reizerho
Levende
telefooncellen
Als een administrateur
houd ik mijn
beltegoed in de gaten
I
Het minuscule oliestaatje Brunei is een
verrassend leuke bestemming voor een
paar dagen. Je kunt er zwerven door de
stad, de jungle in of, zoals Thijs
Heslenfeld, stiekem een biertje drinken in
het Sheratonhotel.
PZC
Zaterdag 1 december 2007
reizen@wegener.nl
I024-3650360
■SSI
Het is tegenwoordig natuurlijk buitengewoon gemak
kelijk om vanuit elk willekeurig dorpje ter wereld
contact op te nemen met het thuisfront. De mobie
le telefoon lijkt welhaast overal dekking te hebben. Vroeger,
hoor mij eens, vroeger was je na een verre vliegreis van huis
afgesloten. Moeizaam muntjes verzamelen voor een meestal
niet werkende telefooncel. Ellenlange rijen trotseren in tele
foonkantoren om via een krakerige lijn je moeder met haar
verjaardag te feliciteren. Het hoeft allemaal niet meer.
Mobiel bellen, sms'en en mms'en zorgen ervoor dat nie
mand meer iets van jouw reis hoeft te missen. Een kleurrij
ke indianenmarkt: mms'je. Enkel verstuikt op de Himalaya:
SMSje. creditcard verdwenen: bellen. Alles onder controle
en een fluitje van een cent.
Hoewel, een fluitje van een cent? Dat is het beslist nog niet.
Binnen Europa krijg je tegenwoordig een berichtje dat je
nog maar voor 58 cent per minuut wordt opgelicht. Maar
hoe verder van huis, hoe groter de verrassing wanneer de te
lefoonrekening uiteindelijk door de bus glijdt.
Colombia spant bij mij de kroon. Een 'gelukkig nieuw
jaar-gesprek' verscheen ooit als een kostenpost van 400 euro
op mijn rekeningafschrift. Omdat ik net niet ter plekke aan
een hartstilstand overleed, ben ik het in dit land an
ders gaan aanpakken.
Ook deze keer, in Zipaquira op zoek naar ouders die
node worden gemist, koop ik een sim-kaartje voor
mijn Colombiaanse mobiel. Ik vul het tegoed aan
tot een euro of 20 en het lijkt wel alsof ik onbeperkt
kan bellen. Comcel, de provider, heeft een mooi net
werk en op welke afgelegen bergtop ik ook sta, de
verbinding met thuis is glashelder. Als een verbeten
administrateur houd ik mijn beltegoed in de gaten.
Het Colombiaanse prepaid systeem is, denk ik vergelijkbaar
met dat in Nederland. Ik weet dat niet zeker want thuis heb
ik een abonnement. In elk geval is het in het land van cocaï
ne en FARC een ondoorzichtig woud van tarieven. De aan
biedingen worden in onbegrijpelijke berekeningen aange
kondigd in de talloze telefoonwinkels. Wie op z'n voorde
ligst wil bellen moet ook hier een behoorlijke studie hebben
gevolgd. Wiskunde gecombineerd met een cursus list en be
drog lijkt mij het beste.
Iedereen in Colombia heeft problemen met de tarievenstruc
tuur. Men wil zo voordelig mogelijk bellen, maar wie is op
welk moment het goedkoopst? Een groot probleem is na
tuurlijk dat de acties altijd provider gebonden zijn.
Handige lieden hebben in deze markt een gat ontdekt. Je
ziet ze overal in de straten. Het is blijkbaar een lucratieve
handel en niet al te moeilijk, want er zijn er nogal wat van.
Levende telefooncellen, zo zie ik ze. Mannen en vrouwen be
hangen met mobiele telefoons. Van elk van de vijf providers
die Colombia rijk is, hebben ze op z'n minst een toestel. Het
idee erachter is eenvoudig. Wie provider X in z'n eigen tele
foon heeft, maar provider Y biedt een actietarief dan ga je
naar zo'n telefonist. Die heeft alle providers en kan dus al
tijd profiteren van alle acties. Een vast tarief van altijd 6 cent
per minuut door heel Colombia is het resultaat. De finesses
van het afrekenen zijn mij niet helemaal duidelijk gewor
den, maar het is altijd druk bij de levende telefooncellen,
dus dat zal wel goed zitten.
Of het helemaal legaal is weet ik ook niet. Wanneer ik een
foto wil maken van zo'n telefonist ontstaat er meteen pro
test. Toch heb ik wel enige bewondering voor deze onderne
mers. Het valt in Colombia niet mee om de kost te verdie
nen. Het leveren van goedkope telefoonfaciliteiten is een
mooi en nuttig beroep. Helaas heeft men de tarieven naar
het buitenland nog niet in de aanbieding. Maar bellen met
mijn Comcel mobieltje is ook een feest. De minuten willen
maar niet op. Dezelfde gesprekken voor een fractie van de
prijs van mijn Nederlandse provider. Ik kijk nu al uit naar
de lage rekening.
Bandar Seri Begawa
Stinkend
rijk Brunei
Bandar Seri Begawan
moet één van de onbe
kendste hoofdsteden van
de wereld zijn. Als je er
rondloopt, krijg je niet
de indruk dat dat snel zal verande
ren. Het is een mix van oud en
nieuw, levend en dood, saai en op
windend. Er zijn de verplichte
moskeeën en musea met sultanpa-
rafernalia. Niet al te spannend,
maar toch leuk om even het wan
staltige gouden rijtuig te zien waar
mee de huidige sultan zich in 1968
naar zijn kroning liet rijden, om
nog maar te zwijgen van het nog
veel groter en kitscheriger bouw
werk waarmee hij door de straten
werd gereden bij de viering van
zijn 25-jarig ambtsjubileum.
Toch is de stad verrassend puur en
Aziatisch. Er zijn Indiase kappers,
goedkope en lawaaierige eethuizen
en een paar leuke marktjes. Een
echte attractie is de watervillage of
kampung ayer die eigenlijk mid
denin de stad begint. Duizenden
houten huisjes op palen, een wir
war van kanalen, waterwegen en
steigers en vrijwel continu het la
waai van de razendsnelle motorbo
ten die met vervaarlijk grommen
de motoren zo snel mogelijk door
dit waterdoolhof jagen.
Die combinatie van factoren geeft
de stad in het water (er wonen
hier 30.000 mensen!) een volstrekt
eigen sfeer. De inwoners zijn ook
anders: directer, opener, een tikje
rauw misschien. Voor het nachtle
ven moet je hier beslist niet naar
toe, want dat is er eenvoudig niet.
Alcohol is sinds enkele jaren taboe
in het islamitische oliestaatje, dat
maar net iets groter is dan Gelder
land. Als buitenlander mag je wel
iets invoeren, maar dan rijst het
volgende probleem: waar kun je
niet in het openbaar, dus dat
wordt een armoedige vertoning op
je hotelkamer. Tenzij je in het She
raton verblijft. Ergens is daar een
speciaal plekje op de zesde verdie
ping voor alcoholgebruik. En dus
sluip ik 's avonds door de gangen
van het Sheraton, mijn halve liter
gin discreet verpakt in een SeeBuy-
Fly-tasje. Het voelt uiterst onwen
nig, alsof ik iets illegaals ga doen.
De lounge zit op slot, alleen met
een kamersleutel kom je erin. Bin
nen tref ik een klein internationaal
gezelschap aan: wat Australiërs en
een paar Europeanen. Al met al is
dit een uiterst merkwaardige be
doening voor een Europeaan, maar
je kunt het ook beschouwen als
een bijzonder onderdeel van je
trip naar Brunei.
Het vreemde resultaat van deze
dat je veel goedkoper uit bent dan
normaal. Drie gin tonics in een
Sheraton voor 2 US dollar (de prijs
van het blikje tonic), dat heb ik
nog nooit eerder meegemaakt!
Brunei staat tjokvol paleizen van
leden van de koninklijke familie
en als je een boottochtje over de
Bruneirivier maakt, zie je boven
het gebladerte, fier de gouden to
rens van het reusachtige paleis van
de sultan uitsteken. De rijkdom
van de sultan is eindeloos. Toen hij
nog gek was op polo, kocht hij dui
zend paarden en liet hij een apart
polostadion voor privégebruik bou
wen. De paarden hadden zelfs een
eigen Boeing.
Het paleis van de sultan telt ruim
1.700 kamers. Hij was lange tijd de
beste klant van Rolls Royce en
voor Bill Gates voerde hij jarenlang
Brunei heeft veel kanalen en waterwegen,