renners krijgen bezoek van de controleur
'Als je wint, moetje naar de dopingcontrole. En ik win vaak' schaatser sven Kramer
W
v
PZC Dinsdag 13 november 2007 11
De controleurs
De Nederlandse Dopingautori-
teit, in Capelle aan den IJssel,
voerde vorig jaar 2.825 contro
les uit. De kosten daarvan be
droegen 780.093 euro.
De dopingautoriteit contro
leert een groep sporters van
59 bonden, waarbij het niveau
(nationale top) het criterium is:
van biljart tot voetbal.
Sporters die een Nederlandse
controleur treffen, hebben al
tijd iemand tegenover zich die
in dienst is van de Dopingauto
riteit. Maar de opdrachtgever
voor de controle is niet altijd
dezelfde. Verreweg de meeste
controles (2.211 in het jaar
2006) hebben plaats in het ka
der van het nationale antido-
pingprogramma, gefinan
cierd door sportkoepel
NOC*NSF.
Daarnaast krijgt de Dopingauto
riteit ook van (internationale)
sportfederaties en de Wada op
drachten. In het jaar 2006 ge
beurde dat in totaal 614 keer.
De Dopingautoriteit voerde in
2006 uitsluitend urinecontro
les uit. Dat gebeurde in 33 pro
cent van de gevallen out-of-com-
petition: rondom trainingen of
bij sporters thuis. Tegen 52
sporters (41 mannen, elf vrou
wen) werd een zaak aanhangig
gemaakt wegens overtreding
van de reglementen. De
krachtsporten waren daarin
met zes gevallen het best
vertegenwoordigd als het ging
om prestatiebevorderende mid
delen. Vijf rugbyers hadden in
hun urine sporen die wezen op
het gebruik van cannabis, cocaï
ne of amfetamine. In totaal wer
den twaalf sporters betrapt op
het roken van een jointje, drie
op gebruik van cocaïne.
Soms zijn in Nederland ook
buitenlandse dopingcontro-
leurs actief. Die werken voor
de mobiele brigades van de in
ternationale sportfederaties en
de Wada, die ook een eigen
controleprogramma heeft dat
zich uitsluitend concentreert
op 'elite-atleten'. De Wada
voerde vorig jaar in 72 landen
3.279 urine- en/of bloedcontro-
les uit. Dat gebeurt in theorie
slechts als aanvulling op de
testprogramma's van de (inter
nationale) sportfederaties en
het zijn altijd out-of-competi-
tion-c ontroles.
Naast NOC*NSF, (internationa
le) sportfederaties en de Wada
kunnen particuliere organisa
ties opdracht geven tot contro
les. Het bekendste voorbeeld
daarvan is de organisatie van
de Ronde van Frankrijk. In Ne
derland onderwerpt onder
meer de Rabo-wielerploeg zijn
renners aan dopingcontroles.
Bronnen: jaarverslag Dopingautori
teit, www.wada-ama.org
Behalve wielrennen gelden atle
tiek en zwemmen ook als doping-
gevoelige sporten. Zwemster Mar
leen Veldhuis (vice-wereldkampi
oen) en de atleten Bram Som (Eu
ropees kampioen) en Karin
Ruckstuhl (Europees vice-kam-
pioen) zijn met respectievelijk der
tien, vijftien en tien controles na
de schaatsers en de wielrenners de
meest geteste atleten.
Ook in deze sporten geldt dat hoe
dichter een atleet de wereldtop na
dert, hoe vaker de controleur langs
komt. Zwemster Linda Balk deed
wereldkampioen was geworden
op de puntenkoers. „Daarvoor
werd ik vijf tot tien keer per jaar
gecontroleerd."
Bij renner Ten Dam tikt het aantal
controles vooral aan door de tes
ten die zijn ploeg
net als Veldhuis mee aan de WK,
maar is een mondiale subtopper
en werd vorig seizoen slechts drie
keer gecontroleerd.
Voetbal is met 170 controles na het
wielrennen de meest gecontroleer
de sport. Maar voetbal is verreweg
de grootste sport van Nederland
en daardoor blijft: het aantal testen
per individuele speler beperkt. Aja-
cied George Ogararu zegt zo'n
twee keer per jaar gecontroleerd te
worden, terwijl Klaas-Jan Huntel-
aar in zijn hele loopbaan slechts
vier keer een plas moest inleveren.
zelf uitvoert. Voor elke koers waar
aan hij deelneemt, ondergaat Ten
Dam een bloedcontrole. „Dat wa
ren er vorig seizoen zo'n acht."
Schaatser Sven Kramer zegt vorig
jaar 'zeker 25 keer' gecontroleerd
te zijn. „Als je wint, moet je naar
de dopingcontrole. En ik win
vaak. Maar ik vind dat ze controles
op basis van resultaat wel mogen
halveren en in plaats daarvan
out-of-competition-comvoles
moeten gaan doen. Dat
heeft veel meer ef
fect."