JÈ 'Mijn laatste sigaar stak ik op vlak voor ik werd geopereerd' v17 PZC Zaterdag 17 november 2007 Aad van Toor: „De bestralingen hadden alles in mijn mond kapot gemaakt. Alles smaakte naar bagger." ook nog dat het applaus na ons eerste op treden als muziek in mijn oren klonk." Met Bas moest hij thuis zo snel mogelijk meehelpen de kost te verdienen. „Ik werk te als piccolo in een hotel, in de haven en in een kiezelfabriek. Ik maakte weken van negen dagen, want het was alleen maar werken, eten, paar uur slapen en weer werken. Zwaar werk, vies werk. Soms moest ik hele dagen alleen maar stof met een kruiwagen wegbrengen. Na een hele dag werken, gooide ik dan thuis effe snel wat water over mijn hoofd en dan optre den met Bas. Kwam er na afloop wel eens iemand naar ons toe, die zei: 'jullie heb ben toch wel een makkelijk leventje met twee keer tien minuten optreden'." Zijn broer spreekt hij nog bijna elke dag. Vooral door de telefoon. „Toen ik in Ne derland was voor de bestralingen hebben we elkaar veel gezien. We hebben ons huis in Vlaardingen nog aangehouden en Bas woont daar ook. Met onze stemmen kun je zeggen dat we op gehoorafstand van elkaar wonen. Mensen vragen gere geld 'jullie hebben toch ruzie'? Jöh, daar word ik zó moe van. We hebben onze ei gen vrienden en gingen in Nederland ie der naar ons eigen café, maar we zijn en blijven broers! We kunnen het met elkaar aan de stok hebben, maar leggen het altijd weer bij, meestal binnen tien minuten. „Toen ik ziek werd, dacht ik dat Bas het niet serieus nam, maar hij wilde me alleen maar opvrolijken. Hij was bang dat ik de moed liet zakken en ik heb dat toen ver keerd opgevat. Daarom was ik kwaad op hem, maar dat is allang weer bijgelegd. „Ik zou niet in deze tijd willen werken. Het is goed zo. Mijn andere leven is afge sloten, dat bestaat niet meer. Ik heb mijn hele leven hard, keihard gewerkt, vaak niet eens met een low budget maar met no budget. Ik genoot van de kick, maar de laatste jaren heb ik door die kanker onder zulke enorme spanning geleefd, dat ik nu rust wiL Ik wil genieten, van mijn vrouw, mijn kinderen, binnenkort van mijn eer ste kleinkind, van eten, een biertje op z'n tijd en als het even kan ook van de zon. Nu leef ik een ander leven, maar wel met een hoofdletter L."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 97