Een goede haard Prisma v47 PZC Zaterdag 17 november 2007 Een goede houtkachel is milieuvriendelijk. Maar wat is goed? Om dat duidelijk te maken, introduceerde de branche zelf onlangs een speciaal label. Daarop is in één oogopslag te zien wat het rendement, het vermogen en de uitstoot van de kachel zijn. door Paul Geerts foto GPD In Oost-Europa wordt een houtkachel nog gestookt om de woning op temperatuur te krijgen. In Nederland niet. Hier is brandend haardvuur synoniem voor gezelligheid in de koude maanden, wanneer de duis ternis al vroeg invalt en de zon zich weinig laat zien. Een houtkachel betekent ook een hoop gedoe. Hout sprokkelen, stammetjes klieven, een knappe rend vuurtje bouwen, daar heeft lang niet iedereen zin in. Dus wer den in de afgelopen jaren de zoge naamde sfeer- of imitatiehaarden massaal de woning ingedragen. Het effect van een elektrische haard of een exemplaar dat brandt op bio-ethanol of gel is tenslotte hetzelfde: de dansende vlammen dragen bij aan de sfeer in de wo ning. Praktisch voordeel is boven dien dat geen rookkanaal nodig is. Toch beleeft de ouderwetse hout kachel een revival. Niet alleen de sfeer telt, maar juist de warmteop- brengst. Niet voor niets, denkt Ger ard Beenen, secretaris van de Stich ting Rendementslabel Haarden en Kachels. Een houtkachel kan de energiekosten drukken. De over heid wil dat in 2010 van de ge bruikte energie 9 procent afkom stig is van duurzame (of groene) bronnen zoals wind, water en zon. Daardoor wordt de uitstoot van CO2 beperkt. Minder bekend is energie uit bio massa. Die wordt opgewekt door verbranding, vergassing of vergis ting van organische materialen zo als plantaardige olie, hout, groen te- fruit- en tuinafval. Eveneens milieuvriendelijk. Het voordeel is dat organische materialen, in te genstelling tot kolen en aardgas, nooit opraken. Ook hout is bio massa. Volgens Beenen is het mo menteel zelfs de belangrijkste bio-energiebron. Hij wordt daarin gesteund door de overheid, die denkt dat het mogelijk is om met een houtkachel de uitstoot van CO2 te beperken. SenterNovem, de organisatie die de toepassing van schone energie onderzoekt in opdracht van de overheid, brengt daarover eind november een rap port uit. De ene houtkachel is de andere niet. De milieuvriendelijkheid hangt samen met het rendement. Hoe beter het hout wordt ver brand, hoe minder schadelijke stof fen in het milieu komen. Als lei draad daarvoor zijn kachels sinds kort voorzien van een CE-keur- merk, een Europese richtlijn die aangeeft dat de haard voldoet aan bepaalde minimumeisen op het ge bied van rendement en uitstoot. De branche zeifis niet tevreden met dit keurmerk. „Zelfs een teer ton met pijp krijgt een label", char geert Beenen. Vandaar dat produ centen zich verenigd hebben in de Stichting Rendementslabel Haar den en Kachels, een organisatie die jnet een eigen label komt. Het grootste verschil schuilt in het rende ment, het percentage van de warmte die wordt afgegeven aan de ruimte. De rest verdwijnt via de schoor steen. „Voor toekenning van de CE-keur is een rendement van 50 procent voldoende. Wij willen een rendement van 75 procent." Dankzij het label, dat onlangs is in gevoerd, weet de consument waar hij aan toe is. In de winkel is in één oogopslag te zien wat het ren dement, het vermogen en de uit stoot (emissie) van de kachel zijn. Beenen denkt dat de consument vooral is geholpen met de vermel ding van het vermogen. Is dit te klein, dan is het onmogelijk een grote ruimte te verwarmen. Maar is het vermogen te groot, dan kan de kachel niet voluit branden, waardoor het rendement lager is en alsnog schadelijk CO2 in het mi lieu belandt. ■Fjj www.cworien.nl www.geurts.nl www.spartherm.com www.faber.nl pbrengst. Op

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 129