/spectrum Ik ben geen jobhopper 'Inmiddels zijn cijfers een surrogaat voor vertrouwen geworden.' PZC Zaterdag 15 december 2007 door Claudia sondervan Dat hij Zeeuws-Vlaanderen zou verlaten had iedereen vorig jaar al kunnen weten. Toen nam Johan van foto Mechteld Jansen der Heide nog eens vijf nevenfuncties erbij. Plotse aangroei van het curriculum vitae is een teken aan de wand bij Van der Heide. Dan is zoetjes aan tijd voor een 'nieuwe uitdaging'. Tot grote spijt van zijn collega's in de Raad van Bestuur van ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen. Het supertrio, werd de raad van bestuur ge noemd. Een 'koningskop- pel', omdat Van der Hei de, Schelfhout en Rade- macher in het afgelopen decennium de Zeeuws-Vlaamse ziekenhuis- en thuiszorg nieuwe vorm en elan gaven en opstuwden tot hoog in de zo ge vreesde Ziekenhuis-Top Honderd. Drie totaal verschillende mannen, in volstrekte kameraderie. „Dat is heel bij zonder. Ik denk niet dat ik het werken in die verhoudingen nog eens ga mee maken, zegt Van der Heide." Maar toch: „Ik heb het in mijn opzegbrief ge zet: wij zijn trekkers." En het lijkt er verdacht veel op dat Jo han van der Heide met een slinkse cur ve om de diagonaal van Nederland op zijn gemakje terugkeert naar zijn geboortegrond. Van Groningen via het Gooi naar Goeree-Overflakkee en Zeeuws-Vlaanderen en nu bij Oss al weer aan de grens met het rivieren land. Via Twente of Emmen verder noordwaarts? Zelf ontkent hij zulk een opzet ten stelligste. Althans, die is er niet bewust. Hij is Grunninger. „Maar ik ben niet zo bodemvast. Ik was op mijn 25e dolblij dat ik weg kon uit die stad. Nu ben ik zover dat ik het weer leuk vind in die streken terug te ko men. De binnenstad te zien, de ouwe dorpjes op terpen." Hij is ziekenhuisdirecteur van beroep. Strak in het pak, vlotte prater, snelle denker die op het prikbord achter zijn bureau de speelse vermaningen van Loesje heeft hangen: 'Wie geen fouten maakt neemt te weinig risico' en 'Als de moed je in de schoenen zakt, ga dan 'ns op je kop staan'. Ooit wilde de jongen uit een gereformeerd gezin huis arts worden. Waarom? „Het is eerlijk gezegd dat ik het achteraf niet meer weet. Ik was nooit zo hevig gemotiveerd. Toen ik aan studeren begon was de keuze schei kunde of geneeskunde. Ik bleek inge loot voor geneeskunde, scheikunde kon ik altijd nog doen. Ik heb drie jaar ongelooflijk zitten balen. Het was een hele droge opleiding. Ter afleiding ging ik er dingen bijdoen. Ik ben in die tijd een halve homeopaat geworden. Heb nog een jaar Russisch gedaan. Nee, daar is niets meer van blijven hangen. Oh, en nog een kandidaats psycholo gie, met statistiek, methodologie en fi losofie." Tijdverdrijf beaamt hij zonder een spoor van ironie. „In je vierde jaar ga je coschappen lopen en leer je de waarde van de verbinding tussen fysiologie en anatomie in je contacten met je patiën ten. Dan ontwikkel je affiniteit met de zorg. De huisarts was mijn beeld daar bij. „Ik heb toen geleerd dat ik vooral het snijden heel leuk vond. En hechten, zo netjes mogelijk naaien. Kleine verrich tingen, prachtig. En bevallingen vond ik ook geweldig om te doen!" Dat hij geen huisarts werd is te wijten aan de wachtlijst voor de opleiding. Een vol jaar moest hij wachten. In dat jaar viel hij in als adviserend genees kundige bij een verzekeraar in 't Gooi. „Ik ben dat zo leuk gaan vinden dat ik me afvroeg of ik niet voor een manage- mentstudie moest gaan - sociaal ge neeskundige taakaanduiding algemene gezondheidszorg, zo heet dat officieel." Beleidszaken, analytisch denken, me thodologisch werk, dat beviel Van der Heide. „Na vijf, zes jaar bij die zorgverzeke raar merkte ik dat ik er steeds meer werk bij ging zoeken. Het was tijd voor iets anders, ja. Toen ik bij het Van Weel-Bethesda in Dirksland werd aan genomen was ik de jongste ziekenhuis directeur van Nederland: ik was dertig. Ik heb nog eerst gebeld: kan dat wel? Maar het kon. Het ziekenhuis had toen forse financiële problemen, grote schul den Ik geloof dat een organisatie zich moet beperken tot waar die goed in is. Het wordt een schijndiscussie als je het hebt over hoogtechnologisch meedoen met grote ziekenhuizen." Het op één na kleinste ziekenhuis van Nederland (140 bedden, alleen Dok- kum is kleiner met 138) zocht partners om de nodige zorg te garanderen. Met Medisch Centrum Rijnmond Zuid voor de intensieve zorg, en met de ver zorgingshuizen, huisartsen en de ver pleeghuizen groeide er de ZORGsaam- organisatie; geen familie van Zorg Saam Zeeuws-Vlaanderen. „Al was de naam het eerste in de advertentie voor lid van de raad van bestuur wat me trof", blikt hij terug op zijn sollicitatie in Zeeuws-Vlaanderen. In die tijd werd hij zeker van zijn vocatie als zorg- bestuurder. „Toen ik in Dirksland zat heb ik me eens laten testen om uit te vinden in welke sector ik me het beste thuis zou voelen. Ik wilde weten of ik even gelukkig zou zijn als filiaalhouder bij de Albert Heijn. Maar het bleek dat ik ideologisch toch te gebonden was om vrijuit de markt in te gaan." Vrije marktwerking in de zorg, daar ge looft hij niet in. „Daar is de zorg nooit bij gebaat. Het is geen Gammaprodukt. Ziekte is een existentiëel probleem. Als je kanker hebt, zoek je zorg en vertrou wen bij iemand, bij een persoon. Ik wil niet zeggen dat concurrentie in de zie kenhuiszorg niet kan, maar tot een grens, anders verliest het zijn waarde. Dat neoliberale, daar heb ik niets mee. Cijfers geven maar hele kleine stukjes werkelijkheid weer. Maar inmiddels zijn cijfers een surrogaat voor vertrou wen geworden. Ik heb niet de illusie dat je in je eentje het tij kunt keren. Ik ben ook niet de prinzipiënreiter die op zijn grafzerk wil zien staan dat hij ge lijk heeft gehad. Maar de politiek die minister Klink bedrijft... Hij kan het ook gewoon mis hebben. Moeten we sterren willen in de gezondheidszorg? Het gaat allang niet meer om gematig de kosten maar om winstmaximalisa tie. De zorg zal echter nooit fullblown commercieel kunnen werken." Waardering heeft hij wel voor de verantwoor dingstrend ter kwaliteits verbetering. „Je kunt zeuren over prestatie-indicatoren, maar maak er liever gebruik van, stelt hij. „Mensen moeten trots kunnen zijn op hun professionaliteit. Maar je moet je verantwoord profileren", want: no blesse oblige, vindt Van der Heide. „Ver geet als ziekenhuis niet dat negentig procent van de mensen in je gebied aangewezen zijn op jou." Hij is dol op domotica, intelligente elektronische hulpmiddelen in huis en informatie- en communicatietechnolo gie, kortweg iet. Als dat ergens ter we reld ontwikkeld moet worden, dan is het in Zeeland, met zijn schaarse popu latie en grote afstanden, vindt Van der Heide. „Stel je voor, een uroloog in Gent die via een robot een patiënt met prostaatkanker in Terneuzen, op af stand dus, opereert. Daar moeten we gebruik van maken! Ik kom net terug uit Zuid-Korea daar was een interna tionale ziekenhuizenconferentie. „Ze spreken daar niet langer van e-health- care, zoals wij, maar van ubiquitous healthcare. Alomtegenwoordige zorg. Het geeft niet waar een patiënt is, zijn gegevens zijn altijd bij hem. Moet er een specialist elders geraadpleegd wor den en die wil de patiënt even zien, dan pakt die zijn apparaatje en hij heeft een gesprek met beeld. Toch heeft Korea dezelfde ziekenhuiskosten als het Westen. Ik weet niet hoe dat zou zijn als zij de nieuwe technologie niet zo rücksichtslos hadden inge voerd. We hebben in Nederland last van de wet op de remmende voor sprong. We zijn wat vervet, denk ik." De komende anderhalfjaar moet hij het door de week zonder zijn gezin stellen. Zolang hebben zijn jongsten nog nodig om hu middelbare school af te maken voor ze verder gaan vanuit het Brabantse. Schouderophalend: „We moeten dat even uitzingen. Maar het is te overzien." Acht jaar geleden, bij de overgang van Goeree naar Zeeuws-Vlaanderen, ging hij ook in zijn eentje vooruit, zij het toen voor slechts een halfjaar. En ach, lacht hij. „Het geeft je wel de gelegen heid om je heel goed in te werken." Uren maken is geen probleem. Elk weekeinde terug naar Zeeuws- Vlaanderen ook niet. „We voelen ons hier thuis. Op Goeree voelden we ons ook thuis, maar de mensen zijn er min der open. Het is dat Bourgondische hier. Je merkt dat mensen elkaar vlot aanspreken: kom, we drinken een pint! Mensen benaderen je frank en vrij. We zijn hier goed ingebed." Maar hij is ook nieuwsgierig naar de mensen van de Meijerij en de Brabantse ont vangst. Zijn jogroutes voeren in het nieuwe jaar niet langer over de Wester- scheldedijk naar de Griete maar door bos en wei. Voor hoe lang? De nieuwe voorzitter van de raad van bestuur van Ziekenhuis Bernhoven haalt de schou ders op. „Ik ben geen jobhopper. Je hebt tijd nodig voor je binding hebt met een organisatie. Ik ben nu 48. Af en toe is het goed om nieuw bloed in een organisatie te brengen. Ook in Oss heb ik gezegd: ik teken niet tot mijn pensioen." Paspoort Naam: Johan Sietse van der Heide Geboren: Groningen, 11 april 1959 Woonplaats: Terneuzen Gezin: gehuwd met Hanneke Ketel, vijf kinderen (17 tot 23 jaar) Beroep: ziekenhuisdirecteur. Opleiding: 1977 gymnasium, 1983 doctoraal geneeskunde, 1984 artsen examen, 1989 sociaal geneeskundi ge algemene gezondheidszorg, 2003 Mediator, 2004 auditor voor NlAZ-ziekenhuiskwaliteitsaccredita- tie Loopbaan: (sterk verkort) 1985: me disch adviseur bij diverse instellin gen, 1990 directeur patiëntenzorg ziekenhuis Dirksland, lid dagelijks be stuur Rijnmondziekenhuizen, oprich ter en bestuurder hospice Calando te Dirksland, lid raden van toezicht Prof. Lindeboominstituut, Gerefor meerde Hogeschool Zwolle. 2000 directeur patiëntenzorg ZorgSaam. 2008: voorzitter raad van bestuur Bernhove ziekenhuis Oss. Hobby's: de kerk, joggen, muziek, kerkorganist, politiek actief in de Christen Unie, reizen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 91