Kolgans past zich aan
Stelbergen
bijna alle
verdwenen
$1
door Chiel Jacobusse
Zomaar een doordeweekse ochtend in de Yerseke
Moer. Het is rond half negen en net licht geworden.
Boven de bevroren velden hangen mistflarden en
ergens ver weg roept een wulp. Verder is de stilte
bijna tastbaar... Maar dat duurt niet lang. Vanuit het zuid
oosten komt een aanzwellend geluid van een enorme groep
kolganzen die deze kant op komt. Of eigenlijk moet je zeg
gen: van een heleboel groepen kolganzen. In keurig geor
dende V-formaties doemt groep na groep vanachter de hori
zon op en landt in het berijpte gras.
In het winterse polderland is er geen heerlijker geluid dan
dat van die groepen kolganzen. De V-formaties geven aan
dat er vorst op komst is, zo werd mij als kind geleerd. Nou
ja, daar valt nog wel wat op af te dingen. Of er vorst komt
of niet, die V-formaties zijn er toch wel. Voor mij roepen
die luidruchtige ganzen meer jeugdherinneringen op dan
enig ander geluid in de polder.
Geboren aan de rand van de Poel was het mij van kinds af
aan een vertrouwd geluid als je 's avonds in bed lag of wan
neer je 's ochtends wakker werd. Grote groepen ganzen die
overtrokken van en naar de slaapplaatsen. Overdag zaten de
vogels in de weilanden in de Poel en dag in dag uit trokken
wij er op uit om ganzen te kijken. Niet dat we op iets spe
ciaals uit waren. De sensatie van het vinden van een groep
grazende ganzen, ze dan voorzichtig besluipen, totdat ze je
- altijd weer - in de gaten kregen en dan massaal op de wie
ken gingen. Dat was het helemaal.
Dat soort spelletjes is voor de jeugd van nu niet weggelegd.
Ganzen zitten vooral in strikt begrensd ganzenopvangge-
bied en daar is betreding taboe. Dat is ook noodzakelijk. In
de eindeloze weilanden van de Poel was het waarschijnlijk
voor de ganzen niet eens een probleem dat wij onze spoor
zoekersinstincten op ze botvierden. Er waren uitwijkmoge
lijkheden genoeg. Van schade en een jaag- en verjaagbeleid
had niemand ooit gehoord. Waarschijnlijk was de schade
ook veel minder. Zoveel geschikt voedselgebied zorgt er
voor dat de ganzen veel meer verspreid over het land voor
komen. Bovendien is het duidelijk dat de ganzen van des
tijds een andere voorkeur hadden als het gaat om voedselge-
bieden. Vanouds was het zo dat de meeste ganzen voorkwa
men in de meest natuurlijke graslanden. Hoe meer reliëf en
plas-dras-situaties, hoe meer ganzen.
Door ruilverkavelingen vooral is de oppervlakte van dat
soort halfnatuurlijke graslanden enorm teruggelopen. Waar
schijnlijk is er minder dan 10 procent van over ten opzichte
van pakweg dertig, veertig jaar geleden. Toch is met het ver
dwijnen van het traditionele voedselgebied het aantal gan-
zen niet verminderd. De ganzen hebben zich succesvol aan
gepast aan de moderne agrarische praktijk en tegenwoordig
zijn ze op uitgesproken cultuurgraslanden en zelfs op ak
kers talrijk te vinden. Maar behalve dat er op de landbouw
gronden heel veel veranderd is, is ook de infrastructuur op
het platteland heel anders geworden. De kronkelweggetjes
die van niets naar nergens liepen, zijn rechtgetrokken en
het sluipverkeer neemt hand over hand toe. Ook al niet erg
bevorderlijk voor ganzen. Ze zijn er gelukkig nog steeds,
maar het onbekommerde genieten in eindeloze lege pol
ders is voltooid verleden tijd.
De PZC sponsort stichting Het
Zeeuwse Landschap. In Natuur-
journaal gaat hoofd ecologie
Chiel Jacobusse wekelijks in op
wat er aan de orde is in de
Zeeuwse natuurgebieden.
Overwinterende ganzen kon
den vroeger royaal voedsel
halen op de natuurlijke gras
landen. Maar die verdwenen
grotendeels door verkavelin
gen. De ganzen pasten zich
aan. Ze zijn deels overge
stapt op cultuurgrasland en
ook wel op akkers. Dat het
platteland veel onrustiger is
geworden, moeten ze voor
lief nemen.
Kolganzen in de Yerseke Moer. foto Chiel Jacobusse
jVafu^K"1
foto Adri Karman
Ooit werden op de schorren stel
bergen aangelegd. Bedoeld als
vluchtheuvels voor de herders en
hun schapen. Bij inpolderingen
veelal geslecht Eén van de
weinige die er nog steeds ligt, is de
Kampelantse stelle, aangelegd op
een oude dijkrestant van het in
1530 verdronken Noord-Beveland.
In 1734 werd op de stelberg de
boerderij Hooghe Hoeve gebouwd,
die er tot op de dag van vandaag
ook nog is.