spectrum JO
'Onze overheid praat over milieu
als een hoer over liefde'
PZC
Zaterdag 15 december 2007
Leven zonder het zwarte
We zijn verslaafd aan olie. Het is
overal voor nodig: benzine,
diesel, plastic, cosmetica, verf,
geur- en smaakstoffen. Maar de
voorraden slinken, brandstof
dreigt onbetaalbaar te worden en
het klimaat ontspoort door onze
dorst. Kunnen we leven zónder
het zwarte goud? „Alle
technieken bestaan al."
door Dylan de Gruijl en Jan Trommelen
foto's Frouwkje Bijlstra
en David van Dam/GPD
Het mooiste compliment
kreeg André Faaij, hoofddo
cent aan de Universiteit
Utrecht, van de elektricien
die zijn meter opnam. „Hij
geloofde de stand niet", vertelt Faaij. „Dat
wij met een gezin zo weinig stookten, had
hij niet eerder gezien."
Terwijl Faaij, specialist in bio-energie, niet
eens zulke rigoureuze maatregelen heeft
genomen: spaarlampen in het hele huis,
zuinige apparaten, de tv niet standby laten
staan en een huiselijk verbod op energie-
slurpers, zoals een jacuzzi of een waterbed.
Zelfs hij is dan nog aangewezen op fossiele
brandstoffen, de veroorzakers van klimaat
verandering. „Je kunt als consument nu
nog niet zonder olie."
Olie beheerst ons leven. Het zwarte goud
is overal: in bijna alle plastic en kunststof
materialen, elektronica, cosmetica, medicij
nen, verpakkingen, verf, lijm, zelfs in geur
en smaakstoffen. De Koninklijke Neder
landse Chemische Vereniging (KNCV)
somt de waslijst met toepassingen pro
bleemloos op. „De vraag waar géén aardo
lie in zit, is makkelijker te beantwoorden",
zegt woordvoerder Axel Dees. Conclusie:
we zijn verslaafd aan olie. De dorst is zo
groot dat de prijs voor een vat ruwe olie
vorige maand de magische grens van hon
derd dollar naderde. Die prijsstijging gaat
voorlopig nog wel even door, stelt het In
ternationaal Energie Agentschap (IEA).
Hoewel de wereld op Bali vergadert om de
klimaatverandering, veroorzaakt door ver
branding van olie, gas en steenkool, te be
perken, zal de vraag naar olie tot circa 2030
nog met 50 procent toenemen. Zelfs minis
ter Jacqueline Cramer van Milieu zegt keer
op keer dat we voorlopig niet zonder fos
siele brandstoffen kunnen.
Wubbo Ockels, hoogleraar duurzame tech
nologie aan de TU Delft, ergert zich aan
die houding. „Helemaal zonder olie is nu
nog een stap te ver", erkent hij. „De belan
gen van de industrie zijn enorm. Tech
nisch is al heel veel mogelijk. Als we mor
gen alle auto's op elektriciteit willen laten
rijden, kan dat. Alleen is daarvoor harde re
gelgeving nodig. En dat willen we niet.
Dat is nou eenmaal onze cultuur. Wij zijn
handelaren."
De techniek om olie voor een groot deel
uit te bannen, bestaat volgens de
oud-ruimtevaarder dus wel degelijk. Zo
kunnen huizen nu al zelf hun stroom op
wekken met zonne-energie en warmte
pompen en bestaan er al kwalitatief goede
elektrische auto's. Nog een idee: richt het
IJsselmeer in als 'valmeer' om opgewekte
windenergie op te slaan. En niet te verge
ten de Superbus, het supersonisch elek
trisch voertuig dat vanaf 2015 met twee
honderd kilometer per uur over een eigen
baan moet razen.
In Ockels wereld kan Nederland in enkele
decennia pijnloos afkicken van de oliever
slaving. „Misschien is het Nederlands calvi
nisme", bedenkt hij. „Het idee dat je pijn
moet lijden voor een betere toekomst. Dat
hoeft dus niet. Mensen némen hun recht
op een schone toekomst gewoon niet in
eigen hand. Bijna niemand heeft door hoe
we economisch terrein kwijtraken."
Het grootste drama is misschien wel dat
we verliezen van Duitsland. Waar onze
oosterburen de ontwikkeling van duurza
me energie al jaren krachtig stimuleren,
voert de Nederlandse overheid een zwab-
berbeleid. Soms even subsidie, dan weer
niet. Gevolg is dat Duitsland de koppositie
van Nederland in windenergie heeft over
genomen. Ockels: „Ik ben jaloers op Duits
land."
Ook trendwatcher Adjiedj Bakas spreekt
lovend over het buitenland. Zo kiest Zwe
den ervoor mensen massaal te laten thuis
werken. Bij de research voor zijn boek Le
ven zonder olie stuitte hij in Duitsland op
de ontwikkeling van een plastic auto. „Die
rijdt één op 65, kost maar 15.000 euro,
maar heeft wel alle gemakken zoals airco.
Geweldig."
Als we willen, beweert Bakas,
lacht de duurzame toekomst
ons toe. Gebouwen wekken
zelf hun stroom op met wind
molentjes op het dak en ramen met zonne
cellen, overal hangen superzuinige led-lam
pen, bussen rijden op waterstof en grote
centrales draaien op biobrandstof. „Het
mooie is dat alle technieken bestaan. In
Dubai komt een wolkenkrabber met wind
turbines tussen de verdiepingen. Die levert
genoeg energie voor tien wolkenkrabbers."
Hoofddocent Faaij schetst nog een beeld.
Binnenkort wordt schone stroom opge
wekt uit hout en gras. Het probleem dat
biobrandstof, zoals maïs en koolzaad, con
curreert met de voedselproductie is daar
mee opgelost. Dat maakt biobrandstof een
volwaardig alternatief voor olie. Faaij: „Er
zijn landen die daar al heel ver mee zijn,
vooral in Oost-Europa."
Tegelijk gaf het Nederlandse kabinet toe
stemming voor vier nieuwe kolencentra
les. De overheid, is Bakas' overtuiging, be
zorgt ons geen schoner milieu. Verande
ring moet uit de maatschappij komen. „On
ze overheid praat over milieu als een hoer
over liefde. Nee, duurzaamheid moet van
burgers en bedrijven komen. We hebben
voorlopers nodig. Zij moeten mensen la
ten zien dat het leuk is om met duurzame
energie bezig te zijn."