Sinterklaas Geschiedenis en gebruiken rond het feest van Sint Nicolaas 101 Woensdag 5 december 2007 PZC door John jas en Tanja Kits foto Spaarnestad Dreigen met de roe. Of nog erger: mee in de zak op de boot naar Spanje. Want pas op, de Sint hoort en ziet alles! Kinderen kun je laten geloven wat je wilt. Hoe schadelijk zijn al die leugens eigenlijk voor het kinderzieltje? En hoe groot is het leed als de waarheid moet worden verteld? twintig minuten een nieuw koppel van Sint en Piet tevoorschijn komen. Toch werd er elke keer met evenveel enthousiasme gezwaaid. Het geloof in de Sint is ijzersterk." Toen voor Booy zelf het moment kwam dat het bestaan van Sint Nicolaas een sprookje bleek, heeft hij moeten huilen. Hij kan zich het verdriet heel goed herinneren en prijst zijn moeder die hem goed opving door het moment om te buigen. „Zij deed alsof ik werd 'ingewijd' in een geheim dat alleen volwasse nen kenden. En dat was ook wel leuk. Boven dien mocht ik stiekem meewerken aan een surprise voor mijn vader." Wordt er door alle leugens schade aangericht aan de kinderziel? „Welnee", zegt kinderpsycho loog Jan Feenstra. „Het sinter klaasfeest past helemaal bij die leeftijd. Kinde ren leven tussen waan en werkelijkheid. Ze vinden het heerlijk. Geloven ook in sprookjes. Met acht, negen jaar gaan ze meer de logica van dingen inzien. De werkelijkheid is vaak ontnuchterend. Veel kinderen hebben een overgangsfase. Ze weten dat Sint niet bestaat, maar zodra ze hem zien geloven ze er toch nog weer in." Dat de leugens en het bedrog rond de Sint tot grote angsten leidt, gelooft Feenstra niet. „Als een kind heel erg angstig is voor Sinterklaas, zit er vaak meer achter. Je kunt die angst weg nemen, maar dan komt er vaak een andere angst voor terug. Bovendien, kinderangst hoort ook bij die fase van ontwikkeling en is helemaal niet ongezond." „Wat wel erg is, is om als ouders te dreigen met Sinterklaas. Daar ben ik falikant op tegen. Sint moet je als kindervriend brengen, niet als boeman. Bovendien kun je het dreigement niet waarmaken. Want stel dat ze een keer stout zijn geweest, die cadeautjes krijgen ze toch wel. Kinderen moeten ook stout kunnen zijn, dat hoort bij het opgroeien." De Sint komt ook in Irak... Ik was negen toen het mij werd verteld. Ik schrok me kapot. Het was een ware aardverschuiving. Ik ging helemaal op in mijn geloof in Sinterklaas, dat ik het eer der ook niet had willen aannemen. Ik was zo boos, dat ik ook meteen het geloof in God aan de kant heb geschoven." Psychotherapeute Riekje Boswijk-Hummel (6i) heeft het haar eigen dochter niet aan wil len doen. „We vierden wel sinterklaasfeest, maar zonder de bijbehorende leugens. Hoe kun je je eigen kind nou zo voorliegen?", vraagt ze zich verbolgen af Ze schreef 20 jaar geleden een boek De Shock van Sinterklaas, waarin ze het '5-december-be- drog' aan de kaak stelt. Ze kreeg veel publici teit, maar louter negatief. Het boek werd nau welijks verkocht en verdween in de ramsj. Tien jaar later probeerde ze het nog eens, ze herschreef het boek en veranderde de titel in Sinterklaas en God. „Ik was er inmiddels achter gekomen dat Sinterklaas heiliger was dan God. Als je schrijft: God bestaat niet, dan is er niets aan de hand. Maar als je schrijft dat de leugens rond Sinterklaas moeten worden afgeschaft, krijg je heel Nederland over je heen. Klaarblij kelijk geloven we liever in een Sint die mooie cadeautjes brengt. Bizar." Bijna alle ouders geven met graagte de traditie van Sinterklaas door aan hun kroost. Het ge loof in de bisschop te paard wordt al gauw on wrikbaar. Frits Booy is historicus en deskundi ge inzake het sinterklaasfeest. Hij vertelt van een schooljuf die in de jaren zeventig in haar klas een experiment uitvoerde met kinderen van vijfjaar. „Ze trok voor hun ogen een sin terklaaskostuum aan. Na de nodige bevreem ding, liep ze de klas uit en deed alles weer uit. Toen ze even later terugging, werd ze er door een aantal kinderen luid op geattendeerd, dat ze de Sint net was misgelopen." Een ander voorbeeld van Booy is dat van de kapperszaak die ook sinterklaaskleding ver huurde. „Een groepje kinderen zag om de ...en India... ...en destijds in Nederlands Indië. Bovenstaande foto's komen uit het boek 'Sinterklaas Overzee' van Paul Faber. de Sint en zijn gevolg uit Spanje laat komen, is dit een voor de hand liggend vervoermiddel in ca. 1850. STROOICOED. Het strooigoed kan verklaard worden door twee bron nen: 1) zie het item over schoen zetten; 2) de Germanen strooiden graan en noten bij de vuurplaats in laas alles in zijn eentje doen, ook streng straffen. Zwarte Piet heeft van lieverlee die taak overgenomen. Hij dreigt of slaat met een roe en stopt deugnieten in een zak. Mis schien is dit beeld ontstaan door een middeleeuwse afbeelding, waar op te zien is hoe een duivel (ook zwart!) een zak met slechte zielen naar de hel sleept. Ook in Duitse kinderboeken komen engerds voor, die stoute kinderen in zakken stoppen en meenemen om op te eten. AANKOMST PER STOOMBOOT. De aankomst per stoomboot zien we voor het eerst in het eerste Ne derlandse sinterklaasboekje van Jan Schenkman. Aangezien Schenkman DE SCHOEN ZETTEN. De kinderen zetten vroeger hun schoen omdat zij geloofden dat Sint en Piet door de schoorsteen kropen om eten voor het paard en verlanglijstjes op te halen. Daarvoor in de plaats leg den de bezoekers wat lekkers of een cadeautje neer. Dat contact via de schoorsteen komt voort uit het geloof van Germaanse voor ouders. Die geloofden dat zij via de rook van hun haardvuur, die door een gat in het dak de lucht in ging, in contact ston den met hun go den. ZWARTE PIET Vindt je alleen in Ne derland en België en pas sinds ca. 1840. In andere landen gaat Sint Ni colaas vergezeld van gemaskerden, behaarde monsters en an dere engerds. Zij moes ten de jeugd straffen of behoeden voor slecht gedrag. Zwar te Piet in het kos tuum zoqls we dat nu kennen, is geïn troduceerd door de Amsterdamse schoolmeester Jan Schenk man. Hij publi ceerde in ca. 1850 het eerste Ne derlandse sinterklaasboekje. Zijn piet heeft een roe en een zak waar in de stouteriken worden gestopt. Waarschijnlijk heeft Schenk man deze dienaar ge zien op een 18e-eeuws schilde rij van een edel man te paard met een bediende. Hij draagt bij Schenkman nog geen naam. Pas in een prenten boek voor de jeugd uit 1868 valt de naam Zwar te Piet. DE ZAK. Voordat de die naar er was, moest de Nederlandse Sint Nico-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 10