Gezondheid
ik droog uit!
Babyheupen onder
Dokter of pastoor
42 Maandag 10 december 2007 PZC
HUISARTS
door Paul van Dijk
Wie stervende is, kan
behoefte hebben om
zaken recht te zetten
Nog niet zolang geleden was het duidelijk. Voor lichame
lijke klachten ging je naar de dokter, voor geestelijke
problemen was er de pastoor of de dominee. Behalve
lichamelijke en geestelijke klachten zijn er ook psychische pro
blemen zoals stressverschijnselen, angststoornissen of depressi
viteit. Deze psychische klachten zijn een overgangsgebied tus
sen het terrein van de dokter en de geestelijke.
In de praktijk zullen psychische klachten bijna altijd door een
arts (soms een psycholoog of psychiater) en zelden door een
dominee of pastoor worden behandeld. Met geestelijke proble
men bedoel ik levensvragen, ook wel aangeduid met de term
spiritualiteit. Het zijn vragen als: waar leef ik voor? Wat is
mijn plaats in het grote geheel, waarom moet ik lijden? Wat
betekent doodgaan voor mij?
Vroeger werden gedachten over deze thema's besproken bin
nen de context van kerk en religie. Het was het werkgebied
van de geestelijke. Tegenwoordig kunnen mensen steeds min
der terugvallen op een religieuze
basis. Dat betekent niet dat deze
vragen er niet meer zijn. Door af
wezigheid van pastoor en domi
nee komen ze vaak terecht bij
de huisarts. Hij wordt gezien als
aanspreekpunt voor het welzijn
van de patiënt in de breedste zin van het woord.
In mijn eigen praktijk merk ik dat een groot deel van mijn tijd
in beslag wordt genomen door praten. Op het spreekuur voel
ik me soms net een pastoor. Vragen met een geestelijke en psy
chische achtergrond bepalen een steeds groter deel van mijn
werk.
Deze verschuiving heeft mogelijk te maken met het feit dat ik
zelf ouder word en dat de praktijk met me meegroeit. Jaren sa
men optrekken met je patiënten schept een band die er moge
lijk voor zorgt dat vragen, buiten het puur lichamelijke, vaker
worden besproken.
Een andere factor is de aandacht die er de laatste jaren is voor
palliatieve zorg, het behandelen van pijn en andere problemen
rond het levenseinde. Deze zorg in de laatste levensfase richt
zich niet alleen op lichamelijke klachten (benauwdheid, obsti
patie) en psychische klachten (angst, verwardheid, depressie),
maar ook op spirituele aspecten.
Uit onderzoek blijkt dat patiënten met een levensbedreigende
ziekte het belangrijk vinden dat de huisarts stilstaat bij de bete
kenis van ziekte en spirituele vragen rond het ziek zijn. Als de
arts hier geen aandacht aan besteedt, voelt de patiënt zich on
persoonlijk behandeld.
Artsen zijn vaak wat onwennig als ze vragen krijgen op levens
beschouwelijk gebied. Vaak zijn we zo gericht op medisch tech
nische zaken dat spirituele aspecten onvoldoende worden mee
gewogen. Patiënten die weten dat ze binnenkort doodgaan,
kunnen worstelen met uiteenlopende spirituele vragen en on
zekerheden.
Allereerst zijn er vragen rond de zinloosheid en de willekeur
van ziekte. Waarom ik? Waarom zou ik nog doorleven? Een
vrouw uit mijn praktijk (38 jaar) vroeg zich vertwijfeld af waar
om juist zij moest sterven aan borstkanker. Hoe moest het ver
der met Denise van zes en Jannes van vier?
Ook kan er behoefte zijn om zaken recht te zetten, samen af te
ronden of om iemand iets te vergeven. Eén van mijn patiën
ten wilde vlak voor zijn overlijden schoon schip maken. Hij
vertelde zijn echtgenote dat hij er sinds drie jaar een andere re
latie op na had gehouden.
Ten derde kan bij patiënten de wens leven om te spreken over
de relatie met God. Ik herinner me mevrouw Petersen die zich
ondanks haar verlamming en ernstige pijn gesteund wist door
haar God. Ze stierf met een glimlach.
Met al deze verschillende aspecten van spiritualiteit kan de
arts te maken krijgen. Hij zal niet altijd moeten wachten tot
de patiënt of de familie er mee komt. In het kader van een goe
de palliatieve zorg zal de dokter deze thema's zelf ter sprake
moeten brengen. Als de patiënt aangeeft dat een geestelijke in
deze fase steun kan bieden, dan zal de arts dit aspect over kun
nen dragen. Steeds vaker blijkt echter dat patiënten in de laat
ste weken voor
foto ANP
hun dood spiri
tuele thema's
graag met de
(huis)arts willen
bespreken. De
arts moet er reke
ning mee hou
den dat hij vaker
dan vroeger ook
een beetje pas
toor of dominee
moet zijn.
De r in de maand, waar staat
die ook alweer voor? Een
rode, rasperige, ruwe huid.
Met jeuk, branderigheid,
schilfers. En diepe kloven die
je handen omtoveren tot de
Rocky Mountains in
miniatuur. Wat kun je doen?
door Will Gerritsen foto Harry Heuts
Patricia weet zich geen
raad meer. „In het voor
jaar en in de zomer heb
ik er weinig last van.
Maar zodra het herfst
weer wordt en de blaadjes van de
bomen vallen, krijg ik een droge
huid. Als het een paar dagen guur
is, trekt mijn huid en zijn de eer
ste schilfers al zichtbaar. Op den
duur krijg ik kleine barstjes in de
huid. Een droge huid is een heel
naar gevoel. Het trekt en jeukt ver
schrikkelijk. Weet iemand een op
lossing?", smeekt ze op een inter
netforum.
Xerosis cutis, ofwel droge huid, is
de naam van een vervelend huid
probleem dat met name in herfst
en winter de kop opsteekt. „Rond
Heupafwijkingen bij baby's
- Bij 97 procent van de zuigelin
gen ontwikkelt het heupge
wricht zich normaal. Dat wil
zeggen: dan past de heupkop
goed in de heupkom. Bij een
lichte afwijking waarbij kop
niet goed in de kom past,
wordt gesproken van heupdys
plasie. Staat de heupkop enigs
zins of in zijn geheel buiten de
heupkom, dan heet dat heup-
luxatie, een ernstige heupafwij
king.
Bij heupdysplasie kan snel tot
behandeling worden overge
gaan. Deze bestaat uit het
spreiden van de beentjes door
middel van een spreidmiddel,
veelal een zogenoemde spreid-
broek. Soms kiest een arts
voor de Pavlik-bandage, waar
bij de knietjes van een kind
met riempjes in gebogen stand
worden gehouden.
Bij een heupluxatie is de heup
kop uit de kom, wat bij 1 op
de duizend baby's het geval is.
Hierbij is er ook altijd sprake
van heupdysplasie. Dit laatste
kan echter wel voorkomen zon
der dat er sprake is van een
luxatie. Heupluxatie wordt on
der meer tegengegaan met
een gipsbroek.
Smeerboel
In de winkels staan enorm veel smeersels voor de droge huid. Crèmes of
zalven houden de huid soepel en voorkomen verdere uitdroging. Door
gaans helpt een simpele crème met vaseline al goed.
„Pure vaseline kun je gebruiken", zegt apothekersassistente Gidian Kes-
sels, „maar dan blijf je aan alles vastplakken. Vaseline die met crème is
vermengd, wordt door de huid beter opgenomen." Dergelijke crèmes zijn
op doktersrecept verkrijgbaar en worden vergoed.
Als de huid niet al te droog is, adviseren apothekers een gewone lanette-
of cetomacrogolcrème, die snel na het smeren in de huid trekt. Is de
huid erg droog, dan zijn vaseline-lanettecrème en vaseline-cetomacrogol-
crème de beste smeersels. Het zijn vette crèmes die langzamer in de huid
trekken dan de gewone crèmes. Smeer minimaal tweemaal per dag.
De Duitse consumentenbond adviseert een intensief kuurtje voor ruwe
handen vol barstjes en klootjes: smeer voor het slapen met vette crème
en draag, om smeerboel te voorkomen, verbandhandschoenen.
deze tijd merk je dat de huid dro
ger begint te worden", zegt apothe
kersassistente Gidian Kessels uit
Venlo. Menigeen heeft er al sinds
de kindertijd last van. Doorgaans
is de kwaal onschuldig, maar niet
altijd. Als je ernstige, hardnekkige
klachten hebt, is een bezoek aan
de huisarts wel zo verstandig. Ach
ter dat kurkdroge velletje kan na
melijk ook een medisch probleem
schuilgaan, tot psoriasis aan toe.
Meestal is er niets aan de hand,
wat geen reden is die dorre plek
ken te negeren. Wie niets doet te
gen de woestijnvorming op zijn
lijf riskeert vooral bij een vermin-
derde weerstand medische compli
caties, zoals eczeem, ontsteking
van de haarzakjes (folliculitis) of
cellulitis (een niet ongevaarlijke
bacteriële ontsteking van het on
derhuidse bindweefsel). Bij kloof-
jes die gaan bloeden, staat de deur
op een kier voor boosaardige bacte
riën die als een diefin de nacht
kunnen binnendringen.
Vaak wordt een droge huid veroor
zaakt door winterse omstandighe
den: lage temperaturen en een dro-
Een nationaal
bevolkingsonderzoek naar
heupafwijkingen bij baby's
komt steeds dichterbij. In
Oost-Nederland en Utrecht
worden als experiment
enkele duizenden
zuigelingen onderzocht.
door Arvid van der Wolf
Een arts op het consulta
tiebureau die een mobie
le echo bij zich heeft en
daarmee kijkt of baby's
een heupafwijking heb
ben. Het zal over een paar jaar in
Nederland de gewoonste zaak van
de wereld zijn. Tenminste, als een
experiment dat nu in dorpen in
Oost-Nederland en in Utrecht aan
de gang is, slaagt.
„We kijken nu of een eventueel be
volkingsonderzoek goed is te orga
niseren door de thuiszorg en is uit
te voeren door wijkverpleegkundi
gen", zegt René Eijsink, consulta
tiebureau-arts en uitvoerder van
het experiment voor de thuiszorg
organisatie Carinova in Raalte.
Eijsink is betrokken bij een onder
zoek van de Universiteiten van
Twente en Utrecht naar de haal
baarheid van een nationaal bevol
kingsonderzoek op heupafwijkin
gen bij baby's. Met veel enthousias
me is hij deze maand samen met
drie wijkverpleegkundigen begon
nen om in een aantal dorpen rond
Zwolle en Raalte meer dan 2.500
baby's te screenen met de mobiele
echo. In het voorjaar van 2009
moet het onderzoek klaar zijn.
Zo'n 3 tot 5 procent van de net ge
borenen heeft een heupafwijking.
Dat wil zeggen: de heupkop past
niet goed in de heupkom, een af
wijking die veelal goed is te gene
zen met hulpmiddelen.
Het aantal afwijkingen is niet op
vallend groot en groeit niet. Toch
is een grootschalig onderzoek met
behulp van echo-apparatuur nut
tig, vindt Eijsink. „Nu worden ba
by's op het consultatiebureau al
leen lichamelijk onderzocht en