hj''
i
KFRST
'Wijrt
onder die zo lieflijke oppervlakte. Vooral in de steden.
Virgilio Tarquini, ooit rechtenstudent, nu eigenaar van een eenmans-
schoonmaakbedrijf in Rome, ziet 'onbetaalbare huren en jongeren die
met hun kop tegen de muur lopen'. „Studenten die kunnen en het lef
hebben, gaan naar het buitenland omdat hier hongerlonen worden be
taald en de goede banen naar de vrienden van de professor gaan. Het ge
zin en de familie blijven noodgedwongen vangnet, maar het gaat niet
meer van harte."
Italië heeft van 'Europa' de opdracht gekregen te moderniseren en een
opener maatschappij te vormen met meer concurrentie en meer emanci
patie. Maar het land lijkt hopeloos te blijven steken in de oude gewoon
tes. De corporaties, de loges, de maffia's, al die andere belangenverenigin
gen die in feite een verlengstuk zijn van de familie en bescherming
moesten bieden tegen de buitenwereld, houden hardnekkig stand.
De familie zelf, zo blijkt uit een recent onderzoek van het instituut
Isfol, is nog steeds het grootste arbeidsbureau. Vier op de tien vinden
een baan via aanbevelingen van familieleden of vrienden.
Nog geen 5 procent begint een carrière via het arbeids- of uitzendbu
reau. Opvallend is dat kleine bedrijven - en die vormen de overgrote
meerderheid - meer hechten aan betrouwbaarheid van een kandidaat
(een garantie die een familie geeft) dan aan grote kwaliteiten.
De familie blijft belangrijk, maar dat gebeurt tegen een achtergrond van
matige economische groei, sterk stijgende prijzen en lonen die tot de al
lerlaagste van Europa horen. Meer dan een op de tien gezinnen leeft on
der de armoedegrens. De familie moet bijspringen, maar dat is met lage
pensioenen en hoge (huizen)prijzen een stuk moeilijker geworden.
Het gerenommeerde onderzoeksinstituut Censis portretteert Italië in
haar zojuist uitgekomen 'sociale rapport 2008' als een 'in zichzelf gekeer
de stroperige brij, waarin weliswaar individuele impulsen zijn, maar het
collectief geen ruimte krijgt en niet wordt gekeken naar de toekomst'.
De inertie, ook in de politiek, is totaal. Niemand ziet wie het land op
sleeptouw naar een modernere tijd kan nemen en Italië doet dus weer
wat het volgens de even briljante als cynische cartoonist Altan het beste
kan: zichzelf imiteren.
IN ROME SIAAKT VIRGILIO EEN LANGE ZUCHT. „We zijn onverbeter
lijk. Het is waar dat we in de misère met creativiteit het dagelijkse leven
beter leven dan bij jullie. Met dank aan de schoonheid van het land die
ons in de schoot is geworpen. De prijs van ons systeem is hoog in de
vorm van stagnatie, een zwakke staat en het stiefmoederlijk behandelen
van alles met algemene waarde, voorop het milieu."
Virgilio zou graag wat meer protestantisme zien en minder katholicis
me, „dat met het wegwasmechanisme van de biecht het de Italiaan te
makkelijk heeft gemaakt."
Gezin en familie wil hij niet te veel roemen. „Er is veel geweld binnen
de huiselijke muren, het individu ontplooit zich niet. Het is amoreel om
alles te willen regelen via families of vrienden. Je krijgt op de koop toe
maffia, corruptie en rokende vuilnis op straat."
In het vrolijke dorp in Umbrië trekt de 47-jarige olijfboer Rodolfo Gal-
lastroni ook zijn conclusies. Hij volgt een beproefd Italiaanse credo en
heeft ervoor gekozen te overleven (vivacchiare) in plaats van te leven (vi-
veré). „De landbouw is in crisis, het leven peperduur, de staatsschuld
neemt niet af, pensioenen zijn niet meer te betalen. Ik ga een paar ver
snellingen lager."
De reflex is een bekende en een die altijd heeft gefunctioneerd. „Ik stel
mijn doelen naar beneden bij, neem geen risico, wacht af', zegt Ro
dolfo. Hij is, naar beweerd wordt, de rijkste man van het dorp, maar
kiest voor niks uitgeven, geen investeringen. Wel voor sparen en ham
steren. Een houding, fnuikend voor ontwikkeling, „maar in ruil heb je
geen zorgen", zegt de olijfboer.
Zo geeft Rodolfo ook het Italiaanse geheim prijs van het zorgeloos zijn.
„We weten dat er een moment komt dat het mis gaat, alle seinen staan
op rood", zegt hij met een grijns. Zelfs de keuze voor vivacchiare is ris
kant, want vroeger kon je hierbij eindeloos rekenen op de familie. Ook
kon je eindeloos rommelen en malverseren, zaken die door 'Brussel' een
stuk moeilijker zijn geworden.
Rodolfo's redenatie blijft dezelfde. „Het punt is dat we gewoon niet aan
dat moment x denken", zegt hij op weg naar de dagelijkse lunch bij va
der en moeder. „We zijn meester in het balanceren boven de afgrond.
Onbewust vertrouwen we erop dat het dankzij onze fantasie en creativi
teit toch weer goed zal komen. Dat stralen we uit en dat weer bekoort
jullie noordelingen, die zich elke dag het hoofd breken over hoe het
straks in hemelsnaam toch verder moet."
OP Z'N ITALIAANS
1
Een mens brengt zijn leven door met redeneren over bet
verleden, klagen over het heden en zich zorgen maken
over de toekomst. ANTOINE DE RIVAROL (FRANS SCHRIJVER)
11 lUnjWWri 'm
PZC
24 DECEMBER 2007