spectrum
Tekens aan de wand zijn het
PZC
Zaterdag 15 december 2007
De Duif (damesmode en hoeden), Lange Noordstraat te Middelburg.
foto Lex de Meester
Voor wie er oog voor heeft, zijn ze
overal: muurschilderingen en
teksten die getuigen van het
dagelijks leven in de eerste helft
van de twintigste eeuw. Ook in
Zeeland groeit het besef dat ze het
behouden waard zijn.
door Ondine van der Vleuten
Wie weet dat het er ooit
gestaan heeft, kan de
tekst misschien nog le
zen: MOTORRIJTUI
GEN - LANGZAAM RIJ
DEN - GEVAARLIJK! De woorden zijn zo
goed als weggesleten. Bovendien is uitgere
kend op die plek in de Dreischorse Zuid
straat het straatnaambordje bevestigd.
En dat is jammer, zegt Hugo Doeleman
(voorzitter van de Stichting Beschermd
Erfgoed Schouwen-Duiveland), want die
paar woorden herinneren aan een nabij
verleden, waarin gemotoriseerd vervoer
nog een zeldzaamheid was. Ze schrijven
letterlijk geschiedenis.
Doeleman, die in Dreischor eerder het
voortouw nam voor de restauratie van een
oude margarinereclame ('Solo'), besloot
daarom dat dit zijn volgende project zou
worden. Hij sprak met de bewoners van
het hoekhuis en schreef brieven aan de ge
meente.
De afgelopen week kreeg hij bericht. Het
straatnaambordje mag worden verplaatst
en hij mag de schildering herstellen. „De
gemeente schreef: 'Het is met name dit
soort aanduidingen die een stukje sfeer in
een historische dorpskern terugbrengen
zonder dat daar grote investeringen of pro
jecten voor nodig zijn.'"
Verspreid over Zeeland zijn nog veel
meer, en veel aansprekender voorbeelden
te vinden van gevelschilderingen en -tek
sten - veelal reclame - uit de eerste helft
van de twintigste eeuw. Vaak staan ze op
zijgevels, waar mensen tegenaan kijken bij
het passeren van winkelstraten.
Toon Franken van de Werkgroep Industri
eel Erfgoed Zeeland (WIEZ) heeft het een
en ander gefotografeerd en gedocumen
teerd. Hij kwam wel eens wat tegen op de
routes Industrieel Erfgoed die her en der
in Zeeland zijn uitgezet. Maar er is nooit
stelselmatig een inventarisatie gemaakt.
Misschien dat het daar zo langzamerhand
wel tijd voor is, want er dreigt méér te ver
dwijnen dan alleen wat nostalgische plaat
jes en teksten.
Franken: „Die teksten en schilderingen zeg
gen iets over de geschiedenis van handel,
over nijverheid, over hoe de maatschappij
destijds in elkaar stak. Neem nu een tekst
als 'Zelfbediening'. Dat zegt iets over een
maatschappelijke ontwikkeling: de op
komst van de supermarkten. Als je in
Zeeuws-Vlaanderen kijkt, denk ik aan de
huizen met het opschrift 'douane'. Die is
er niet meer, en dus wordt er vaak over
heen geschilderd. Die opschriften zijn ech
ter het behouden waard."
Ronald den Broeder van de Stichting Stads
herstel Vlissingen ziet het net zo: „De op
schriften zeggen iets over de functie van
gebouwen, over de mensen die er werkten
en woonden, over de maatschappelijke
ontwikkeling van een stad of een streek. Je
leest eraan af hoe het dagelijks leven veran
derd is: huisbrandolie en kolen bijvoor
beeld zijn nagenoeg verdwenen."
Ook los daarvan heeft de reclame waarde.
„Denk aan de stijl, de grafische ontwikke
ling. Is het jugendstil, zijn het gotische let
ters? Een reclame uit 1900 ziet er heel an
ders uit dan een uit de vijftiger jaren. Dan
heb je het over design."
En, zegt Den Broeder, ze prikkelen de her-
Voormalig bankgebouw, Korte Kerkstraat, Terneuzen.
foto Ronald den Dekker
innering en hebben daarmee ook een nos
talgische waarde. „Op de hoek Walstraat-
Korte Vrouwenstraat in Vlissingen is een
mooie neogotische gevel met het opschrift
Fa Hollaars-Verberkt. Dat was vroeger een
damesmodezaak. Als ik die naam noem bij
een lezing, begint het direct te gonzen.
Zelf moet ik bij het zien van De Duif, aan
de Lange Noordstraat 40 in Middelburg,
altijd terugdenken aan die keer dat ik als
klein kind met mijn moeder naar die chi
que modezaak meeging en een kledingrek
op mijn hoofd kreeg. Waarna ik met een
autootje van het bedrijf naar het zieken
huis vervoerd werd, want het moest ge
hecht worden. Dat vond ik prachtig."
Wie zich buigt over de vraag wat
er behouden moet blijven,
moet allereerst besluiten waar
over we het precies hebben: alleen tek
sten? Alleen schilderingen? Vallen tegelta
bleaus er ook onder, en hoe zit het met re-
liëfletters (siersteenwerk) of combinaties
daarvan? Den Broeder, beslist: „Ik zou
breed kijken. Wat mij betreft vallen er óók
mozaïeken onder, variërend van natuur
steen met opschrift tot beschilderd stuc en
steen, maar ook bordjes in hout en metaal.
Neem nu dat originele bordje op de Water
toren in Vlissingen, waarop staat: Waterlei
ding Midden-Zeeland. Daar is er in de hele
provincie misschien nog maar één van!
Misschien niet commercieel en niet pre
cies reclame, maar historisch wel waarde
vol. Er is veel te weinig over van dat 'lees
bare erfgoed', dus ga alsjeblieft niet selecte
ren."
Er zijn gemeenten in Nederland die beslo
ten hebben structureel geld uit te trekken
voor herstel en behoud en de 'tekens aan
de wand' onder de kleine monumenten ge
rangschikt hebben. Utrecht, thuisbasis van
de Stichting Tekens aan de Wand, vervul
de een voortrekkersrol. Deze landelijke
stichting is voortgekomen uit de werk
groep Industrieel Erfgoed van de Rijks
dienst voor de Monumentenzorg en fun
geert als platform voor gemeentelijke ini
tiatieven en vragen vanuit het land. Ook in
steden als Kampen, Delft, Leiden en Am
sterdam is inmiddels zoveel hersteld dat er
informatieve wandelroutes konden wor
den uitgezet langs de gevelreclames.
Utrecht heeft er al een dikke twintig
jaar opsporen en herstellen op zit
ten, maar in het zuiden van het
land komt de trein nog maar op gang. Ber
gen op Zoom is voor Zeeland de dichtstbij
zijnde gemeente die daadwerkelijk beleid
heeft ontwikkeld voor de 'fresco's van de
gewone man', zoals dit erfgoed wel ge
noemd wordt.
Tom van Ekelen houdt zich bezig met mo
numenten en archeologie en legt uit dat
zijn gemeente eerst lijnen is gaan trekken:
dit wel, dat niet. „Sommige dingen zijn al
te ver heen, andere mógen niet eens geres
taureerd worden. Zoals die nog heel goed
zichtbare oproep uit de Tweede Wereld
oorlog, van de Duitse Wehrmacht, om bur
gers te bewegen zich daarbij aan te sluiten.
En tabaksreclames mogen alleen hersteld
worden als het merk niet meer bestaat. Zo
hopen wij in het voorjaar van 2008 een
mooie reclame van Miss Blanche gerestau
reerd te hebben. Het is de grootste van Ne
derland: veertig vierkante meter, en goed
te zien vanaf de spoorlijn Vlissingen-Ber-
gen op Zoom. Wij hopen dat veel mensen
dat zien en zeggen: ik heb ook zo'n recla
me op mijn huis, kan ik daar iets mee
doen?"
Van Ekelen is via de Stichting Tekens aan
de Wand betrokken geweest bij de restau
ratie van de Solo-reclame in Dreischor.
„Wij hebben tips gegeven voor de restaura
tie en doorverwezen naar Wendy Schoen
aker, die gespecialiseerd is in historische re
clames."
Schoenaker stelt dat in principe elke am
bachtelijke schilder dit soort herstelwerk
zou kunnen uitvoeren. Mét ondersteuning
van de stichting, dat wel. „Je kunt niet zo
maar een pot verf pakken. Eerst moet vast
gesteld worden wat je gaat herstellen.
Soms zijn er drie reclames over elkaar
heen geschilderd. Je zoekt informatie over
de historie van het merk, vraagt via de fa
brikant beeldmateriaal, reconstrueert ver
dwenen stukken en kijkt welke verfje
moet gebruiken. Bij Solo bijvoorbeeld is
een mineralenverf gebruikt die de origine
le olieverf niet afsluit. Als je dat niet doet,
gaat de verf bladderen."
Solo is vooralsnog het pronkstuk van Zee
land, als het om gerestaureerde gevelrecla
mes gaat.
Hugo Doeleman van de Stichting Be
schermd Erfgoed Schouwen-Duiveland
had de vervallen schildering al jaren op
Brouwerij, Westdorpe. foto Maurice Kindt
Machinefabriek op het Scheldeterrein in Vlissingen.
foto Lex de Meester