10 I Woensdag 31 oktober 2007 PZC
Kamerfractie
In november 2006 werden Ma
rianne Thieme en Esther Ouwe
hand gekozen in de Tweede Ka
mer voor de Partij voor de Die
ren. Aan de campagne leverden
bekende Nederlanders als Kees
van Kooten hun medewerking.
De begrotingsbehandeling van
het ministerie van Landbouw le
verde vorig jaar het eerste voor
proefje van wat de partij van
plan was. Het werd een dieren-
debat waarin fractievoorzitter
Thieme en toenmalig minister
van Landbouw Cees Veerman el
kaar fel bestreden. Veerman was
volgens Thieme de meest dier
onvriendelijke minister van
Landbouw ooit. En een succesje
was er ook voor de PvdD. De mo
tie die vroeg om een verbod op
de verrijkte kooi, een soort 'luxe'
legbatterij voor kippen, werd aan
genomen.
Ook minister Cerda Verburg
botste al diverse keren met de
PvdD. Vooral over de varkens
transporten en de jacht op wilde
zwijnen.
Op 7 maart haalde de PvdD ne
gen zetels bij de Provinciale Sta
tenverkiezingen. Die zetels wa
ren samen goed voor één zetel
in de Eerste Kamer, die wordt
bezet door senator Niko Koffe-
man, de man die in 1992 het
idee bedacht om een Partij voor
de Dieren op te richten. Het
duurde overigens tot 28 oktober
2002 eer het zo ver kwam.
Dierenwelzijn is niet het enige
thema waar de PvdD zich mee
profileert. Ook milieuvervuiling
is een regelmatig terugkerend on
derwerp. En dan gaat het vooral
om milieuvervuiling door inten
sieve veehouderij.
Thieme en Ouwehand komen
voort uit de actiegroep Wakker
Dier en dat verleden verlooche
nen ze niet. In de Kamer stelt de
partij zich ook soms op als een
soort actiegroep. Het weg
maaien van een kievitsbloem of
vechtende zeugen, de partij stelt
veel Kamervragen of roept de mi
nister ter verantwoording. En bij
de begroting van Volksgezond
heid praat de partij vooral over
dierproeven.
De PvdD stelde het afgelopen
jaar 162 schriftelijke vragen en
wist twaalf van haar 122 moties
aangenomen te krijgen. Maar mi
nister Verburg liet vorige week
nog weten dat ze geen verbod in
stelt op de verrijkte kooi. Daar
mee wordt de belangrijkste mo
tie van de PvdD niet uitgevoerd.
Wel bereikte de partij dat er
meer controleurs komen voor
dierenwelzijn en bracht ze een
verbod op het onverdoofd castre
ren van biggen dichterbij.
Dierenpartij
krabt aan
de macht
Partijen buitelen vandaag
tijdens het debat over de
landbouwbegroting weer
over elkaar heen als het gaat
over dierenwelzijn. Sinds de
Partij voor de Dieren in de
Kamer zit, is het dier
politiek weer belangrijk.
Maar wat is het tastbare
resultaat van bijna een jaar
PvdD? „De dieren hebben er
nog weinig van gemerkt."
door Joost de Poel en
Joep Trommelen
CDA-Kamerlid Atsma
nam vorige week zelfs
het woord 'gijzelen' in
de mond toen hij
sprak over de wijze
waarop het landbouwdebat vaak
wordt gedomineerd door één on
derwerp: dierenwelzijn. Volgens
de CDA'er is dat de verdienste van
de Partij voor de Dieren die ande
ren 'zenuwachtig maakt'. Fractie
voorzitter Thieme verdient wat
hem betreft een compliment.
„Maar het verbaast me dat andere
partijen niet nuchterder reageren."
Sinds de verkiezing van de PvdD'
ers Thieme en Ouwehand is er in
de Kamer nog nooit zoveel gespro
ken over dierenwelzijn.
„Dat is bijna een meetbaar gege
ven", zegt Niels Dorland, woord
voerder van de Dierenbescherm
ing. „Natuurlijk heeft de partij de
maatschappelijke wind mee. De
geesten in Nederland zijn rijp
voor meer dierenbewustzijn. Ma
rianne Thieme streefde toen ze
aantrad een aanjaagfunctie na. Die
rol heeft ze op zich genomen. Ze
maakt goed gebruik van de unieke
positie om onderwerpen die
jarenlang bleven liggen, te agende
ren."
Ook andere politieke partijen roer
en zich sindsdien nadrukkelijker.
„Neem dat spoeddebat over
veetransporten nadat een volge
propte wagen werd aangehouden.
Andere partijen pikten dat op. Dat
zou nooit zijn gebeurd als de Partij
voor de Dieren niet stelselmatig
over dat onderwerp bezig was."
Die woorden worden onderschre
ven door Hanneke van Ormondt
van de Stichting Wakker Dier.
„Het ligt natuurlijk niet alleen aan
de PvdD, maar je ziet dat er maat
schappelijk en politiek meer aan
dacht is voor dierenrechten.We
merken dat er zelfs bij het bedrijfs
leven langzaam meer begrip ont
staat voor onze standpunten."
Agenderen is één, maar hebben de
dieren er al veel van gemerkt dat
zij vertegenwoordigers hebben in
de Kamer? Een vraag die voorals
nog zelfs door de grootste dieren
vrienden wordt beantwoord met
'nee'.
„Het is belangrijk dat het dier ho
ger op de agenda staat", zegt Pauli
ne de Jong van de Faunabescher
ming. „Alleen zien we het helaas
nog niet terug in het beleid. Mooi
hoor, dat de minister van Land
bouw onlangs kwam met een no
ta Dierenwelzijn, maar uiteindelijk
worden er door het kabinet toch
vele uitzonderingen bedacht en
worden maatregelen over tiental
len jaren uitgesmeerd. Dat schiet
niet op."
„Het is gunstig dat er een partij is
die dierenwelzijn vooropstelt,
maar voor ons maken die twee ze
tels niet zozeer uit. Wat telt is dat
er na vele jaren een Kamermeer
derheid is die over het algemeen
positiever staat tegenover dieren
welzijn. En dan moet ik ook de
Partij voor de Vrijheid noemen.
We hebben er ineens negen die
renvrienden bij. Toch blijft het
doorvoeren van echte verbetering-
'Het doorvoeren van echte
verbeteringen blijft een
moeilijk verhaal'
en een heel moeilijk verhaal als de
invloed van het CDA groot blijft."
Volgens hoogleraar Dierenwelzijn
Berry Spruijt van de Universiteit
van Utrecht merkt Nederland
vooralsnog vooral de aanwezig
heid van de Partij voor de Dieren
door de vele Kamervragen die
worden gesteld: 162. Er moesten
voor beantwoording zelfs twee
extra ambtenaren worden aange
nomen, verkondigde het ministe
rie. „Misschien is de tijd nog wat
kort geweest voor de partij. Ze krij
gen onderwerpen op de agenda,
maar ik heb ook het idee dat het
soms een kwestie is van elkaar be
zighouden. Er worden veel vragen
gesteld en die worden beant
woord, maar om nou te zeggen
dat ik achter die vragen een briljan
te of echt consistente visie over
dierenwelzijn in de brede zin van
het woord heb ontdekt? Nog niet.
Het is bij de Partij voor de Dieren
nog vaak een kwestie van réageren
als er zich een kwestie voordoet."
Als voorbeeld noemt de hoogle
raar de discussie over de drukjacht
waarbij de politiek een week in de
ban leek van de vraag: mogen op
die wijze zwijntjes op de Veluwe
worden afgeschoten of niet?
„Op emoties een beroep doen
voor een paar duizend varkens,
daar is niet zoveel mis mee. Maar
ik denk ook: maak je drukker om
de varkens in de bio-industrie. Dat
zijn er veel meer en op hun dieren
welzijn valt meer aan te merken."
Als de partij zo doorgaat, zou het
Spruijt niet verrassen als die geen
heel lang leven beschoren is. „Een
one-issue-partij zal zich moeten
verbreden. Kom met meer eigen
voorstellen. Kom ook met een eco
nomische onderbouwing van ma
nieren waarop je het welzijn van
dieren kunt bevorderen."
Ook de Dierenbescherming erkent
dat het beleid nog niet diervriende
lijker is geworden. Niels Dorland:
„De partij doet het goed, maar
agenderen, vragen stellen en ron
detafelgesprekken houden, zijn
slechts middelen om een doel te
bereiken. Er zijn ook andere par
tijen, zoals de SP, die zich al jaren
voor dieren inzetten, maar het
CDA-machtsblok, de boerenlobby,
blijft groot. En de PvdA bevindt
zich regelmatig in een spagaat.
Toen het regeerakkoord er lag, heb
ben we complimenten uitgedeeld.
Maar dan zie je de nota Dierenwel
zijn en die stelt dan teleur."
Ook ondernemersorganisatie LTO
Nederland is nog niet onder de in
druk van de PvdD die vaak lijn
recht tegenover haar staat. „Profile
ren kan een doel zijn voor een par
tij", zegt een woordvoerder. „Maar
als je echt kijkt naar wat de Partij
voor de Dieren voor elkaar heeft
gekregen, dan is dat zeer beperkt,
en dan druk ik me nog eufemis
tisch uit. Je merkt ook dat andere
partijen zich beginnen te ergeren
aan al die Kamervragen."
Hoogleraar Spruijt denkt zelfs dat
het meevalt met de wijze waarop
andere partijen 'zijn gaan schui
ven' door de komst van de Partij
voor de Dieren. „Misschien een
beetje, maar ik merk weinig ver
schil. Behalve dan dat er door het
ministerie twee ambtenaren zijn
aangenomen om Kamervragen te
beantwoorden. Dan denk ik: het
ministerie had beter twee dieren-
welzijnsonderzoekers kunnen aan
stellen, daarmee zouden de dieren
veel meer geholpen zijn."
Marianne Thieme.