Ik heb vissers altijd net zo graag gemogen als boeren 'Ik heb me vergist in de genen van de Zeeuwse boeren.' v4 Zaterdag 17 november 2007 PZC door Ben Jansen foto Lex de Meester Zijn verblijf in Zeeland in de jaren tachtig van de vorige eeuw leek een korte tussenstop in een veelbelovende ambtelijke loopbaan. Dat van die carrière is uitgekomen; van die tussenstop niet. Wim Tacken is terug van weggeweest. Het valt te beschouwen als een compliment. „Je hebt meer gelijk gekre gen dan we ooit hadden gevreesd", zei de boer die Wim Tacken laatst in Middelburg tegenkwam. De man herinnerde aan de manier waarop Tacken in de jaren tachtig van de vorige eeuw de Zeeuw se landbouw een spiegel voorhield. Uit die spiegel sprak geen prettig beeld. In zijn kwaliteit als directeur landbouw en voedselvoorziening in Zeeland waarschuwde Tacken ervoor dat het eind in zicht was van het op bescher ming van de bedrijfstak gerichte Euro pese landbouwbeleid. De boodschap werd hem niet altijd in dank afgenomen. „Je bezorgt ons slape loze nachten", kreeg hij wel te horen. Tacken - als semi-pensionado sinds kort terug in Zeeland - glimlacht erom. „Ik dacht in die tijd: beter een week wakker liggen dan over vijftien jaar geen bedrijf meer onder je kont." Dat beseften de Zeeuwse boeren ook wel. Toen Tacken na nog geen vier jaar uit Zeeland werd weggehaald om een functie op het ministerie van Land bouw en Visserij te vervullen, klonken woorden van spijt. Behalve met spie- blinken in de zon. Middelburg maakte op ons een prachtige en blije indruk. Een stad met sfeer. Maar we hadden wel wat uit te leggen, want als land- bouwman ging je niet in die ambtena renstad wonen." De liefde is gebleven. Bij hun vertrek uit Zeeland namen de Tackens zich voor ooit nog eens in Middelburg te rug te keren. Ze gaven een jaar of acht geleden een makelaar de opdracht uit te kijken naar een geschikt monumen- tenpand. Die kwam uiteindelijk met een fraai huis aan de Singelstraat op de proppen. Het is de afgelopen jaren smaak- en liefdevol gerestaureerd en aan de eisen van de tijd aangepast. Wim en Gonnie Tacken zijn heel stel lig: „Hier gaan we niet meer weg." Tackens komst in Zeeland in t982 viel gelijk met een trendbreuk in het Europese landbouwbe leid. Duidelijk werd dat de steun van de boeren binnen de Gemeenschap te gen importen van buiten Europa zijn langste tijd had gehad. Boerenzoon Tacken rekende voor hoe ernstig de ge volgen voor de Zeeuwse landbouw zouden zijn. Hij gaf ook aan wat vol gens hem oplossingen waren om te zicht op de naleving van vangstbeper kingen aangekondigd. Het was de tijd waarin de Algemene Inspectie Dienst (AID) op zoek ging naar verborgen op slagruimten aan boord van visserssche pen en van veldslagen tussen vissers en politie. Wekenlang was de mobiele eenheid elke vrijdag op de vismijn in Vlissingen om de AID-medewerkers te beschermen. De spanningen liepen op. Niet alleen tussen vissers en overheid, maar ook tussen vissers onderling. Want degenen die zich wel aan de re gels wilden houden, zagen zich in hun toekomst bedreigd door collega's die ze probeerden te omzeilen. In 1989 probeerde Tacken de gemoede ren te bedaren tijdens een vergadering in IJmuiden. Een bijeenkomst die zijn schaduw vooruitwierp. „Mijn vrouw kreeg een telefoontje, waarin de beller zei dat het hem zou verbazen als ze mij nog levend zou terugzien. De visse- rijvoormannen Ben Daalder en Johan Nooitgedagt boden aan in de vismijn naast me te komen zitten om als blik semafleider te fungeren, maar ik zei: nee, het is het beleid van het ministe rie en ik moet het uitleggen. Ik werd geconfronteerd met een muur van boosheid, onbegrip en wanhoop. Ik gels was hij ook in de weer geweest met de zoetwatervoorziening voor de landbouw en de veilingfiisie. Ook had hij een belangrijke bijdrage geleverd aan de provinciale landbouwnota. Nee, van agrarisch Zeeland had Wim Tac ken nog wel even mogen blijven. Het was 1982 even wennen aan die nieuwe hoofdingenieur-directeur land bouw en voedselvoorziening, zoals de functie officieel heette. Vóór Tackens komst gold deze positie als een uitwaai- baan voor vijftigplussers. En daar kwam ineens een broekje van 33. Tac ken herinnert zich nog de algemene vergadering van de toenmalige Zuidelij ke Landbouw Maatschappij die hij kort na zijn benoeming bezocht. „Ik werd netjes aangekondigd en ik liep door de zaal van de Prins van Oranje in Goes naar voren. Ik zag iedereen denken: wat doet de chauffeur van die man hier nu." Tacken wekte ook op een andere ma nier verbazing. Het was gebruikelijk dat de hoogste baas van het Landbouw centrum aan de Westsingel in Goes zich ook vestigde in die plaats of toch in elk geval in de onmiddellijke omge ving ervan. Wim en Gonnie Tacken ko zen evenwel voor Middelburg. „Toen we daar voor het eerst waren, werden we er op slag verliefd op. Die wit ge pleisterde gevels in de binnenstad die voorkomen dat de boereninkomens in een vrije val zouden raken: nevenactivi teiten en intensivering. Er is - zo gaat dat nu eenmaal - gedeel telijk naar hem is geluisterd. Tacken zag voor de Zeeuwse landbouw brood in een overschakeling op intensieve veehouderij. Dat is er duidelijk niet van gekomen. „Ik heb me vergist in de genen van de Zeeuwse boeren", zegt hij. „Daar zit de teelt van planten in ge bakken; niet de verzorging van die ren." Ook de planologische belemme ringen die de provincie en de gemeen ten opwierpen tegen de komst van var kenshouderijen naar Zeeland, hebben een rol gespeeld. Tacken: „Ik begrijp die afkeer tegen grootschalige veehou derij niet. In dat soort bedrijven zijn za ken als dierenwelzijn, afvoer van mest en andere milieuvraagstukken vaak heel goed geregeld." Positiefis volgens hem dat de boeren als ondernemers veelzijdiger zijn geworden. Ze gaan na drukkelijker een actieve rol spelen bij de afzet van hun producten en natuur beheer en recreatie worden niet langer beschouwd als activiteiten waarvoor een rechtgeaarde boer zijn neus dient op te halen. Kort na zijn vertrek uit Zeeland werd Tacken directeur visserijen van het mi nisterie. Op de dag dat hij in die func tie aantrad werd een verscherpt toe heb gezegd: jullie hebben moeite met het visserijbeleid van het ministerie; ik ben gekomen om naar jullie te luiste ren, maar ik hoop dat jullie ook naar mij willen luisteren. Dat gebeurde. De bijeenkomst heeft urenlang, geduurd. De problemen van het moment kon den we niet oplossen, maar er ont stond wel beter inzicht. Ik zei: ik heb begrip voor jullie handelen, maar ik kan het niet accepteren. In dat vraag- en antwoordspel bleek dat ook de vis sers wel degelijk beseften dat de biolo gie en de ecologie grenzen stelden aan hun activiteiten. Alle frustratie kwam eruit tijdens die bijeenkomst. Ik kreeg na afloop zelfs applaus." Uiteindelijk loste het, zoals Tacken het noemt, zelf reinigend vermogen binnen de visserij de problemen op. Terugblikkend op zijn ervaringen met boeren en vissers zegt Tacken: „Ik heb vissers altijd net zo graag gemogen als boeren. Ik heb veel respect voor hun vakmanschap en ondernemerschap. De Nederlandse visserij en de Neder landse agrarische sector zijn beide lei dend op het gebied van technologie." Na zijn post op de directie visse rijen zette Tacken zich aan zijn zwaarste taak bij het ministe rie: de verzelfstandiging van de land bouwvoorlichting. Hij moest deze amb telijke dienst ombouwen tot bedrijf dat zichzelf kon bedruipen. „Stel je voor: in een tijd waarin het slecht ging met de landbouw moesten we een nieuwe organisatie optuigen die tegen betaling dezelfde adviezen zou ver strekken die vroeger gratis waren. Dat moest in een hoog tempo gebeuren, want de financiële steun voor de land bouwvoorlichting droogde snel op. On der de medewerkers gaf dat natuurlijk veel sociale pijn. Ik ben er grijs van ge worden. Maar we hebben ons er door heen geslagen. De voormalige land- bouwvoorlichtingsdienst staat nu als DLV Adviesgroep stevig in de markt." Tacken kreeg zijn beloning voor het opknappen van lastige klussen. In 2002 werd hij LNV-raad in Washington, de vertegenwoordiger van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselvei ligheid bij de Nederlandse ambassade in de Verenigde Staten. Een cadeautje, vindt hij zelf, Washington geldt als een hoofdprijs in de diplomatieke we reld. Vanuit zijn post in Amerika („ze zullen me wel heel erg uitgesproken en ongepolijst hebben gevonden") heeft Tacken het Nederlandse bedrijfs leven - en vooral dat in de agrarische sector - kunnen afmeten aan dat in an dere landen. Zijn conclusie: „Onze ma nier van ondernemen is leidend in de wereld." Begin dit jaar peilde Frugi Venta, het nationale handelsplatform voor groen te en fruit, bij Tacken of hij belangstel ling had voor het voorzitterschap. Hij besloot zijn functie als LNV-raad een jaar eerder dan de bedoeling was neer te leggen. „Het huis in Middelburg en de kinderen lokten. Bovendien zijn de kwaliteit van leven in de Verenigde Staten en de normen en waarden niet van dien aard dat ik beslist mijn perio de wilde uitdienen." Terug naar Mid delburg dus. Naast het parttime voor zitterschap van Frugi Venta heeft Tac ken nog tijd en energie genoeg voor wat andere functies. Ook - of mis schien wel liefst - in Zeeland. Paspoort Naam: Wilhelmus Lambertus Antonius Gerardus Tacken Geboren: 30 juli 1948 in Horst (Limburg) Burgerlijke staatgetrouwd met Gonny Linders Kinderen: Ben (35), Janneke (34) en Thijs (32) Opleiding: gymnasium bèta, Landbouw Hogeschool Wage- ningen Werk: diverse functies bij en voor het ministerie van LNV

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 84