Bijzondere zeesluis gered
Samen eten ze 50.000 kilo gemalen graan
PZC Zaterdag 15 december 2007
Maurice Kindt
De Zwarte Zeesluis, alias Grote Petrus, wordt binnenkort ingrijpend hersteld.
foto's Peter Nicolai
De doorzetter wint. Bijna
tien jaar knokte Maurice
Kindt voor herstel van de his
torische en bijzondere Zwar-
tenhoekse zeesluis in de Sas
dijk bij Westdorpe. Volgen
de week is het zover. Onder
aanvoering van waterschap
Zeeuws-Vlaanderen gaat het
500.000 euro kostende
project van start.
door Rinus Antonisse
Voorzichtig blij, alsof hij het
nog niet écht kan geloven.
„De vlag wappert op het
ogenblik, maar hangt nog
niet in top. Het is pas zeker als we
klaar zijn met de restauratie", zegt
Maurice Kindt (63). Hij heeft het
over de Zwartenhoekse zeesluis,
ook bekend als Grote Petrus. Een
waterbouwkundig en militair
kunstwerk, verscholen onder de
weg over de Sasdijk, even buiten
de kom van Westdorpe.
Een sluis met een dubbelfunctie:
overtollig water uitslaan én - ten
behoeve van militaire inundaties -
water inlaten. Rondom voorzien
van verdedigingswerken. In 1789
gereed gekomen en in 1979 als uit
wateringssluis buiten bedrijf ge
steld. Sindsdien in verval geraakt
en gedoemd opgeruimd te wor
den. Dankzij de inspanningen van
Kindt gebeurt dat niet.
De nationale raad voor cultuur
noemt het rijksmonument (sinds
2005) een 'uitzonderlijk bouw
werk'. Een voorbeeld van een ver
geten, ondergewaardeerd en zeld
zaam deel van ons erfgoed. Met
zo'n aanprijzing is het zacht ge
zegd opmerkelijk dat aanvankelijk
niemand geïnteresseerd was in be
houd van de zeesluis. Op Kindt
na. In 1998 benaderde hij met
steun van de Stichting Oud-West-
dorpe verschillende instanties (ge
meente, waterschap, provincie,
rijkswaterstaat). „Ik kende de sluis
van jongs af aan en ik zag hoe die
langzaam maar zeker verloederde.
Dat ging me zeer aan het hart."
Hij kreeg geen handen op elkaar.
Wél toen de sluis in 2000 de
hoofdprijs won van de campagne
Erfgoed Al Goed van Stichting
Landschapsbeheer Zeeland. De
vijfduizend gulden gebruikte
Kindt voor het weer zichtbaar ma
ken van het met gras en riet be
groeide bouwwerk. Maar daarmee
was de broodnodige restauratie
weinig verder gekomen.
De zoektocht naar steun is een ver
haal apart. Onvermoeibaar bleef
Kindt samen met Sandra Dobbe
laar van SLZ ijveren voor restaura
tie. Dat de sluis eigendom is van
het waterschap en rijkswaterstaat
onderhoudsplichtig, maakte het er
niet makkelijk op. De Stichting
Cultureel Erfgoed Zeeland en de
Bond Heemschut zetten zich in
voor aanwijzing tot rijksmonu
ment. Een stap vooruit was, najaar
2004, een manifestatie bij de sluis,
waarbij een informatiebord werd
onthuld, De oprichting van een
projectgroep met vertegenwoordi
gers van de betrokken instanties
zorgde voor een versnelling. Archi
tect Erik-Jan Brans zorgde voor
een restauratieplan en er werden
subsidies toegezegd. Het halve mil
joen euro's is nog niet helemaal
binnen, maar Kindt verwacht dat
het restant er wel zal komen (spon
sors zijn welkom).
„Ik ben blij dat ik, met steun van
anderen, doorgezet heb. De weg
liep via zand- en keiwegen en we
hebben wel een vastgezeten in de
modder. Ik hoop dat we er iets
moois van kunnen maken. Als er
regelmatig mensen een kijkje ko
men nemen, ben ik tevreden",
stelt Kindt zich bescheiden op.
Voor zichzelf was het een hele er
varing. „Ik ben op en top
Zeeuws-Vlaming en kijk makkelijk
naar het Zuiden. Door alle contac
ten ben ik toch een beetje meer
Zeeuws geworden en ik kijk nu
ook naar het Noorden."
door Melita Lanting
Het is opmerkelijk rustig
in de kippenschuur bij
Ouwerkerk. Er klinkt
hier en daar wat getok
en je hoort de kachels blazen.
In de schuur zitten ongeveer
13.000 mestkuikens. Allemaal
wit, zodat het lijkt alsof er één
groot donsdek op de grond ligt.
In een ruimte naast de stal zit
Ken Buth op een stoeltje. Naast
hem staan drie kratten op de
grond. Daarin zitten dertig kui
kens. Achter elkaar worden de
dieren uit het krat gehaald. De
boer houdt ze stevig vast bij de
poten en de borst terwijl de die
renarts met een scherp mesje
een piepklein sneetje maakt in
een van de vleugels. De meeste
kuikens hebben niet veel veren
op de borst en daardoor zie je als
het ware de kipfiletjes liggen.
Van alle dertig kuikens moet een
buisje bloed worden afgenomen.
„De kippen zijn drie weken gele
den geënt tegen de pseudo-vogel-
pest en nu nemen we een steek
proef om te controleren of ze vol
doende antistoffen in hun bloed
hebben." Pseudo-vogelpest is
een zeer besmettelijke ziekte.
Het enten van de kuikens ge
beurt niet handmatig, het zou
ook geen doen zijn om alle der
tienduizend beesten te vangen
en ze stuk voor stuk een spuitje
te geven. De entstof wordt verne
veld in de stal en op die manier
ademen alle kippen het medicijn
in. „Als ze ziek zijn, krijgen ze de
medicijnen via het drinkwater
toegediend."
Het volgende kuiken is aan de
beurt. De boer pakt een willekeu
rig dier uit een van de kratten en
het kuiken begint ineens flink te
protesteren. Het piept als een be
zetene, klapwiekt met de vleu
gels en poept eens even flink
maar er is geen ontkomen aan.
Even een sneetje, buisje er onder
en hup, terug in de stal. Het
beestje pruttelt nog even na en
gaat dan weer rustig tussen de
andere kuikens zitten.
Het is warm in de stal, grote ka
chels houden de temperatuur
constant op 22 graden. Vlak bo
ven de grond hangen buizen
met hele kleine tuitjes. De kui
kens zitten daar voortdurend
met de snavels aan want daar
komt het drinkwater uit. Ook bij
de voederbakken verdringen de
beesten elkaar.
De kuikens in de kratten die nog
bloed moeten geven, komen on
dertussen een beetje in bewe
ging. Af en toe piept er eens een
tje met de kop boven het kratje
uit en kijkt verwonderd met de
blauwe ogen in het rond.
Nog één week lopen deze bees
ten in de stal rond. Dan zijn ze
zes weken oud, hebben ze sa
men ongeveer 50.000 kilo gema
len graan naar binnen gewerkt,
en zijn ze slachtrijp.