Topsporter leeft in glazen b Vooral schaatsers en wielr ft 10 Dinsdag 13 november 2007 PZC Sport en doping, het houdt nooit op. Sporters (Rasmussen bijvoorbeeld) en organisaties/sponsors (Rabobank) hebben er dagelijks mee te maken. En de jacht op zondaars is heviger dan ooit. Wat spookt de sporter uit, ook als hij alleen maar traint. En waar doet hij dat? De sporters huiveren. Waar blijft hun privacy? Zijn ze bij voorbaat verdacht? Maar de dopingjagers kennen geen genade. Ze verzinnen telkens nieuwe listen. door Robert-Jan Friele en Thomas Rijsman illustratie BrunoStock De trainingen waren zwaar geweest en goed,zodat coach Fe- dor Hes zijn pupil Marleen Veldhuis een middag vrij had gegeven. De topzwemster, destijds woonachtig in Amsterdam, besloot haar ouders op te zoeken en reisde naar Borne. Maar het formulier van de antidopingautoriteiten waarop Veldhuis voor drie maanden haar whereabouts - verblijfplaatsen - had moeten invullen, meldde voor die middag: '15.00-17.00 uur: trai ning, Sloterparkbad'. Het gevolg: de dopingcontroleur die in zijn agenda een onaangekondigde out-of-competition-controle bij Veldhuis had gepland, kwam tever geefs. „Toen kreeg ik dus een gemiste test", vertelt Veldhuis. Alleen om dat ze vergeten was een fax te stu ren naar het kantoor van de inter nationale zwemfederatie Fina. Een kleine onzorgvuldigheid, maar het was even de schrik van haar sport leven. Veldhuis: „Je kan het natuur lijk voorkomen. Maar het kan ook zijn dat je even boodschappen doet als er iemand thuis aanbelt voor een controle. Dat ongrijpbare ervan vind ik best eng." Uiteindelijk bleef haar bezoek aan Borne zonder gevolgen. Atleten die een uifiereabouts-administratie moeten bijhouden, kunnen twee keer ongestraft de controleur mis lopen. Bij de derde overtreding volgt een schorsing, tussen drie maanden en twee jaar. „Ik vul die formulieren altijd heel nauwkeurig in", zegt atleet Bram Som, in 2006 Europees kampioen op de 800 meter. „Alhoewel de rompslomp niet uitnodigt tot bij houden." Het doel van de whereabouts-admi- nistratie is dat dopingcontroleurs te allen tijde weten waar een atleet verblijft en hem zo onverwachts kunnen controleren. Dat is nodig, omdat doping vaak tijdens trai ningsperioden wordt gebruikt om conditie en kracht op te bouwen. Som: „Maar topsport is het con stant zoeken naar optimale om standigheden. Dus verschuift er soms een training. Dat geef ik niet altijd door. Ik heb nog meer aan mijn kop dan mijn whereabouts." De wbereaboufs-administratie is één van de belangrijkste agenda punten op het congres van wereld- antidopingautoriteit Wada dat overmorgen begint. Doel is gelijke regels te hebben voor alle sporters in alle landen. Dat betekent dat at leten als marathonloper Luc Krot waar, golfer [oost Luiten en hockeyinternational Guus Vogels straks wellicht ook hun where abouts moeten bijhouden. Tot nu toe worden ze wel out-of-competi- tion gecontroleerd, maar niet op basis van de whereabouts-formulie- ren. Dat hij straks wellicht ook zijn verblijfplaats moet gaan opge ven, noemt Krotwaar 'heel rigide'. „Dat heeft een grote impact." Vogels: „Ik ben tegen doping, maar dit zou ik een enorme in- 'Het kan ook zijn dat je even boodschappen doet als er iemand thuis aanbelt' breuk op mij privacy vinden. Daar wordt de sport niet leuker door. Bovendien is het voor hockey erg vergezocht. Het zal meer moeite kosten dan dat het oplevert." Wielrenner Laurens ten Dam zou liever op een vast tijdstip een uur per dag beschikbaar zijn voor con troles. „Het kan niet anders. Van daag ben ik de hele dag op pad. Eerst naar mijn arts, daarna op kraamvisite en straks naar mijn ouders. En het is toch van de gek ke dat ik niet eens onverwachts uit eten kan met mijn vriendin." De kans is groot dat Ten Dam zijn zin krijgt tijdens het Wada-con- gres. Directeur Herman Ram van de Nederlandse Dopingautoriteit: „24 uur beschikbaar moeten zijn, zal niet gebeuren. Er ligt nu een kansrijk voorstel dat sporters zelf mogen bepalen welk uur van de dag ze beschikbaar zijn voor de whereabouts-conttole. Ik vind het een redelijk compromis, waar we 1 mee kunnen werken. Als een sporter dit ook nog een te grote be lasting vindt dan heeft die toch een probleem. Bescherming van de privacy is belangrijk, maar het gaat ook om een schone sport. De sporter heeft belang bij beide." Krotwaar twijfelt aan het nut van de administratie als niet alle lan den dezelfde politiek nastreven en verwijst naar Spanje. Uitgerekend in het land waar de Wada bijeen komt, leek vorig jaar met Opera- ción Puerto één van de grootste dopingschandalen te ontstaan. De klanten van 'dopingdokter' Eufe- miano Fuentes waren naar ver luidt niet alleen wielrenners, maar ook voetballers en atleten. Krot waar had de hoop dat zou worden uitgezocht of zijn concurrenten ook bij dokter Fuentes kwamen. Maar de beerput ging al vlot dicht en Krotwaar werd vorig jaar op de EK in de eindsprint om het brons verslagen door Spanjaard Julio Rey, die in 2001 werd betrapt op het gebruik van bloeddoping. „Ik lever de prestatie van mijn leven en wordt verslagen door iemand die ik niet vertrouw. Dan is het ple zier in de sport even weg." In vrijwel elke sport hebben Ne derlandse atleten zo hun twijfels over de controles in concurreren de landen. Ram begrijpt hun zor gen. „Er zijn achterstanden in som mige gebieden, dat is evident." Zevenkampster Karin Ruckstuhl pleit ervoor de politiek van de Fi na te volgen. Op de website van de wereldzwemfederatie is te zien hoe vaak zwemmers een doping- test ondergaan en wanneer. „Waar om worden geen lijsten gepubli ceerd waarop staat hoe vaak atle ten gecontroleerd zijn? Dan weet ik dat mijn concurrenten even vaak aan de beurt zijn als ik. En het zou druk leggen op dopingau- toriteiten hun werk goed te doen." Maar door het publiceren van de hoeveelheid controles wordt op nieuw privacy aangetast, meent Ram. Toch verwacht hij dat op ter mijn de volgende stap wordt ge zet: openbaar maken waar en wan neer iemand is gecontroleerd. -<&• V'VV'VV fSHff'litfP' - -1 Er is wat betreft het aantal dopingcontroles door gaans een groot verschil tussen 'dopinggevoelige' en andere sporten, zo blijkt uit een ronde langs dertig topsporters. Schaatsers en wielrenners steken met kop en schouders boven hun collega-sporters uit als het gaat om de meeste controles. Bij de meer dopinggevoelige spor ten spelen zaken als uithoudings vermogen en/of kracht vaak een doorslaggevende rol. Prestatiebe- vorderende middelen hebben, zo blijkt uit onderzoek, daar meer ef fect dan in de zogenoemde spel- sporten of behendigheidssporten, waar zaken als inzicht en techniek geregeld doorslaggevend zijn. Wielrenners Peter Schep en Lau rens ten Dam schatten het aantal controles per seizoen op twintig, de meeste daarvan rondom wed strijden. Baanrenner Schep merkte een drastische ver hoging in het aantal controles nadat hij in 2006 in Bor deaux

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 10