spectrum 14 nog niet E Voor Windenergie? Die is duurzaam en schoon, dus we zijn vóór. Zolang die grote molens maar ergens staan waar ze niet opvallen, niet storen. Over de plaats van dndenergie in het landschap, nu en in de toekomst. w lÜt Tegen PZC Zaterdag 15 december 2007 w indmolens inpassen in het landschap? Al bert Jansen is er snel klaar mee. De senior programma-adviseur bij SenterNovem, het agentschap van het ministerie van Economische Zaken dat zich bezighoudt met duurzaamheid en in novatie op het gebied van energie, klimaat, milieu en leefomgeving: „Inpassen is in dit verband eigenlijk onzin. Hoe kun je een constructie van 120 meter hoog inpassen in een landschap waarin de bomen niet ho ger zijn dan twintig meter?" Willen we in dit land verder met winde nergie, en dat willen we in meerderheid nog steeds, dan moet er een cultuurveran dering optreden. Dan moeten we anders tegen het landschap én tegen de moderne windmolens aan gaan kijken. Jansen: „We moeten de windturbines niet meer willen inpassen in de zin van 'zo onopvallend mo gelijk wegstoppen'. We moeten ze juist een eigen plaats geven in het landschap. „Windmolens maken van oudsher deel uit van onze cultuur. In de Gouden Eeuw werd onze economische bloei gedragen door windmolens. De moderne windturbi nes worden vaak met heel andere ogen be keken, terwijl ze een logische doorontwik keling zijn van onze molenhistorie. Als energiebron horen ze bij onze cultuur van nü, dus verdienen ze ook een plaats in het huidige cultuurlandschap." Dat klinkt mooi. Maar heeft het volk er ook een boodschap aan? Daar lijkt het vooralsnog niet op. Hoeveel plannen voor de plaatsing van windmolens zijn in de af gelopen tien, vijftien jaar al de revue gepas seerd? En hoeveel zijn er gerealiseerd? In Limburg staan bijvoorbeeld niet meer dan drie moderne windturbines, één in Heer len en twee in Kerkrade. Aan de Duitse kant van de grens bij Aken staat daarente gen een heel woud moderne windmolens. Geen enkel plan is verder gekomen dan de tekentafel. Discussie is er volop. Steevast spelen dezelfde argumenten een rol. Win denergie is duurzaam en schoon, dus de moeite waard. Maar dan moeten de mo lens wel op plaatsen staan waar ze het landschap niet ontsieren, niemand storen, geen overlast veroorzaken. Dat is moeilijk zoeken in een land zo vol als Nederland, blijkt telkens weer in de praktijk. „Het zoeken naar geschikte terreinen voor het plaatsen van windturbines is jarenlang vooral een kwestie geweest van negatieve selectie, vooral gebaseerd op angst", zegt Jansen. „Turbines waren lelijk en agressief, dus werden ze bij voorkeur neergepoot waar het landschap tóch al aangetast was. Bij industrieterreinen, in havengebieden, langs dijken en wegen. Vaak in strakke, rechte lijnen, want dat oogde het mooiste, vond men. Dat klopt, ja. Tenminste: als je door Guus Urlings foto Lex van Lieshout/ANP Windturbines veroorzaken geen uitstoot van schadelijke stoffen, er is geen afval. Als wind turbines zijn afgeschreven, zijn nagenoeg alle materialen herbruikbaar. Wind is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld olie en gas, in principe een onuitputtelijke bron. Zeker met de modernste turbines, die aan een windsnelheid van twee meter per seconde al genoeg hebben om energie te produceren, en bij zes meter per seconde op vol vermogen draaien. Het gebruik van windenergie maakt een land minder afhankelijk van import van fossiele brandstoffen (olie, gas, kolen) en dus van economische machtspolitiek op de wereldmarkt. Windenergie wordt steeds goedkoper, terwijl voor de traditionele brandstoffen (vanwege de toenemende schaarste) het tegendeel geldt. Turbines worden bovendien steeds efficiën ter. Reken je de 'winst' mee die elk procent méér windenergie oplevert door het terugdrin gen van de CO,-uitstoot, dan is de productieprijs van windenergie nü al concurrerend. ze zo intekent op een kaart, of als je zo'n opstelling van bovenaf bekijkt. Als je er in het horizontale tegenaan kijkt, zeker op plaatsen waar er veel staan, waar meer van die 'molenlijnen' tegelijk zichtbaar zijn, dan is de ervaring toch vaak heel anders." Hoog tijd dus voor 'het nieuwe denken'. Het verhaal van windturbines is eigenlijk een verhaal over monsters. Over wind- monsters, vreemde elementen die onze leefomgeving binnendringen. Wat doen mensen als ze met monsters geconfron teerd worden? Ze proberen ze te bezwe ren of te verjagen, ze leren ermee leven of ze gaan ze aanbidden. Het ontwikkelen van windparken op zee, zoals bij Egmond, zo ver mogelijk uit het zicht, is een vorm van verjagen, verbannen, het monster uit drijven. Het tegenovergestelde, aanbidding van het monster, kom je wel eens tegen bij landschapsarchitecten en techneuten die het allemaal prachtig vinden. en vorm van bezweren, is het monster zo 'bijkleuren' dat het met enig wrikken en wringen nog wél in de traditionele leefomge ving past. Bijvoorbeeld: de masten van windturbines zodanig camoufleren dat ze min of meer opgaan in de omgeving, door ze tot boomhoogte (20 meter) groen te ver ven en daarboven grijs. Met het monster leren leven, is heel pragmatisch accepteren dat het landschap verandert, en die veran dering een eigen plaats geven in de bele vingswereld, in de leefomgeving, in het landschap. Het monster aaibaar maken, zeg maar. Jansen: „Elk mens zal begrijpen dat het landschap hoe dan ook verandert, dat niets eeuwig kan blijven zoals het is. Dan zeg ik: waarom zou je die windturbi nes dan niet gebruiken om bepaalde ele menten en structuren van dat landschap juist te versterken, te benadrukken?" „Waarom geen rij van windturbines, ge combineerd met wateropvangbekkens, langs de lijn van de oude Hollandse Water linie? Of langs de 'limes', de oude grenzen van het Romeinse Rijk. Of neem dat plan in Brabant om een rij turbines te plaatsen op de overgang tussen het klei- en het zandgebied. Kortom: verstop die windtur bines niet langer, maar gebruik ze juist als hedendaags element in het landschap." Inderdaad, een nieuwe manier van den ken. Daar wordt op dit moment al op di verse fronten mee geëxperimenteerd. Een nieuwe manier van denken voer je niet van vandaag op morgen in. En over smaak (zijn de moderne windturbines nou mooi of juist foeilelijk?) valt uiteraard altijd te twisten. De discussie is voorlopig dus nog niet ten einde. Jansen: „Als we ernst willen maken met windenergie in Nederland, dan is dit wél de weg die we moeten inslaan." Moderne windturbines rijn groot. Nieuwste types hebben ashoogte van rond de 125 me ter, waarbij nog de lengte van het rotorblad (55 tot 60 meter) opgeteld moet worden). Beïn vloeden in hoge mate en over grote afstand aanzien en karakter van landschap (horizonver vuiling). Verstoren beeld van omgeving omdat ze nagenoeg voortdurend in beweging zijn. Windturbines maken geluid, dat afhankelijk van plaats en tijd (drukte van de dag, stilte van de nacht) van enkele honderden meters tot enkele kilometers in de omtrek hoorbaar is. Nieuwere types zijn stiller dan molens van de eerste generatie, maar zeker niet geruisloos. Draaiende rotorbladen van windmolens kosten jaarlijks zo'n 20.000 tot 30.000 vogels het leven. In het verkeer komen in Nederland elk jaar naar schatting twee miljoen vogels om. De productie van windenergie is nog steeds duurder dan energieproductie in 'reguliere' energiecentrales. Berekening van de 'CO,-winst' die met windturbines geboekt wordt, is niet onomstreden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 114