Panorama Onderbroeken worden nog niet gedragen i door Rinus Antonisse Tien jaar geleden begon de i aanleg van de Westerschel- detunnel. Van de 6,6 kilo meter lange route ligt het overgrote deel onder water. In het landschap is er niks van te zien, op de wegen ernaartoe en het tol- plein na. Die hebben wél gezorgd voor een fikse verandering van het poldergebied: zie de foto's van de Willemskerkedijk bij Hoek in 1999 en (rechts) 2006. Landschapsfotograaf Siebe Swart volgde die ingrepen in het land schap op de voet. Zijn opnamen vormen het eerste hoofdstuk van zijn boek Panorama Nederland. u 30 I Dinsdag 11 december 2007 PZC IHHrHÉ J Over de bezittingen van rijke mensen in de zeventien de en achttiende eeuw is redelijk veel bekend. Anders ligt het met spullen van de gewone mens. Voor haar studie cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit deed Ida Doorenweerd uit Vrouwenpolder er onder zoek naar: Thuis in de polder, materiële cultuur op het platteland van Veere in de achttiende eeuw. Boedelbe schrijvingen geven veel informatie over het leven toen. door Rinus Antonisse deure Back, Samuels, Zaijer en Jansen. Enthousiast geworden maakt ze zich nu op om ook de eerste honderd jaar alsnog te doen. Ze vertelt dat in het verle den de zorg voor wezen een taak was van de overheid. Die zorgde ervoor dat na het overlijden van (één van) de ouders voogden over de wezen werden aangesteld. Te vens werd een 'staat en inventaris' opgesteld, om vast te kunnen stel len hoe groot het erfdeel van de wezen was. Gebouwen en alles wat daaraan 'nagelvast' verbonden was (bedstee, behang, vloer, te gels), waren niet opgenomen. De boedelbeschrijvingen variëren van heel kort tot vele bladzijden. Een bed, dat wil zeggen de matras, is een kostbaar be zit. Niet iedereen heeft er een. Wel in ruimere mate ta fels, liefst uittrekbaar, en stoelen. Verlichting, in de vorm van kande laars en lampjes, is zeldzamer. Evenals klokken. Van spiegeltjes zijn meestal meerdere exemplaren in huis. Spellen óf kinderspeel goed ontbreken. Bijna altijd is er een bijbel, dikwijls ook psalmboe ken. Onderbroeken worden nog niet gedragen, die zijn pas na circa het jaar 1800 gangbaar. Ida Dooren weerd kan nog veel meer weetjes opsommen. Haar onderzoek Thuis in de polder, naar de spulletjes van gewone mensen op het platteland rond Veere zo'n drie eeuwen gele den, leverde een schat aan gege vens op. Het geeft tegelijk een beeld van het leven in die tijd. Een leven dat vooral uit werken be stond. Voor de mannen op het land, voor de vrouwen in en om het huis. Ze heeft van jongs af aan dingen van mensen verzameld. Allerlei spulletjes, van kleding tot huis raad. Vooral van vroeger. Ze vindt het bovendien leuk verbanden te leggen, zaken te koppelen. Ida Doorenweerd, in het dage lijks leven speltherapeute bij Emergis, kwam met haar afstudeeronderwerp voor de studie cultuurwe tenschappen helemaal aan haar trekken. Zeker toen ze als bron bij het archief van de weeskamer van de landvierschaar van Veere (de dorpen rond het stadje omvatten de) terechtkwam. Want hoe kom je erachter hoe mensen die weinig sporen hebben nagelaten, leefden? Van de rijken weten we het aardig, van de door- snee-burger niet. Boedelbeschrij vingen blijken veel opheldering te verschaffen, ontdekte Dooren weerd. Daarin wordt geen onder scheid gemaakt tussen rijk en arm. „Als je naar de boedels kijkt, krijg je dus een goed beeld." Het archief van de weeskamer be slaat de periode 1583-1809. Dooren weerd onderzocht 33 boedelbe schrijvingen vanaf 1682. Van men sen met namen als Oreel, Den Hol lander, Simons, Goverts, Hooge-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 32