KFRST
Betoverende landschappen, monumentale steden, kek design,
mode. Schoonheid in alle soorten en maten. Om maar te
zwijgen van de culinaire hoogstandjes, de wijn, de koffie.
Italië lijkt het paradijs op aarde en de Italianen ogen vrolijk en
zorgeloos. Klopt? Niet echt, maar ze leven in het nu en dat
blijkt geluk te genereren.
TEKST EELCO VAN DER LINDEN - ILLUSTRATIES SASKIA VAN DER LINDEN
ZORGELOOS LEVEN
HET GEZIN, DE FAMILIE. Hiér ligt de bron van
het Italiaanse geluk, het Italiaanse 'zijn' met
al zijn beperkingen."
Beppe Gallastroni, een gepensioneerde func
tionaris van de fiscus in Perugia, kent geen
twijfel. „De kunst van het leven, het simpele
bij elkaar zijn, het genieten van de ander of
met de ander van een goed maal of een
mooie stad, dat alles heeft zijn oorsprong in het warme familienest."
De Umbrische dorpsbar van Beppe biedt het vertrouwde beeld. De hele
gemeenschap tankt snel bij. De espresso moet 'lang' zijn, 'kort', 'gecorri
geerd', 'bevlekt', hetzij warm, hetzij koud, en soms in een glas.
Er wordt gelachen, omarmd, in buiken geknepen, omstandig gecompli
menteerd en verontschuldigd. Iedere nieuwe gast krijgt commentaar, de
profeet annex dorpsgek declameert zonder dat iemand luistert en na
tuurlijk wordt er gevochten om de rekening.
Buiten in de ochtendkou wordt gerookt en gaan de discussies over voet
bal, politiek en de olijfoogst. De landmeter rijdt voorbij in de laatste
Cherokee, die hij volgens alle commentaren nooit kan betalen.
De apotheek wordt bezocht als een supermarkt en om de hoek begint
een markt met grote paddenstoelen, vlezige kaki's, everzwijnsalami en
biefstukken van de beroemde Chianina-koe. Beneden in het dal is het
stil en slingeren cipressen in het gesluierde decemberlicht.
Te mooi, te veel clichés? De beelden herhalen zich elke dag en betove
ren de buitenstaander, vooral die uit het hoge noorden. Leven de Italia
nen beter? „In ieder geval anders en simpeler, voor jullie vaak oppervlak
kiger", zegt Federico dell'Omodarme, een financieel adviseur, als hij op
het punt staat met vrienden en al hun kinderen een gitafuori porta te
gaan maken, een 'uitje buiten de (stads)poort'.
Niets mooier voor de Italiaan dan stare insieme, pretentieloos samenzijn.
Een beetje rondrijden, een wandelingetje op het barokke plein, einde
loos praten en natuurlijk tot slot: eten. Bij de deelnemende buitenlander
ontstaat meestal snel irritatie, vooral vanwege de doelloosheid.
Alles is goed, niets hoeft, de tijd gaat voorbij; het enige doel, zo lijkt het.
Alles natuurlijk bij de gratie van een mild klimaat en de aanwezigheid
van veel mooie plekken, waar het aangenaam nietsdoen is.
Een Italiaan leeft in het nu. Een auto, een mooi pak en goed eten maken
gelukkig. Het zijn de eenvoudige wensen van een oerconservatief en
soms oercynisch volk, dat niet wil riskeren, behouden wat het heeft. De
boerenwortels verloochenen zich niet.
De familie zet de toon. Beppe roemt de gewoonte om als zoon of doch
ter te trouwen, in te trekken bij ouders of schoonouders, om vervolgens
samen lief en leed, maar meestal ook werk en kosten te delen. Het mo
del was als een warme deken, dat ook zorgde voor stabiliteit en relatief
grote economische mogelijkheden.
Er was meestal een familiebedrijf, dat profiteerde van goedkope arbeids
krachten. Er werd veel gespaard, er was geld voor de mooie auto en het
pak, opa en oma legden hun pensioen opzij en kochten tegen het einde
van hun leven een huis of appartement voor de (klein) kinderen, de zo
verwende prinsen en prinsesjes van de clan. De familie als ultiem sociaal
en economisch vangnet, zowel voor oud als jong, in een als vijandig be
schouwde wereld.
Dit model staat onder druk, al zo'n jaar of tien. Beppe hekelt de jonge
ren die niet trouwen of te snel scheiden. Er is een drang naar onafhanke
lijkheid, maar buiten de familie is die in Italië niet makkelijk te realise
ren. Beppe ziet het anders, hij mist de drang bij jongeren om verant
woordelijkheid op zich te nemen, een gezin te stichten, volwassen te
worden. Wat gebleven is, is de gewoonte lang bij de ouders te blijven,
dertigers en veertigers die maar niet willen opgroeien. En parasiteren.
Wie wel een gezin sticht, laat het bij nog geen anderhalf kind, meestal
met het argument dat het leven te duur is geworden.
Beppe ziet de aantasting van het geoliede familiesysteem als hoofdoor
zaak en dat weer als een grote strategische fout. Het rommelt behoorlijk
PZC
24 DECEMBER 2007