Dan wordt het leven schraler v4 In onze winkel komen mensen elkaar tegen, ben je niet alleen in de menigte Zaterdag 1 december 2007 PZC fot^MechteW^ansen van 'waarc'en koestert zijn Croede. Pas op, niet te onstuimig, voor je het weet is het dorp echt verleden tijd. Nu heeft hij wel iets met geschiedenis, maar niet op die manier. Zijn winkel is de laatste van het dorp. 'Huib, we houden je in ere', zeggen ze op het gemeentehuis. Voor een griepprik kunnen de Groenaren dit jaar voor het eerst niet bij hun huisarts in het dorp terecht. Ze moeten naar Breskens. De monumentale her vormde kerk op de Markt is zo bouw vallig, dat er sinds een paar weken geen diensten meer gehouden kunnen worden. Vorig jaar nam het aantal in woners met 35 af Op een totaal van iets meer dan 700 past daar een uit roepteken bij. Anderzijds, Groede heeft met het To rentje wel een nieuw multifunctioneel centrum annex gymzaal gekregen. Op de Markt zorgen maar liefst drie restau rants voor levendigheid en vertier. Het Vlaemsch Erfgoed heeft van het Slijk- straatje een trekpleister vol nostalgie gemaakt. Verder zijn er vergevorderde plannen voor het terrein van de Meer- stromenschool: de oude gebouwen worden vervangen door één nieuw, en er wordt meteen ruimte gecreëerd voor zes huizen. En dan hebben we het nog niet eens over de misschien wel belangrijkste ka rakteristiek van het ooit florerende dorp: er is een supermarkt. Een doordeweekse dag. Woont er nog iemand? Zeg je iets over het dorp, dan zeg je ook iets over Huib van Iwaar- den. Hij is de man van de laatste super markt. Als hij het over zijn Groede heeft, dan spreekt hij van een biotoop, een natuurlijke leefomgeving, die je moet koesteren. Elke activiteit, ieder mens telt mee. Valt er iets weg - Jan Leenhouts is onlangs gestopt met de verkoop van groenten - dan wordt het leven schraler, het eilandje dat de ge meenschap draagt, brokkelt opnieuw een beetje af En de kans dat het dorp uiteindelijk overleeft is weer een stuk je kleiner geworden. Supermarkt Van Iwaarden-Wolberts, een beetje achterafin de naar een forse opknapbeurt smachtende Walenstraat. Vorig jaar was het feest, de winkel be stond negentig jaar. Eerst Verschoore, vanaf 2 mei 1916, toen Wolberts, nu Van Iwaarden. Steeds andere namen, de vererving liep via de vrouwelijke lijn. Huib: „Ik ben van de koude kant." Zijn snorretje grijst misschien iets ster ker dan de rest van zijn haar. Huib is een man met grote duimen. Kom je aan, ga je weg, hij steekt ze in de lucht. Altijd de positieve kant proberen te zien, zegt hij. Dat valt niet altijd mee. Hij heeft wel eens geteld. In i960 waren er 65 nering doenden in het dorp. Bakkers, slagers, garagehouders, fietsenmakers, melk boeren, aannemers. En een hoeden winkel. En meerdere speelgoedwin kels. „Je schrikt wat er allemaal weg is, als je achterom kijkt. Er waren drie scholen. Nu één. Er waren vijf benzine pompen. Nu nog één." De laatste win kelier heeft de poppetjes - zoals hij ze noemt - allemaal zien omvallen, en heeft zich meer dan eens afgevraagd: wanneer ik? Maar hij is er nog, met zijn vrouw en maatje Marleen. Aardenburg, aan de Herendreef, daar liggen zijn wortels. Dat klinkt niet met een agrarisch. Zijn vader - ook al een Huib, of Hubregt met een g - had sa men met zijn broer Jaap een boerderij in de Bewester-Eede polder. De broer woonde op de boerderij - de Duiven til. Zijn vader dus enigszins op stand aan de rand van het dorp. Huib zeifis met zijn tweede naam Adriaan, Adrie vernoemd naar een andere, jongere broer van zijn vader. Die verongelukte op Sinterklaasavond 1953, het jaar voor Huib werd geboren. Elke vijfde decem ber, om 8 uur, zei zijn vader tegen hem: 'Denk je aan oom Adrie?' Huib heeft volop van het boerenbe staan geproefd. Stekels - distels - en wilde haver trekken, ploegen, zaaien, het hele spectrum. „Nu nog, na zoveel jaren in de winkel, als ik ze bezig zie op het land, dan kriebelt het. Een aan hangwagen achteruit bij de stortbak rij den, dat verleer je nooit." Toekomst zat er voor hem niet in de landbouw, zeker niet omdat de boerderij gedeeld moest worden met een zoon van oom Jaap. Na de mulo in Oostburg leek werktuigbouwkunde aan de Vlissingse mts een mooi vervolg. Leek, want de stage op het laboratorium van scheeps werf de Schelde beviel maar matig. Huib was het vrije leven gewend, schouders eronder, niet zeuren. In kan toortijden, of zelfs minder dan dat, voelde hij zich niet thuis. Toen kwam hij Marleen tegen. Liefde op het eerste gezicht, na tuurlijk is het een cliché, maar daarom niet minder waar. Hij had al een middenstandsdiploma, de winkel in het Walenstraatje stond hem wel aan, Marleens broer en halfbroer had den geen interesse. Zelf vonden Huib en Marleen het geen punt dat hij Ne derlands-hervormd en zij katholiek was. Het werd een mooie oecumeni sche dienst in het katholieke kerkje van Groede, op 19 december 1977. „Het was wel heftig", kijkt Huib terug. „De pastoor wilde ons huwelijk niet aan kondigen, omdat ik hervormd was. Dat kwetste Marleens moeder erg. Voor ons was het ook niet leuk." En zo begonnen ze aan supermarkt Van Iwaarden-Wolberts. Hard wer ken, geen vetpot. Maar naarmate ze er in slaagden te overleven, hoe meer het besef doordrong dat ze belangrijk wa ren voor het dorp. Huib protesteerde wel eens bij de gemeente, als er plotse ling een gele streep voor zijn winkel werd getrokken of het ontsluitings straatje verderop van één kant voor au to's werd gesloten. Dan was hun boter ham in het geding, bereikbaarheid is noodzaak. „Ik kreeg wel begrip van de gemeentebestuurders, ze vinden de laatste dorpswinkel belangrijk. Huib, we houden je in ere, zeiden ze dan." Hij voelt zich dikwijls de spil van het dorp, zal hij even later zeggen. Met zijn glimmende Mercedesbus - de eer ste nieuwe auto die ze zich een paar jaar geleden konden veroorloven - brengt hij bestellingen rond in de wij de omgeving. Naar mensen die, als hij niet meer zou komen, niet langer zelf standig kunnen blijven wonen. In het dorp is het niet anders. Dementerende ouderen worden geholpen, met hun boodschappen, met betalen, als het moet tot en met de pincode toe. „Wie naar een grote winkel in Oostburg of Breskens gaat, is eenzaam in de menig te. Zo voel ik dat. In onze winkel ko men mensen elkaar tegen." Voor het dorp is de supermarkt 'de winkel van Huib en Marleen'. Geen grote logo's op de gevel, ze hebben zich niet bij een keten aangesloten. Het kan zijn, dat Huib de anekdote iets op zijn eigen situatie heeft toegesne den: „Ik denk altijd aan de winkelier, die in een formule was opgegaan. Op de eerste vergadering wordt hem de mond gesnoerd als hij zegt: 'Ik had ge dacht...' 'Dat hoeft niet', antwoorden de bazen, 'wij denken voor u'. Je ziet inderdaad bijna nergens nog zelfstandi ge winkels. Fantastisch om zaken te doen met allerlei handelaars, die hier over de vloer komen. Ik kan mijn ei gen assortiment bepalen. Dat is een uit daging. Het is te doen, met zijn twee ën, al moet je niet vier weken naar Cali- fornië op vakantie gaan. We zijn één week per jaar dicht, en dan ben je nog met de winkel bezig. Een ijzeren disci pline, daar draait het om." Dat het soms te zwaar is, bleek afgelopen zo mer. Marleen blesseerde haar voet, ze kan nog steeds niet goed lopen. Direct gevolg daarvan is dat de broodafdeling sinds twee maanden gesloten is. Niet meer te behappen, zegt Huib. Wie wil kan op bestelling nog wel door henzelf afgebakken broodjes kopen. De hoek waar de broodvitrine stond is nu veranderd in een afdeling, waar meubels en woondecoratie te vinden zijn. Kaarsen, glaswerk, lampen, kerst artikelen. Een hobby van Marleen. Toe risten vinden het volgens Huib prach tig, het is interessante handel. Nieuwe kansen. Altijd weer proberen. In het begin van hun huwelijk hebben ze dat doorzettingsvermogen hard no dig gehad. Marleen kreeg toen twee miskramen, waarvan één van een vrij wel voldragen kindje. „Het was een zwarte periode in ons leven. We had den zo veel verdriet, dat er mensen wa ren die niet meer in de winkel durfden komen. Marleen en ik hebben veel stor men doorstaan, we zijn een echt team geworden. Ik zal iemand moeten zoe ken, om het stokje - de winkel - aan door te geven. Dat zal niet meevallen." Geen kinderen, Huib noemt het 'een leemte in je leven'. „Een jaar of vijf geleden liep ik tegen een muur. Het ging niet goed met me. Mensen zagen dat en zeiden: je vertelt graag, doe daar eens wat mee. Vertel over de oude toverlantaarn en andere spulletjes die je hebt." Dat was de kiem van wat nu de Groese Til heet, zijn éénmans- bureautje voor rondleidingen in de omgeving. Eerst had hij vlakbij de kaasafdeling in de winkel een expo sitiebord gemaakt, met foto's en artike len over heemkunde en de geschiede nis van Zeeland. Molens, de veerdien sten, Michiel de Ruyter. Wie geïnteres seerd was kon hij vanachter zijn toon bank wegwijs maken. De toeristische belangstelling voor zijn excursies valt wat tegen, maar uit de streek zelf krijgt hij veel aanmeldingen. De natuur - hij is al meer dan dertig jaar lid van 't Duumpje - de landbouw, het verdwe nen riviertje de Eede: het kan allemaal aan bod komen. „Ik zeg altijd tegen boeren in de omgeving: als je ergens bij je land een groep ziet stoppen, geen zorgen, dan ben ik het." Er zijn net betonmatten afgeleverd voor in de tuin. Uitermate geschikt om lijsterbes, hop, vlierbes en zwarte els tegen te laten groeien. Met een mei doornhaagje en tuinkers had hij toch al een beetje boerderijgevoel. Daar ge niet hij van. Net ajs van de mensen, die 's avonds voor de door een kaarsje verlichte etalage van Marleen blijven staan. „Dat zijn dingen... Je moet niet aan alles willen verdienen. Zo'n kaars je geeft iets levends in de straat. Dat straalt ook af op de mensen." Huib van Iwaarden Naam: Huib (Hubregt Adriaan) van Iwaarden Geboren: 15 september 1954 in Aardenburg Woonplaats: Groede Burgerlijke staat: getrouwd met Mar leen Wolberts Opleiding: MTS werktuigbouwkun de Beroep: winkelier Hobby's: geschiedenis en heemkun de, verzorgen van rondleidingen in de streek

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 34