tot grote renner
v11
PZC Zaterdag 10 november 2007
'Het moet wel waaien...'
Het boek 'Het moet wel
waaien...', met als ondertitel
'een eerbetoon aan de Zeeuw
se ronde' bestaat uit twaalf
hoofdstukken.
Daarin wordt aan de hand van
interviews de geschiedenis
van de Internationale Ronde
van Midden-Zeeland, later de
Delta Profronde geheten, be
schreven. Bovendien is aan
dacht besteed aan de vrijwilli
gers, de drijvende krachten ach
ter de ronde.
Verder bevat het boek uniek
fotomateriaal, afkomstig uit
persoonlijke archieven van ren
ners en betrokkenen.
Auteur is wieleriiefhebber
Sjaak den Herder uit Middel
burg. Samen met de (sportre
dactie van de PZC werd het
boek samengesteld. De uitgave
werd mede mogelijk gemaakt
door Delta en de Provincie
Zeeland.
Het boek sluit een periode af.
Na 47 edities krijgt de klassie
ker een andere opzet. Volgend
jaar gaat de Profronde samen
met het OZ Wielerweekend en
ontstaat een driedaagse.
Uitgever van het boek is Vèrse
Hoeven uit Raamsdonksveer.
De prijs van het boek bedraagt
12,50 euro. ISBN:
9789075703 12 2
quetil en Henk Nijdam naar het Faema
van Rik van Looij."
Aan het profavontuur kwam evenwel
snel een einde. „Ik was in mijn ama-
teurtijd voor een Brabantse koers met
Jo de Haan in een gezin blijven slapen
en na afloop ben ik met één van de
dochters aan de rol gegaan. We kregen
verkering, moesten gaan trouwen en
in drie jaar hebben we twee jongens
gekregen. Dat gebeurde in de periode
die belangrijk was voor mijn carrière
als renner. Ik verdiende als fullprof bij
Pelforth niet genoeg om mijn gezin te
onderhouden. Soms werd ik opgebeld,
moest ik voor een koers op het vlieg
tuig stappen en naar Zuid-Frankrijk af
reizen, maar ik moest het geld voor de
reis zelf voorschieten. Ik zag het op
den duur niet meer zitten."
Zes maanden na zijn debuut als prof
gooide Verstraete de racefiets voor
goed in de schuur. Hij was 25 jaar jong,
ging als ijzervlechter in de bouw wer
ken totdat hij op vijftigjarige leeftijd
werd afgekeurd. Hij reed na dat ene
profjaar nooit meer een koers.
„Ik kon niet leven voor mijn sport zo
als ]an Janssen dat deed. Die leefde als
een pater. Ik dronk graag een biertje of
een wijntje en wilde niets van mijn
jonge leven missen. Als we een koers
in het buitenland reden, was ik een
van die renners die 's avonds uit het
raam kroop om de stad in te gaan."
Met de discipline nam Verstraete het
soms ook niet zo nauw. Zo won hij, in
zijn amateurtijd, de Patrijzenjacht in
Colijnsplaat niet in het shirt van zijn
sponsor Lokomotief, maar met Fiat op
het shirt, omdat Gerrit Luyk, een be
vriende cafébaas uit Goes, hem dat had
gevraagd. „Dat was nog niet zo erg ge
weest, als na de koers Sjoukje Dijkstra
niet aan de finish had gestaan. Zij was
daar op vakantie, denk ik. En ze ging
met de winnaar op de foto. Die foto
van Sjoukje naast mij, in mijn shirt
van Fiat, haalde de landelijke kranten,
maar mijn sponsor was woedend. Het
kwam me op een boete van 2500 gul
den te staan, die overigens werd be
taald door Luyk." De vrijbuiter, zoals
hij alom bekendstond, verkoos na zijn
debuut bij de profs al op zijn 25e jaar
de zekerheid van een vaste baan boven
de uitdaging om roem te verwerven in
de wielersport. „Op de dag voordat het
Nederlands kampioenschap in Zand-
voort werd gereden, deed ik mee aan
een koers in Brabant. Het werd niet
wat ik ervan had verwacht. Ik reed als
een strijkijzer op die dag en ben niet
meer doorgereden naar het NK. Het
was ineens afgelopen, van de ene op
de andere dag. En ik heb er nooit meer
naar verlangd om nog wielrenner te
zijn."
Miel Verstraete, die eigenlijk Emanuël
heet („maar in de koers werd ik al snel
Miel genoemd en dat is zo gebleven"),
stopte vanwege zijn gezondheid op
zijn vijftigste met werken in de bouw.
Hij is vader van twee zonen: Freddy
(van i960) en Emanuël (Mano, van
1963). Soms duikt hij nog op in de wie
lersport, als sponsor bij wedstrijden
voor trimmers. Maar vaak ook als geno
digde in de Ronde van Midden-Zee
land. „Ze zijn me nooit vergeten als
eerste winnaar."
Miel Verstraete met Sjoukje Dijkstra. De foto kwam hem duur te staan.