet de lijnen uit."
Sakkara ligt niet ver van Cairo. Waarom
daar, in de schaduw van de piramide van
Djoser? En niet bijvoorbeeld in het Dal dei-
Koningen, veel zuidelijker langs de Nijl?
„Vanwege een kaart uit de 19e eeuw. De
drie beelden van Maya en Merit, die wij
sinds 1829 hebben, zijn daar gevonden.
We zijn op zoek gegaan naar dat graf van
Maya, schatbewaarder van Toetanchamon.
We hebben het gevonden. Net als het graf
van Horemheb, de generaal die later zelf
farao werd. En het graf van de hogepries
ter Meryneith. Drie topvondsten die inter
nationaal opzien baarden. Je kwam er mee
in het journaal. Daar zijn nog beelden van
te zien op de expositie." Een ontdekking
zoals de Brit Howard Carter deed met het
graf van Toetanchamon doet zich vermoe
delijk nooit meer voor. „Alles is al in de
oudheid zelf geroofd. Het goud, metalen
voorwerpen. Later zijn veel graven nog
maals geplunderd, nu voor de stenen. Om
huizen van te bouwen. En in de 19e eeuw
nog een keer voor de kunstvoorwerpen.
Als je dan wat vindt, zoals het prachtige
dubbelbeeld van Meryneith in 2001, dan
kan je dat ter plekke inleveren bij Zahi Ha
wass, hoofd van de Egyptische Oudheid
kundige Dienst. Het dubbelbeeld prijkt nu
in het museum van Cairo. „In de tijd van
Klasen en zijn Engelse vriend Emery deel
de je als museum mee in de vondsten. Zij
pikten de mooiste dingen eruit en wij kre
gen de rest. We hebben 1.200 schitterende
voorwerpen uit Nubië en eenzelfde aantal
uit Sakkara. De Tempel van TafFeh
die in de hal van ons museum
staat, was een beloning van presi
dent Nasser voor bewezen dien
sten tijdens de noodopgravingen bij
de bouw van de Aswan-stuwdam. Maar
sinds 1983 gaat er niets het land meer
uit. Terecht. Het is hun culturele erf
goed, niet het onze. Soms is het frus
trerend. Dan vind je twintig potten
van kwetsbaar materiaal. Die gaan
onmiddellijk een lokaal magazijn in
om nooit meer tevoorschijn te ko
men. Daar graafje niet voor. Geef
ons er eentje, denk ik dan. Om te
restaureren en in de vitrine te zet
ten. Dat is wel eens jammer, ja."
Maar je krijgt er zoveel voor terug,
zegt hij. „Kennis natuurlijk. En voort
schrijdend inzicht. Zie het als een
puzzel. Je schuift telkens een stuk
aan. Zo begrijp je het verhaalsteeds
beter. Wie waren die mensen in die
graven? Hoe leefden ze? Dan blijkt dat
het politieke en religieuze systeem in
Egypte gedurende 3.000 jaar amper
veranderd is. Zo goed zit die bescha
ving in elkaar. Ze waren hun tijd ver
vooruit. Moderne mensen van toen.
Kunnen wij nog wat van leren."
Volgende maand gaat hij terug
om verder te werken aan het
vorig jaar ontdekte graf van de
koninklijke butler Ptahemwia.
Ligt er een verrassing onder het zand?
„Het RMO kocht ooit de kapel van wijn
schenker Paatenemheb. Die zit in onze
vaste opstelling en is gevonden in de
buurt waar wij nu graven. Die kapel bevat
een prachtig reliëf van een blinde harpspe
ler en bijbehorende teksten. In zijn lied
zingt hij dat de mensen moeten genieten,
want het leven duurt maar even. Dat er
nog nooit iemand terugkwam uit de onder
wereld om te vertellen hoe het daar is. Je
ziet, de twijfel over het hiernamaals is van
alle tijden. Oude F.gyptenaren zijn
net mensen. Zó herkenbaar. Bij
die kapel hoort een graf, dat is
nooit opgegraven. Dat hoop ik „ijgK*
ooit te vinden. Als bekroning
op het werk."
De tentoonstelling
Hakken in het zand biedt
een overzicht van 400 jaar
archeologische activiteiten
in Egypte door Nederlan
ders. De titel verwijst naar
de hak, het gereedschap
dat je als eerste in het zand
zet om het moois wat er
onder ligt boven te breng
en. Het zijn ook de afdruk
ken in het zand die je
maakt om te vinden wat je
zoekt.
- Het is tevens een knipoog
naar Adolf Klasens, direc
teur van het Rijksmuseum
van Oudheden, die als eer
ste serieus werk maakte
van opgravingen. Hij zette
zijn hakken in het zand op
het hoogtepunt van de Su-
ez-crisis in 1957. Mocht
van president Nasser als
één van de weinige buiten
landers in Egypte blijven en
doorgraven.
Drie jubilea liggen ten
grondslag aan de expositie.
Naast vier eeuwen aanwe
zigheid van Nederlanders
aan de Nijl bestaat de vere
niging Ex Oriente Lux, een
club die veel betekent voor
de archeologie, 75 jaar. Ten
slotte is het exact 50 jaar
geleden dat het Rijksmu
seum van Oudheden naar
Egypte trok om daar voor
het eerst onder het zand te
kijken.
De expositie voert via een
tijdlijn langs vier eeuwen
onderzoek. Al in de zeven
tiende eeuw verdiepten
Hollanders zich in het oude
Egypte, zoals de koopman
David Le Leu de Wilhem en
kunstschilder Cornelis de
Bruyn. Persoonlijke notities,
dagboekfragmenten, fo
to's en vondsten geven een
beeld van werk van Adolf
Klasens en Hans Schneider,
die namens het museum
de woestijn introkken.
Er is aandacht voor de op
gravingen en het huidige
onderzoek van het mu
seum. De opgravingen wor
den jaarlijks in januari en
februari uitgevoerd in sa
menwerking met de Univer
siteit Leiden. Het team van
Maarten Raven en de expe
dities van zijn voorgangers
Klasens en Schneider de
den diverse internationaal
aansprekende ontdekkin
gen. Zoals de graven van
rentmeester Maya, hoge
priester Meryneith en leger
aanvoerder Horemheb. Dit
drietal behoorde tot het
hof van de farao Toetancha-
Hakken in het Zand, tot en
met 11 mei 2008. Rijksmu
seum van Oudheden.
Rapenburg 28 te Leiden.