Goede doelen
'Mijn motivatie voor Unicef is alleen
maar sterker geworden'
Paul van Vliet:
10 I Woensdag 19 december 2007 PZC
Beroemd en
barmhartig
Goede doelen hebben
bekende Nederlanders
nodig en bekende
Nederlanders hebben een
goed doel nodig. Oprechte
bevlogenheid, eigenbelang,
een uitgekiend
marketingconcept? „Voor
het eigen imago van de
BN'er werkt de inzet zeker:
kijk mij eens een aardig
mens zijn."
door Tanja Kits
illustratie Ronald Visser
foto's CPD en ANP
De kassa gaat harder
rinkelen zodra een
bekende Nederlan
der zich inzet voor
een goed doel, blijkt
in de praktijk. Dus is het niet ver
wonderlijk dat de goede doelen
zich massaal storten op de beken
de gezichten uit de krant en van
de televisie. „Sinds Marco Borsato
zich inzet voor War Child, weet
heel Nederland waar die stichting
voor staat. Zonder hem was dat
nooit gelukt. Ook Unicef was zon
der Paul van Vliet niet zo bekend
als het nu is", weet Theo Schuijt,
hoogleraar filantropie aan de Uni
versiteit van Amsterdam.
Hij vindt er niks mis mee. Als be
stuurslid van het CBF (het orgaan
dat de goede doelen controleert)
ziet hij jaarlijks de vrijgevigheid in
Nederland stijgen. Hij onder
scheidt twee soorten BN'ers: de
van televisie bekende mensen als
Maartje van Weegen en Mieke van
der Weij, die vooral hun gezicht
en hun stem lenen. En rijke Neder
landers als Krajicek en Cruijff die
hun eigen vermogen aanwenden
om goed te doen. Allemaal geheel
belangeloos.
Maar is dat wel zo, belangeloos?
„Ze krijgen er misschien geen geld
voor, maar het levert hun natuur
lijk wel een beter imago op: kijk
mij eens een aardig mens wezen",
geeft Schuijt aan.
De kerst is bij uitstek een tijd om
nog even flink in de buidel te tas
ten voor het goede doel. Niet voor
niets laten morgen drie deejay's
zich opsluiten in een glazen huis
om geld in te zamelen voor beter
drinkwater. En niet toevallig had
het Koningin Wilhelmina Fonds
(kankerfonds) in deze week van
kerstboodschappen een actie op te
levisie met Mieke van der Weij.
Want na het vullen van de winkel
wagen met reerug en kerststol is
de bereidheid om ook wat tientjes
naar het goede doel over te maken
wellicht groter.
Is het afkopen van een knagend
schuldgevoel? Omdat we eigenlijk
wel vinden dat het in de wereld
niet eerlijk verdeeld is, maar toch
van onze welvaart willen genie
ten? „Nou en?", is de wedervraag
van Paul van Tongeren, hoogleraar
ethiek aan de Radboud Universi
teit. „Wat een calvinistische ge
dachte: afkopen van schuldgevoel.
Ook al is dat ergens deep, down, be
neath een motivatie, dan nog kun
je beter wel geven dan niet geven.
En dat het een goed gevoel geeft,
is onderdeel van onze manier van
leven. We proberen allemaal din
gen te doen die ons een goed ge
voel geven. Dus waarom niet. het
doneren van geld aan mensen die
in nood verkeren? Ik vind het juist
heel goed van mensen dat ze tus
sen de luxe boodschappen voor
kerst ook nog denken aan mensen
die het veel slechter hebben. Dat
we niet allemaal een moeder The
resa zijn, wil nog niet zeggen dat
we slecht zijn."
Van Tongeren vindt het ook geen
enkel probleem dat bekende Ne
derlanders zich inzetten ter verbe
tering van hun eigen imago. „Be
ter zo, dan helemaal niets doen.
Het is niet een kwestie van öf-óf
Meer van én-én. Als beide partijen
er beter van worden, prima."
Nederland is een vrijge
vig landje: 1 procent
van het bruto nationaal
product gaat naar goe
de doelen. Ter vergelijking, in de
Verenigde Staten wordt er 2 pro
cent aan besteed. „Maar dat heeft
er mee te maken dat de belasting
in de VS veel lager is. In ons belas
tingsysteem gaat er via het rijk
ook nog heel veel geld naar ont
wikkelingswerk", verklaart
Schuijt.
Dat bekende Nederlanders goed
zijn voor meer inkomsten klopt,
zegt Eveline Meltzer van Unicef:
„Ze brengen makkelijker de bood
schap over dan wanneer een onbe
kende als ik dat zou doen. Ze ge
ven onze organisatie niet alleen
meer bekendheid, ze zamelen ook
geld in met verschillende projec
ten. Paul van Vliet geeft vaak
shows waarvan de opbrengst naar
Unicef gaan."
Bij het zoeken naar bekende Ne
derlanders die zich voor Unicef
„Audrey Hepburn met wie
ik goed bevriend was, en
die zelf ambassadrice van
Unicef was, vroeg of ik het
wilde doen. Dat was in 1991.
Ik heb er geen seconde over
hoeven nadenken, met zo'n
schitterend voorbeeld als
zij."
Sindsdien zet cabaretier
Paul van Vliet zich bijna da
gelijks in voor Unicef als
'ambassadeur voor het leven
benoemd'. Hij was een van
de eerste BN'ers die zijn
naam aan een goed doel ver
bond. In 1996 werd Moni
que van de Ven eveneens
ambassadeur van Unicef
Sinds vijfjaar gaat de op
brengst van de shows van
Paul van Vliet naar de orga
nisatie die opkomt voor de
rechten van het kind, nu in
totaal al zo'n anderhalf mil
joen euro. „Ik heb het geld
niet nodig, ik leef goed van
mijn pensioen."
„Ik heb het doel vanaf het
begin een warm hart toege
dragen. Als je ziet dat we
reldwijd miljoenen kinde
ren geen kans krijgen, dan is
het werk van Unicef heel be
langrijk. Kinderen zijn toch
onze toekomst."
Nog dagelijks is de 72-jarige
artiest in de weer voor Uni
cef. „Ik geef lezingen, schrijf
teksten, spreek commercials
in. Dat soort dingen. Mijn
motivatie is in de loop der
jaren alleen maar sterker ge
worden. Het is indrukwek
kend wat Unicef allemaal be
reikt. Ik heb projecten in
Zimbabwe, Bangladesh,
Eritrea en Bolivia van dicht
bij gezien. Het vertrouwen
dat kinderen hebben in gro
te mensen is hartverwar
mend. Dat motiveert me
om door te gaan."
„Dat ook andere bekende
Nederlanders zich inzetten
voor goede doelen, kan ik al
leen maar toejuichen, zo
lang ze het uit eerlijke motie
ven doen en niet om er zelf
beter van te worden.
willen inzetten is de
organisatie vrij kies
keurig. „Daar gaat een
heel traject aan vooraf
Niet iedereen die zich
zomaar aanmeldt, komt
er bij. We willen name
lijk er heel zeker van zijn
dat iemand het doet om
dat hij of zij onze doelstel
ling wil uitdragen. Niet om
zich via ons te kunnen profi
leren."
„Het wekt vooral ook vertrou
wen", verklaart Schuijt. „Men
sen denken toch: als zo'n be
kende Nederlander zich aan de
ze organisatie verbindt, zal het
wel goed zijn, dan zal er wel con
trole zijn dat er niet te veel aan de
strijkstok blijft hangen. Het heeft
bij BN'ers ook heel erg te maken
met het podium waarop ze staan.
Ze willen niet voor elkaar onder
doen." Schuijt noemt een krant
die jaarlijks in het Amerikaanse In
dianapolis de gulle gevers bij
naam noemt, plus het gedoneerde
bedrag. „Dat werkt enorm opzwe
pend. Naming and shaming is in
deze sector erg belangrijk. Als ie
mand gezakt is in de lijst probeert
hij het jaar erop weer hoger te ko
men. Eigenlijk hetzelfde als bij ons
de collectelijst waarmee sommige
fondsen langs de deuren gaan. Je
wilt niet onderdoen voor je buren
en geeft hetzelfde of nog liever
iets meer."